De tien ambassadeurs in Turkije, waaronder de Nederlandse, die afgelopen weekend in opspraak raakten nadat zij opriepen tot de vrijlating van filantroop Osman Kavala, worden toch niet het land uitgestuurd. Dat heeft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan maandag bekendgemaakt, melden internationale persbureaus. Eerder op maandag deelden de ambassadeurs in kwestie een verklaring waarbij ze stelden zich aan artikel 41 van de Weense Conventie te houden, dat voorschrijft dat zij zich niet met interne aangelegenheden van andere landen bemoeien.
Erdogan stelde de verklaring te „verwelkomen”. Volgens de president zouden de ambassadeurs zich schuldig hebben gemaakt aan „laster tegen ons land”, maar zouden ze voortaan „voorzichtiger zijn”. Erdogan maakte zaterdag bekend de diplomaten tot persona non grata te willen verklaren, wat gewoonlijk betekent dat ambassadeurs terug worden geroepen naar hun eigen land. Naast de Nederlandse ambassadeur, riepen onder meer de Amerikaanse, Franse en Duitse ambassadeur op tot vrijlating van Osman Kavala.
De 64-jarige zakenman en filantroop Kavala is een belangrijke financier van non-gouvermentele organisaties in Turkije. In 2017 werd hij gearresteerd, omdat hij ervan verdacht werd betrokken te zijn geweest bij antiregeringsprotesten in 2013. Het Turkse OM eiste levenslang, maar begin 2020 werd hij vrijgesproken. Direct na de vrijspraak werd een nieuwe zaak tegen hem aangespannen en moest hij toch in de gevangenis blijven, wat tot kritiek van mensenrechtenorganisaties en de Raad van Europa leidde. Zij stellen dat de rechtszaken tegen Kavala onrechtmatig zijn. Ook de tien ambassadeurs verzochten Turkije om Kavala vrij te laten, tot woede van Erdogan.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77830055-a8e33a.jpg)