Stéphanie Tijmes wil niet te lang stilstaan bij wat haar als turnster is overkomen. Ze kijkt liever naar het heden en de toekomst dan naar het verleden. Wat zijn de fysieke, psychische, sociaal-emotionele en financiële gevolgen van een onveilig sportklimaat? Daar is, vindt ze, veel te weinig aandacht voor. „Al begrijp ik dat mensen willen weten wat dat nou precies inhoudt, grensoverschrijdend gedrag.”
Tijmes (29) pakt er een vel papier bij en leest voor wat ze aan de tuchtrechter schreef: „Het draait om macht, misbruik en medailles. Trainers en bondsbestuurders maken misbruik van tot robot gestuurde meisjes om hun eigen successen te behalen. En daarbij is álles geoorloofd, gelegaliseerd en genormaliseerd: intimideren, kleineren, uitschelden, vernederen, misbruiken, mishandelen, manipuleren, isoleren, angst zaaien, body shamen, vloeken, reguleren, straffen, treiteren, wraak nemen, verwaarlozen, brainwashen.”
In de documentaire Mist, die zondag bij BNNVARA wordt uitgezonden, komt een aantal voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag in de turnsport aan bod. Maar het gaat toch vooral om wat het op de lange termijn met je doet als iemand geen respect heeft voor je grenzen. Zo zien we hoe bedreigend het voor Tijmes voelt als haar psycholoog langzaam met zijn stoel in haar richting beweegt, bij wijze van oefening. Ze schrikt, kijkt weg, zegt dat haar zicht wazig wordt. „Waarom vind ik het zo eng?”, vraagt ze huilend.
In de documentaire komen meer oud-turnsters aan het woord, maar filmmaker Sophie Kalker zoomt vooral in op het herstelproces van de vrouw die tussen haar zesde en zestiende bij trainers Marc en Ilona de Wit, Frank Louter, Patrick Kiens en Gerben Wiersma werd klaargestoomd voor de internationale turntop.
Je hebt je eerder uitgesproken over misbruik in de turnsport, maar toch moet het spannend zijn, zo’n intieme documentaire.
„Spannend is niet het goede woord, want ik heb mijn verhaal inderdaad al vaker verteld. Wel ben ik benieuwd hoe de documentaire ontvangen wordt.”
Waarom wilde je eraan meewerken?
„Danila Koster en ik hebben het idee zelf aangedragen, in 2019. We probeerden al jaren aandacht te krijgen voor de gevolgen van grensoverschrijdend gedrag in de turnsport. Van de turnsters die ik ken is er niet een ongeschonden uit gekomen. Al die meisjes die met klachten rondlopen, dat kán toch niet? Het leek ons goed als iemand liet zien dat het menens is. De turnperiode was zwaar, maar de periode daarna misschien nog wel zwaarder. Wat doe je als getraumatiseerde als niemand je helpt? Hoe houd je je staande in de maatschappij? En wat doe je met mensen die vinden dat je je niet zo druk moet maken, ‘want je bent toch gestopt met turnen?’ Hoe heftig de periode na het turnen is wilden we overbrengen in die documentaire.”
Twee weken geleden bood NOC-NSF excuses aan oud-turnsters aan. „We hebben verzuimd na te gaan of meldingen een structurele achtergrond hadden en of aanbevelingen werden opgevolgd”, zei voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg. „We hebben de zaken gezien als losse bomen, maar zagen niet het hele bos.” Wat vind je van die woordkeuze?
„Het voelt dubbel. Ik ben blij dat er erkenning is gekomen. Dat NOC-NSF zegt: dit heeft plaatsgevonden, het gebeurt nog steeds en dat tolereren wij niet. En: we gaan het financieel compenseren. Voor het eerst in de geschiedenis van de Nederlandse sport is er zo’n vorm van schade-erkenning. Aan de andere kant: waarom komt het zo laat? En hoe kan het dat NOC-NSF wel de bomen zag maar niet het bos? Twee keer eerder is een rapport verschenen waaruit het tegendeel blijkt. Conclusie toen: het sportklimaat is ongezond en kan schade aan turnsters toebrengen. Ik snap dat ze bij NOC-NSF iets moeten zeggen, maar ...”
... ze hebben hun ogen voor de werkelijkheid gesloten?
„Juist. Ze hebben weggekeken. Ze hebben excuses gemaakt voor het feit dat ze het niet als een systeemfout hebben gezien. ‘We zijn het nu toch voor jullie aan het inrichten’, zeggen ze dan. En daar bén ik ook blij mee, maar ze hebben wel twaalf jaar nagelaten naar me om te kijken. Óók toen ik – en velen met mij – aangaf dat het fout liep. Ik moet het herstel zelf aangaan, maar het zou fijn zijn geweest als ik daarbij was ondersteund.”
Hoe zou je die excuses zelf hebben verwoord?
Ze is even stil. „Dat vind ik moeilijk te zeggen. Kijk, het is best hard – vooral naar jezelf – als je toegeeft dat je iets ernstigs niet gezien hebt.”
Zelfkritisch is wat anders dan empathisch.
„Nou ja, dát. Ik mis het gevoel in de woordkeuze.”
Met enige schroom vertelt Tijmes dat zij met oud-turnsters Danila Koster, Anouk Jong en Petra Witjes achter de schermen gesprekken heeft gevoerd met voorzitter Van Zanen-Nieberg en algemeen-directeur Marc van den Tweel van NOC-NSF. Die vroegen wat ze voor de oud-turnsters konden doen. Hun antwoord: Excuses maken.
Toen oud-minister Tamara van Ark van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met turnbond KNGU rond de tafel wilde gaan zitten, om de misstanden te bespreken, tekenden de oud-turnsters (met succes) protest aan: ho, ho, vergeet je ons niet?
Waarom twijfel je: moet ik dit wel vertellen?
„Omdat ik nog niet klaar ben daar. Er zijn excuses gemaakt, prima, maar dat betekent niet dat de sport nu gezond is. Het ministerie van VWS gaat nu een groot onderzoek starten naar de topsportcultuur in Nederland. We staan nog maar aan het begin.”
In april verscheen een onderzoek naar de turnsport. Ruim driekwart van de (oud-)topturners die daarvoor benaderd werd, heeft met ongepaste omgangsvormen te maken gehad. Wat dacht je toen je dat hoorde?
„De dag van de presentatie is een van de belangrijkste dagen in mijn herstelproces. Het onderzoek bewijst dat wat wij hebben meegemaakt, écht is. Wij hebben zo lang geroepen, maar kregen geen erkenning. Nu staat zwart op wit dat het systeem, de cultuur, niet deugt. Ik hoor het onderzoeksleider Marjan Olfers nog zeggen bij de persconferentie: ‘Die angst hoort niet bij topsport. Dat hoorde toen niet bij topsport, en dat hoort vandaag de dag ook niet bij topsport.’ Dat kwam hard binnen.”
Waarom juist die woorden?
„Mensen met een trauma vinden het vaak moeilijk over hun trauma te praten. Als anderen dat doen, voelt het opeens echt. Ik had het onlangs ook bij het Tweede Kamerdebat over misstanden in de turnsport. Lisa Westerveld van GroenLinks zei: moeten we niet van ‘kindermishandeling’ spreken in plaats van ‘grensoverschrijdend gedrag? Dit hoort in het strafrecht thuis.’ Jeanet van der Laan van D66 vond dat wij door het systeem zijn opgevroten. ‘Jullie hadden geen schijn van kans’, zei ze. Nogal confronterend.”
Vind jij ook dat ‘kindermishandeling’ beter de lading dekt dan ‘grensoverschrijdend gedrag’?
„Als wat in de turnsport is gebeurd, thuis zou zijn gebeurd, of op school, zouden we van kindermishandeling spreken. Maar in topsport wordt het gedoogd en genormaliseerd omdat topsporters hard moeten zijn om prestaties te leveren. Maar ook topsporters zijn mensen die hun grenzen moeten bewaken.”
Mishandelde turnsters ontvangen 5.000 euro compensatie. Een reëel bedrag?
Ze pakt er weer een vel papier bij. „Ik heb eerder een heel politiek antwoord geformuleerd: ‘Het is een symbolisch bedrag dat de erkenning tastbaar maakt. Over de hoogte van het bedrag doe ik geen uitspraken.’
Dat klinkt wat formeel. Kun je het ook anders zeggen?
„Het gaat om een schade-erkenning, niet om een schadevergoeding. Of met andere woorden: het gaat om erkenning voor het leed dat ons in de turnzaal is aangedaan, niet om een compensatie voor het herstel daarvan. In dat laatste geval krijg je met het straf- en civielrecht te maken.”
Een lastig traject?
„Ja, vanwege verjaring en bewijslast. Waar begin je? Met welke coach? Ik denk dat het een lang en kostbaar traject is, dat financieel weinig oplevert. Het zal mijn welzijn ook niet ten goede komen.”
Je sluit het voor jezelf uit?
„Niet helemaal. De turnbond en NOC-NSF hebben excuses gemaakt, maar degenen die ons dit hebben aangedaan, de trainers, komen er nu wel heel makkelijk mee weg. Kijk naar wat er met oud-bondscoach Gerben Wiersma is gebeurd. De commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak oordeelde onlangs dat hij schuldig is aan grensoverschrijdend gedrag, maar dat hij geen straf krijgt. Wat is dat voor uitspraak? Belachelijk toch?”
Want de schuldige gaat vrijuit?
Ze knikt. „Wiersma is niet de enige. Ook bestrafte turntrainers kunnen zo bij een andere sportbond aan het werk. Of bij een turnbond in het buitenland. Een kijk naar de tuchtzaak van coach Frank Louter – hoe lang loopt die al? Het Nederlandse tuchtsysteem werkt niet.”
Het blijft lang stil op de vraag wat grensoverschrijdende gedrag met haar zelfbeeld heeft gedaan. „Ik ben heel streng voor mezelf”, zegt Tijmes. „Ik stel heel hoge eisen. Als turnster presteerde ik als ik pijn had, me niet goed voelde of ongelukkig was. Dat doe ik nu nog steeds. Vaak zeggen mensen dat ik er blij en goed uitzie, maar dan voel ik me van binnen niet gezond. Als ik me niet goed voel, zal niemand dat aan me zien.”
Je bent een expert in de schone schijn.
„Ja, omdat mij dat is aangeleerd. Het is een valkuil, maar ik ben mij daar wel van bewust nu.”