7,94 miljoen jaar geleden ontstond de oeraardbei. Op dat moment splitste zich binnen de rozenfamilie het geslacht Fragaria af, concluderen Chinese biologen in PNAS op basis van genoomanalyse. Inmiddels is Fragaria niet meer weg te denken, met honderden gekweekte variëteiten én ruim twintig wilde soorten wereldwijd. In hun artikel beschrijven de onderzoekers ook een tot nu toe onbekende soort, die voorkomt in het zuidoosten van China.
De laatste jaren wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar het genoom van de aardbei. Zo publiceerden genetici begin 2019 nog een onderzoek in Nature Genetics waaruit bleek dat de aardbeien die wij in de winkel kopen genen van vier wilde soorten bevatten.
Chromosomen in achtvoud
Waar zo’n gekweekte aardbei al z’n chromosomen in achtvoud heeft, geldt dat niet voor de meeste wilde aardbeien. Veertien van die soorten zijn diploïde: elke chromosoom komt, net als bij de mens, in tweevoud voor. Omdat de diploïde soorten een relatief klein genoom (zo’n 300 Mb) hebben, zijn ze makkelijk te analyseren.
Ook de Chinese onderzoekers concentreerden zich op de diploïde soorten. Van vijf van die wilde soorten brachten ze het genoom in kaart, om op die manier toekomstig aardbei-onderzoek makkelijker te maken. Net als de zandraket zou ook de aardbei als modelplant voor genetisch onderzoek kunnen dienen, schrijven ze. De diversiteit aan soorten, het gemak van kweekexperimenten en het relatief kleine genoom maken de aardbei een geschikte kandidaat.
Om te illustreren hoe zulk aardbei-onderzoek eruit kan zien, gingen ze meteen aan de slag. Niet alleen concludeerden ze op basis van de genetische informatie dat het Fragaria-geslacht bijna 8 miljoen jaar geleden ontstond, ze keken ook naar het ontstaansmoment van verschillende specifieke soorten. Die diversificatie begon rond 7,38 miljoen jaar geleden.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77819459-a695e4.jpg|https://images.nrc.nl/7pDS-zO_siTVW-sezSSyvYnyil4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77819459-a695e4.jpg|https://images.nrc.nl/HlBxCQtkRarj2_ycCzVxy5GT1xo=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77819459-a695e4.jpg)
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data41844821-5d8b51.jpg)
Al doende kwamen de onderzoekers ook een nieuwe soort tegen, die genetisch afweek van de rest. Ze doopten de soort de Fragaria emeiensis, vernoemd naar het Emei-gebergte in Zuid-China waar hij voorkomt. Sowieso groeit het merendeel van de diploïde wilde aardbeien alleen in Oost-Azië. Daar ligt vermoedelijk ook de oorsprong van de wilde aardbei – en daarmee indirect die van de kweekaardbei. De nieuwe soort heeft onder andere opvallend dikke steeltjes, en lichtgroene bladeren.
Wat kleur betreft deden de biologen nog een ontdekking: ze identificeerden diverse mutaties van één bepaald gen, die bij verschillende aardbeisoorten voor witte in plaats van rode vruchten zorgen. Zulke witte aardbeien zijn laatbloeiers: ze bloeien meestal zo’n twee weken trager dan hun rode soortgenoten.