Recensie

Recensie Beeldende kunst

Restauraties: wat te doen met de soldaat die het gezinstafereel verstoort op een 17de-eeuws doek?

Facelifts in het Mauritshuis Een instructieve expositie in het Mauritshuis illustreert met heldere, korte filmpjes en animaties de dilemma’s en oplossingen in de moderne praktijk van het restaureren van oude schilderijen.

De tentoonstelling ‘Facelifts & Makeovers’ in het Mauritshuis in Den Haag.
De tentoonstelling ‘Facelifts & Makeovers’ in het Mauritshuis in Den Haag. Foto Mauritshuis

Piekfijn is de staat van zowat alle schilderijen die in musea voor oude kunst worden tentoongesteld. Toch is het onwaarschijnlijk dat de kunstwerken er altijd zo gaaf hebben uitgezien als op de dag dat ze het atelier van de kunstenaar verlieten. In de loop van de eeuwen zijn ze getekend door gebruikssporen en beschadigingen, slijtage van verflagen en verkleuring van vernis, aanpassingen van de voorstelling of onoordeelkundig uitgevoerde schoonmaakacties. Een instructieve expositie in het Mauritshuis maakt, aan de hand van een ruime selectie van werken uit de eigen collectie, duidelijk wat oude schilderijen te lijden kunnen hebben. Met heldere korte filmpjes en animaties leggen de restauratoren van het museum (en hun stagiairs) uit hoe zij daaraan het hoofd bieden.

Cornelis de Heem (1631-1695). Fruitstilleven, ca. 1670,

(65 x 50 cm.)

Foto Margareta Svensson

Het restaureren van kunstwerken heeft in de afgelopen decennia een enorme vlucht genomen. Nieuwe technische hulpmiddelen worden ingezet waarmee bijvoorbeeld de chemie van kleurstoffen kan worden geanalyseerd, of voorbereidende tekeningen onder de verflaag zichtbaar kunnen worden gemaakt. Bovendien is er tegenwoordig veel aandacht voor de ethische kant van de zaak: waar vroegere restauraties soms haastig of slordig werden uitgevoerd, blijkt de moderne restauratiepraktijk te worden beheerst door onzekerheden en twijfels, door wikken en wegen. De expositie geeft mooie illustraties van de overwegingen die tot bepaalde ingrepen leiden.

Lees ook: Meisje met de parel krijgt haar onderzoek op zaal

Oorspronkelijk staat

De ‘oorspronkelijk staat’ lijkt daarbij heilig: toevoegingen uit later tijd gaan eraan, en ook tegen het weghalen van een verdonkerde vernislaag bestaat doorgaans weinig bezwaar. De beloning is immers een hervonden frisheid en scherpte, zoals bij een fruitstilleven door Cornelis de Heem (ca. 1670). Op de achtergrond van twee grote portretten door Frans Hals zijn, waarschijnlijk in de negentiende eeuw, wapenschilden toegevoegd. Die zijn nu overgeschilderd, voor de zekerheid met gemakkelijk verwijderbare verf. Maar verkleuringen in de rok van de vrouw zijn gelaten zoals ze zijn: het respect voor het werk van de kunstenaar strekt zich hier uit tot zijn onfortuinlijke keuze voor instabiele pigmenten. In een vroeg, mythologisch schilderij van Johannes Vermeer blijkt een stuk heldere wolkenlucht rechtsboven later te zijn toegevoegd: het is aan het oog onttrokken om de compositie haar oorspronkelijke aanzicht terug te geven – paradoxaal genoeg dus met een nog recentere verflaag.

Pieter de Hooch (1629-1684). Een binnenplaats met een rokende man en een drinkende vrouw, ca. 1658-1660, (78 x 65 cm.) Foto Margareta Svensson

Eén schilderij in de expositie toont iets van de dilemma’s van het werk in uitvoering: omstreeks 1660 schilderde Pieter de Hooch een binnenplaats met een pijprokende man gezeten aan een tafel. Een vrouw staat erbij een glas bier te drinken. Met een jong kind rechts op de voorgrond lijkt het een ontspannen familiescène. Maar na het verwijderen van latere toevoegingen werden ook de vage contouren zichtbaar van een tweede man: een soldaat die met zijn kompaan een waarschijnlijk heel wat minder gemoedelijk drinkspel doet met de vrouw. Ooit heeft iemand de voorstelling dus willen veranderen. En, alsof de restauratoren het nu ook niet meer weten, mag de bezoeker van de expositie stemmen. Zo laten? De soldaat er weer netjes in schilderen? Of zijn gestalte dan maar helemaal wegpoetsen? In het laatste geval resteren alleen zijn opgehangen jas, en zijn pijp op de tafel. En, op de bierpul daarnaast, zijn duim.