Recensie

Recensie Boeken

Hawking genoot van de roddels over zijn huwelijk

Astronomie In zijn biografie van Stephen Hawking onderzoekt de Amerikaanse wetenschapsjournalist Charles Seife hoe deze astronoom uitgroeide tot het toonbeeld van genialiteit.

Stephen Hawking in Cambridge, in 1988.
Stephen Hawking in Cambridge, in 1988. Foto Getty Images

De meest eervolle laatste rustplaats in Engeland is Westminster Abbey. Op 15 juni 2018 viel die post mortem eer ten deel aan kosmoloog Stephen Hawking, die op 76-jarige leeftijd overleed. Zijn as werd bijgezet tussen de overblijfselen van de wetenschapsgiganten Isaac Newton en Charles Darwin. Duizenden mensen verzamelden zich die dag om afscheid te nemen van een van ’s werelds meest bekende natuurkundigen; een superster-wetenschapper. Dankzij optredens in populaire tv-shows had hij bij het algemene publiek het imago van een genie die niet onderdeed voor Newton en Einstein.

Zijn bijna mythische imago werd versterkt door zijn zenuw-spierziekte ALS (amyotrofische laterale sclerose), waardoor hij het grootste deel van zijn leven gekluisterd was aan een rolstoel en gedwongen werd te communiceren via een spraakcomputer die hij eerst met een handmatige klikschakelaar en later met een sensor bij zijn wang aanstuurde. Dit lot maakte hem zowel heroïsch als tragisch.

In de biografie Hawking Hawking. Een wetenschappelijk fenomeen ontrafeld, onderzoekt de Amerikaanse wetenschapsjournalist Charles Seife hoe Hawking uitgroeide tot het toonbeeld van genialiteit. De meeste natuurkundigen zouden hem namelijk niet in de categorie van Newton en Einstein scharen, schrijft Seife. De biografie wordt gepresenteerd als een exposé over ‘een man wiens aanvankelijke genialiteit in de natuurkunde werd geëvenaard door zijn genialiteit in het construeren van zijn eigen mythe.’

In de laatste periode van zijn leven was Hawking inderdaad uitgegroeid tot een mythe en vaste gast in de media en leverde hij weinig opmerkelijke wetenschappelijke prestaties. Hij trok de aandacht met weddenschappen over wetenschappelijke ontdekkingen, een feest voor tijdreizigers, en met optredens in tv-series zoals The Big Bang Theory, Family Guy en De Simpsons. Seige beschrijft hoe Hawking zijn publieke imago zorgvuldig construeerde, niet met opschepperij, maar met scherpe humor en zelfspot en bijvoorbeeld door subtiel te vermelden dat hij, op de dag af, driehonderd jaar na de dood van Galileo Galilei, geboren werd.

Afpellen

De mythe die Hawking in zijn laatste jaren was, leer je in de eerste hoofdstukken kennen. Het boek is in omgekeerd chronologische volgorde geschreven – om de ‘lagen van beroemdheid en legende’ af te pellen. Het is een mooie verwijzing naar Hawkings theorieën waarin hij de pijl van de tijd omkeerde, maar het maakt dat Seife dingen dubbel vertelt. De eerste keer wordt een natuurkundig concept kort geïntroduceerd en pas in een later hoofdstuk – waar wel naar verwezen wordt – komt de hele uitleg.

In het eerste deel gaat het vooral over Hawkings mediaoptredens – hoe hij genoot van de schijnwerpers, de manier waarop hij zijn publieke imago neerzette en de verhalen (of roddels) die de ronde deden over het einde van zijn eerste huwelijk, zijn tweede, stormachtige huwelijk – waarin hij mogelijk door zijn vrouw mishandeld en gemanipuleerd werd – en de bezoekjes aan striptenten en seksclubs (een bekend geheim). Hawking zou koppig, humeurig en trots zijn, wat soms ten koste ging van de mensen in zijn directe omgeving. Zo droegen zijn eerste vrouw, Jane, en oudste zoon, Robert, de zware zorgtaken toen hij te trots was om professionele hulp te vragen.

Seife nuanceert Hawkings gedrag. Doordat zijn ziekte verergerde kon Hawking immers steeds minder, hij verloor zijn spraak en het bedienen van zijn spraakcomputer ging steeds moeizamer en trager. Hij zat gevangen in zijn rolstoel en had uiteindelijk bij alles hulp nodig – tot aan het wegvegen van het speeksel dat uit zijn mond droop. Momenten van genot, zoals het eten van kreeft, waren alleen mogelijk ‘als iemand anders zijn tijd en inspanning eraan opofferde’.

Dat hij zich koppig en soms manipulatief gedroeg, was misschien een overlevingsstrategie. Desondanks bleef Hawking een inspiratie, schrijft Seife, ook voor promovendi die veel tijd met hem doorbrachten; juist vanwege zijn stoïcijnse doorzettingsvermogen en wilskracht.

Verderop in het boek gaat het over zijn wetenschappelijke werk en zijn leven voor de wereldfaam – die hij grotendeels vergaarde door zijn bestseller A Brief History of Time (in het Nederlands Het Heelal). Seife vervlecht hierbij persoonlijke verhalen en uitleg over Hawkings wetenschappelijke werk. Doordat Seife goed thuis is in het onderzoeksgebied van Hawking gaat hij behoorlijk de diepte in op het gebied van zwarte gaten, quantummechanica, kosmologie – over de structuur en evolutie van het heelal – en theoretische ideeën over tijd en ruimte. Het boek geeft een compleet beeld van Hawking als mens en als wetenschapper.

Briljante, luie student

Hawking blijkt vóór de mediahype een gerespecteerd natuurkundige. Hij was een briljante, maar luie student en het proefschrift, dat hij schreef toen hij pas net de diagnose ALS had, bevatte een ‘verbluffend inzicht’ over de oerknal, waarbij het heelal ontstond. De artsen dachten destijds dat hij nog hooguit een paar jaar zou leven. Maar in de jaren die volgden bleek Hawkings ziekte trager te verlopen dan gedacht en groeide hij uit tot een bekende theoreticus die in zijn jongere jaren al zeer waardevolle bijdragen leverde aan het onderzoek naar zwarte gaten en de kosmologie.

Met zijn spierkracht namen ook zijn wetenschappelijk prestaties af. In de jaren dat zijn populariteit en roem het grootst was, had hij nog maar weinig invloed in de natuurkunde. Seife schrijft: ‘Hij was als een ineengestorte ster; de ruimte om hem heen gloeide helder met zijn energie, maar in de kern was hij slechts een flauwe afspiegeling van wat hij was geweest.’

Over Hawkings leven is een schat aan informatie. Alle gesprekken die hij via zijn spraakcomputer voerde zijn opgeslagen. Die informatie is echter, net als veel andere privé-documenten, in het bezit van de Hawking Foundation die is opgezet door zijn vrienden en familie. Seife kreeg geen toegang tot dit archief, noch kon hij met familieleden van Hawking spreken. Alleen een biograaf die door deze stichting zelf is geselecteerd krijgt (beperkt) toegang tot dit archief en familieleden. Zo blijft het imago, waar Hawking zijn leven lang mee bezig was, zorgvuldig beschermd.

Seife baseerde zich op gesprekken met bekenden van Hawking, de biografie van zijn ex-vrouw Jane en andere literatuur over Hawking. Dat levert een ongecensureerd boek op waarbij het wetenschappelijke werk van Hawking uitgebreid aan bod komt. Maar het leest niet echt als een exposé. Er is ruimte voor nuance en tussen de regels schemert er bewondering voor het uitzonderlijke leven van deze briljante geest in een verschrompeld lichaam. Je blijft achter met de vraag of Hawking zonder zijn ziekte ook een iconische wetenschapper was geworden.