Wie de politiek in gaat wil de baas worden. Wel even glashard ontkennen, anders word je het zeker niet. Voor dat laatste helpt een ruikertje clichés variërend op ‘ik doe het voor de idealen’. Met als hilarisch hoogtepunt: ‘ik functioneer beter achter de schermen’.
Het cruciale idee dat volksvertegenwoordigers aller landen verenigt is de baas worden van de partij, het land, Europa en uiteindelijk de wereld. En dan laten zien hoe het écht moet, met inkomens, milieu et cetera.
Voor wie deze gedachtegang ongeloofwaardig of zelfs vervelend klinkt, is het boek Schaduwleiders niks. Maar wie geeft om de strijd op het Binnenhof is het boek van NRC-redacteur Kees Versteegh een zeer instructieve analyse. Aan de hand van één historisch voorbeeld (Woodrow Wilson en Edward House) en drie Haagse dubbelportretten (Ruud Lubbers en Jan de Koning, Diederik Samsom en Jeroen Dijsselbloem, Mark Rutte en Edith Schippers) bouwt hij een profielschets van ‘de tweede man’. Lange hoofdstukken, veel citaten van de direct betrokken, leuke anekdotes over genegeerde sms-en, schreeuwpartijen over en weer en invloedrijke huwelijkspartners geven het boek de typische sfeer van het politieke achtergrondverhaal.
Crisis
Een schaduwleider blijkt onontbeerlijk om de baas door een crisis te helpen, maar ergens na die crisis scheiden de wegen weer. De contemplatieve Jan de Koning wees macher Ruud Lubbers aan als opvolger van Van Agt, en bleek lange tijd als enige in staat de onnavolgbare Lubbers weerwerk te geven. Uiteindelijk trok Lubbers zich ook van De Koning minder aan. De wat ambtelijke Jeroen Dijsselbloem hielp een kwikzilverige Diederik Samsom om overnight een VVD-PvdA kabinet te vormen. Maar toen dat de PvdA in de problemen bracht, botsten ze als fractieleider en minister. Edith Schippers hielp Mark Rutte te transformeren van nerd tot joviale bestuurder, en verruilde de politiek voor het zakenleven, voor de opvolging van Rutte ter sprake kwam. Versteegh beschrijft de gebeurtenissen in detail, in gesprek met de leiders en hun schaduw, en met veel literatuur bij de hand. Het vergt wel wat liefde voor het Haagse millimeterwerk natuurlijk, om weer eens de hoofdrolspelers van het akkoord van Wassenaar, de mislukte opvolging van Lubbers door Brinkman of de formatie van Rutte III te horen. Gelukkig heeft het boek ter inspiratie ook nog een lijstje met andere duo’s (‘Derrick en Harry’).
Door alle hoofdstukken heen licht de boodschap op dat in de politiek de ‘geboren tweede man’ niet bestaat, en Versteegh trekt die conclusie ook letterlijk. Het is een rol die je kunt krijgen wanneer je op een gevoelig moment in staat bent iemand bij de hand te nemen die minstens zo vastbesloten is als jijzelf. Dat vergt overwicht, timing en vooral loyaliteit – want eigenlijk kon je jezelf ook in die rol voorstellen. Allicht benadrukt de tweede man daarna zijn bedachtzame kanten opdat er contrast ontstaat met de echte leider – die vóór alles energiek en besluitvaardig moet overkomen. Maar sta je in zo’n rol echt in de schaduw? Een aanvoerder is tweede man achter de trainer en eerste man op het veld, zoals een eerste violist hulpje van de dirigent is en ster voor het publiek. En het is meestal een kwestie van tijd voor ze zelf trainer of dirigent zijn. Alsof Dijsselbloem en Schippers nu met chocolademelk voor de haard zitten. Onmisbare literatuur voor politieke leiders en al hun volgelingen die aan hun stoelpoten zagen.