Auto’s, bouwmateriaal, speelgoed, halfgeleiders: bedrijven hebben al maanden te maken met grote tekorten aan, en prijsstijgingen van, zo’n beetje alles. En de consument merkt dat nu, met enige vertraging ook. Na de verstoring van de pandemie, heeft de economie nu te maken met verstoringen tijdens het herstel van die pandemie. En dat bijt: de prijzen lopen op, en de productie begint te haperen. Zo’n combinatie van oplopende inflatie en groeiende stagnatie hoeft niet dodelijk te zijn wanneer dat niet al te lang duurt. Maar de vraag begint te rijzen hoe ‘voorbijgaand’ deze trend wordt.
De oorzaken van de chaos zijn divers. Er zijn problemen met de locatie van zeecontainers, waarvan er veel bleven staan op Chinese kades toen de pandemie begin 2020 uitbrak. Havens worden nog steeds te pas en te onpas gesloten, met name in China en aan de westkust van de Verenigde Staten. De prijzen van zeevervoer zijn verveelvoudigd. Daarnaast zijn er productieproblemen van chips in Taiwan, de grootste producent, omdat het vele water dat er voor nodig is, van tijd tot tijd ontbreekt.
Tegelijk lopen de energieprijzen op, mede door teruglopende investeringen in fossiele brandstoffen of door eerdere besluiten de productie daarvan te gaan beperken. De energietransitie zorgt, onvermijdelijk, voor tijdelijke verstoringen. En er zijn geopolitieke overwegingen: de vrije wereldhandel staat onder druk, vooral door aanhoudende ruzies , van die tussen China en de VS tot Londen en Brussel.
Al deze gebeurtenissen vinden plaats op het moment dat wereldwijd een vraagexplosie is losgebroken. Veel consumenten in het Westen zijn weer meer geld uit gaan geven, en overheden willen het economisch herstel niet in de kiem smoren. De forse steunuitgaven van tijdens de pandemie gaan voorlopig nog door, en worden aangevuld met structutrele investeringsplannen. Want, niet te vergeten: ook vóór Covid-19 kampten Europa en de VS met een bedrijvigheid die in een te lage versnelling terecht was gekomen.
Het is onfortuinlijk dat alle problemen met handel, fabricage en levering optreden nu er nét zo’n grote vraaggolf plaatsvindt. De chaos die het heropstarten van de economie nu laat zien is al vergeleken met een file waarin, bij het oplossen, iedereen op het zelfde moment vol gas geeft.
Of dit allemaal te voorzien was, is de vraag. Het aantal oorzaken van de huidige ‘tekorteconomie’ is groot, en grijpt soms in elkaar. En, misschien wel het belangrijkst: de pandemie-recessie, opgelegd door maatregelen van bovenaf, was atypisch. Dan mag niet worden verwacht dat het herstel wél voorspelbaar verloopt.
Hier is dus nauwelijks een draaiboek voor. En tóch is dat nodig. Het rentebeleid van centrale banken staat of valt bij de vraag of de huidige golf van hogere prijzen tijdelijk is, of hardnekkiger blijkt. Als de verwachting van hogere inflatie wortel schiet en de looneisen omhoog gaan, dan kan misschien niet worden volstaan met het handhaven van de ultralage rentes van nu. Maar de schulden van burgers, bedrijven en overheden staan wereldwijd op recordhoogte en zijn juist kwetsbaar voor stijgende rentes.
Centrale banken en overheden zullen hun beleid nauw op elkaar af moeten stemmen. Niet te snel in paniek raken over de stijgende prijzen, maar wél klaar staan om actie te ondernemen als de huidige situatie te lang duurt. Het pad dat monetair en budgettair beleid samen moeten bewandelen wordt snel nauwer – het risico op misstappen eveneens.