Twee in een iets te grote blauwe polo gehulde scheidsrechters, beiden voorbij de pensioengrens, wachten bij het kleine bureau van de wedstrijdleiding tot ze de speelzaal in het Landstede Sportcentrum in Zwolle mogen betreden. Een van de mannen draagt twee grote witte enveloppen, houdt ze strak tegen de borst. Pas als de twee aankomen bij de nog lege, blauwe tafeltennistafel worden de briefhouders geopend. De inhoud: twee batjes , die vervolgens met de nodige precisie op de tafel worden gelegd. Het teken dat de batjes, die de spelers steevast twintig minuten voor de wedstrijd moeten inleveren, zijn goedgekeurd. Ieder miniem verschil in de dikte van het rubber zou de bal een ander effect mee kunnen geven. Zelfs de lijm is gecontroleerd.
Het NK tafeltennis mag dit jaar dan aan waarde hebben ingeboet, de vastigheden en details blijven hetzelfde. Elk van de twaalf scheidsrechters aan de tafels kent het protocol. Meer dan eens gaan de handen synchroon de lucht in als het spelverloop daar om vraagt. En als voor de kwartfinale van de vrouwen een van de speelsters ontbreekt bij de tafel, wordt de familie op de tribune gevraagd of er contact kan worden gezocht. Die weet van niets, ze zal zo komen. Enkele minuten later stapt de speelster in kwestie vanaf de tribune het speelveld op – de waterfles moest nog worden gevuld.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77782783-e1f491.jpg|https://images.nrc.nl/X_bGTC-ZfH4n5_TIDzDrp-pETQA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77782783-e1f491.jpg|https://images.nrc.nl/_--pcnpRVMR9jufxa8vH7MuDWZg=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77782783-e1f491.jpg)
Top afwezig
In Zwolle ontbreken deze zondag bij de vrouwen negen speelsters van de nationale toptien en ook bij de heren doen de drie hoogst geplaatste spelers niet mee aan het nationale kampioenschap. De competitie, voor de mannen de hoog aanschreven Duitse Tischtennis Liga, gaat voor. Het NK zou eigenlijk, zoals ieder jaar, in maart worden gehouden, maar werd vanwege het coronavirus tot twee keer toe uitgesteld. De overvolle tafeltenniskalender liet vervolgens geen ander weekend meer toe. Dus geen Britt Eerland, die nog meedeed aan de Olympische Spelen in Tokio deze zomer. En ook geen Laurens Tromer, de nummer één bij de mannen.
Het maakt het NK dit jaar misschien nog toegankelijker, al zit de zaal in Zwolle geen moment volledig vol op zondag. De organisatie werd gedwongen iets lager gekwalificeerde spelers uit te nodigen voor het kampioenschap. Spelers en publiek bewegen zich gedurende de dag door elkaar heen, staan gezamenlijk in de rij voor een versnapering of drankje. Meer dan eens klinkt de voornaam van een sporter ter aanmoediging.
Een groot potentieel blijft in Nederland onbenut
Blikvanger bij de mannen is Trinko Keen, achttienvoudig winnaar van de nationale titel, en nu present na zestien jaar afwezigheid. Op vijftig-jarige leeftijd – ook dat is mogelijk in de uitgedunde nationale top. Keen strandt uiteindelijk in de kwartfinale, maar de eer van zijn generatie wordt gered door Michel de Boer (51). Hij wordt zo voor de tweede keer kampioen, na zijn eerste titel in 2010.
Minder leden dan bij darts
Jarenlang daalde het aantal leden van de Nationale Tafeltennisbond (NTTB), tot in 2019 een kleine plus werd genoteerd. Die groei werd een jaar later, mede door het coronavirus, weer teniet gedaan. Daarmee is tafeltennis nu in leden kleiner dan bijvoorbeeld darts (zo’n dertigduizend leden) en triathlon (33.000), maar heeft het net iets meer aangesloten sporters dan de biljartbond (ruim 24.000).
Een groot potentieel blijft daarmee onbenut, zo lijkt het. Sportkoepel NOC-NSF peilde de afgelopen jaren dat ruim tweehonderdduizend mensen geregeld tafeltennissen. Op veel plekken in Nederland staan inklapbare blauwe tafels te wachten op de lunchpauze of vrijdagmiddagborrel. Op een oproep van de NTTB op netwerkplatform LinkedIn kwamen zelfs zoveel reacties, dat de bond vorig jaar besloot het NK bedrijfstafeltennis te organiseren. Dat bleek een succes, want ook dit jaar had het toernooi in een mum van tijd genoeg aanmeldingen. En dus staan zondag in de ABC-hal in Zwolle marketeers tegenover accountants en komen woonwinkelmedewerkers uit tegen financieel adviseurs.
Sinds 2017 richt de bond zich veel meer op wat Marthijn van der Wal, hoofd sportparticipatie bij de NTTB „pingpongers” noemt – het deel van de bevolking dat wel vaak tafeltennis, maar geen lid is. Maar dat blijft lastig. „Als bond ben je er in eerste instantie voor de verenigingen die bij je zijn aangesloten.” Nu besteedt de NTTB een deel van het contributiegeld dat beschikbaar is aan projecten buiten de verenigingen. „Die hebben daar nog geen profijt van, maar we kijken als bond naar de langere termijn”, zegt Van der Wal.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77783314-4ec488.jpg|https://images.nrc.nl/ZJTCQUI60U31h5E1oZFUDhbiAD0=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77783314-4ec488.jpg|https://images.nrc.nl/gNzgDTPH4ZeAwRF9yJrTvNehUZ8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77783314-4ec488.jpg)
Pingpongbaas
De bond lanceerde onder meer de app Pingpongbaas waarmee bedrijven en scholen gemakkelijk ranglijsten en statistieken kunnen bijhouden. Het levert, door de vele registraties, een beter beeld op van waar in Nederland wordt getafeltennist en door wie. „Met lokale verenigingen kijken we onder meer op basis daarvan naar bijvoorbeeld clinics voor grotere groepen scholieren en bedrijfsuitjes”, zegt Van der Wal.
De deelnemers van het NK voor bedrijven vullen zondag tussen hun eigen wedstrijden door de zaal van het echte nationale kampioenschap iets op. Soms levert dat een blik van verwondering op als de bal door het effect de tegengestelde richting op stuitert. Het volgende punt op een andere tafel gaat gepaard met een hol applaus, dat stopt zodra een speler het witte balletje, met een doorsnede van 40 millimeter, weer in zijn of haar hand heeft.
„Wij zetten als bond nu in op tafeltennis als breedtesport”, zegt Van der Wal. Om op die manier meer jong talent aan de sport te binden. Keerzijde daarvan is dat er nu relatief minder aandacht is voor de topsport. Met Li Jie en Li Jiao hoorde het Nederlandse vrouwentafeltennis een decennium geleden nog tot de Europese top – met vier keer Europees zilver in de landenwedstrijd als belangrijkste wapenfeiten. Nu staat alleen nog Britt Eerland, die onder meer met Li Jie en Li Jiao speelde, in de top-30 van de wereldranglijst. „De jonge speelsters die daar nu achter zitten, moeten nog laten zien dat zij daar ook kunnen komen”, zegt Van der Wal.