Een groepje mensen baant zich een weg door een stukje dichtbegroeide jungle. Houtsnippers knisperen onder de schoenen. Over de speakers horen we getuigenissen van een in Nederlands-Indië gestationeerde oorlogsveteraan. Hij vertelt over „doorzeefde kampongs”, martelingen en wraakacties zonder militaire noodzaak. Even daarvoor zaten we in zijn huis in Nederland en snuffelden door zijn archief: foto’s, brieven, een oude Pen Gun (‘weekblad voor Nederlandse strijdkrachten’). Een televisie toont een polygoonjournaal uit 1947, met soldaten met ijsjes op een tank, voorzien van een blikkerig maar monter commentaar: „De verhouding met de bevolking was gunstig.” In de tuin drinken we rozenwater en ruiken kaneel, nootmuskaat, djinten en sereh.
In een evenementenhal van WTC Expo aan de rand van Leeuwarden is deze maand Op klompen door de dessa te zien, een immersieve theatervoorstelling gebaseerd op het gelijknamige boek van Hylke Speerstra. Tijdens de voorstelling zit je niet op een stoel om te kijken naar wat er op het podium voor je gebeurt; na een korte introductie van de personages ga je zelf op onderzoek uit. Je loopt door het huis van deze voormalige soldaat en wordt aangemoedigd om zelf kastjes en laatjes open te trekken om zijn verhaal te ontdekken. Op een gegeven momenten zit je zelfs even bij hem aan tafel, waar hij met horten en stoten zijn verhaal doet.
Immersief theater is een genre dat de laatste jaren aan populariteit wint. Tijdens de voorstellingen zijn de bezoekers vrij om te gaan en staan waar ze willen. Idee is dat de toeschouwer op die manier medeverantwoordelijk, of zelfs ‘co-creator’, van de voorstelling wordt. Een ander belangrijk aspect is de zintuiglijke ervaring: niet alleen moet er visueel veel te beleven zijn, het liefst moet er ook van alles te ruiken, proeven en aan te raken zijn.
Passend gekleed
De Britse theatergroep Punchdrunk geldt als een van de belangrijkste pioniers op het gebied van immersief theater. In hun bekendste voorstelling Sleep No More uit 2003 dwaalt het publiek gemaskerd door een enorm pakhuis waarin een surrealistische adaptatie van Shakespeares Macbeth wordt uitgevoerd. Er werden remakes van de voorstelling in onder meer New York en Shanghai gemaakt.
Een andere bekende groep is het Amerikaanse Secret Cinema, dat filmklassiekers zoals Moulin Rouge, Blade Runner of Casino Royale als uitgangspunt voor een immersieve theaterervaring neemt. Publiek krijgt vooraf een karakter toegewezen en wordt geacht bijpassend gekleed te verschijnen, om de beleving compleet te maken.
Ook in Nederland is immersief theater in opkomst. Danny van Zuijlen, producent van Op klompen door de dessa, raakte geïnspireerd toen hij in 2015 een voorstelling van Punchdrunk in Londen zag. „Alle theaterwetten worden overboord gegooid: je komt op een locatie en bent meteen onderdeel van het verhaal. Je wordt niet twee uur lang op een stoel gegijzeld, maar het verloop van de voorstelling hangt af van de acties van het publiek.” Hij noemt dat het ‘open world-narratief‘. „Dat is een concept uit de gamewereld: je loopt door een wereld en om het verhaal te ontdekken moet je opdrachten uitvoeren en met personages in gesprek raken.”
Bij Op klompen door de dessa is er vanwege de coronamaatregelen uiteindelijk niet gekozen voor zo’n ‘open world’, maar voor verschillende ruimtes waar het publiek doorheen wordt geloodst. In de verschillende kamers kan de toeschouwer wel zelf op onderzoek uitgaan. „Doordat iedereen in een andere route door de ruimtes loopt, krijg je als toeschouwer het verhaal op een andere manier tot je”, vertelt Esmay Usmany, die de theaterbewerking van het boek maakte. „In de woonkamer zit je met het personage aan tafel. Daar heb ik verschillende scenario’s voor uitgeschreven, zodat de acteur meerdere opties tot zijn beschikking heeft als hij een bepaalde vraag van een bezoeker krijgt. Zijn antwoorden kunnen vervolgens bepalend zijn voor het perspectief dat je op hem hebt als je naar buiten loopt. Zo heb je als publiek echt invloed.”
Magisch hotel
Die ruimte voor interactie is er ook bij het grootschalige immersieve theaterproject Hotel Wonderland, dat vanaf november te zien is in een voormalige munitiefabriek op het HEM-terrein in Zaandam. Bezoekers geven bij aankomst hun telefoon af en wanen zich in een magisch hotel, waar ze in contact kunnen komen met de tijdelijke bewoners: variërend van een vergane-glorie-artiest op een aftandse parkeerplaats tot een verweesde klokkenmaker of een zakkenrollende dakloze.
In de loods van vierduizend vierkante meter werd begin deze maand nog druk gebouwd door diverse beeldende kunstenaars die bij het project betrokken zijn. Er komt onder meer een geurende markt, een ijskristallen grot, een Victoriaanse bibliotheek en een ‘postkantoor van nooit verzonden brieven’, waar je als bezoeker je eigen brieven kan achterlaten.
Hoe de avond verloopt is elke keer anders
Hoe de avond verloopt is elke keer anders. „Er is 36 uur aan scène-materiaal voor een voorstelling die drie uur duurt”, vertelt Raymond Klompsma, een van de initiators. Opvallend bij Hotel Wonderland is dat de initiatiefnemers geen ervaring in de theaterwereld hebben. Ze hebben hun achtergrond onder meer in het opzetten van escaperooms (onder andere Sherlocked in de Beurs van Berlage in Amsterdam) en reisbrancheconcepten (zoals Srprs.me, waarbij je vooraf niet weet wat je vakantiebestemming wordt).
Voor het theatrale aspect werken ze samen met het Amerikaanse bedrijf Cinereal Productions, dat is opgericht door een van de acteurs uit Sleep No More. Klompsma: „Zij zijn verantwoordelijk voor de verhaallijnen, karakterontwikkelingen en de choreografie. Dat is nog een hele puzzel: als toeschouwer loop je vrij heen en weer tussen de personages, maar toch is het de bedoeling dat iedereen het overkoepelende verhaal meekrijgt. Elk personage maakt gedurende de avond een vergelijkbare ontwikkeling door, maar op een andere verhaallijn. Het idee is dat die emoties overal zo sterk worden neergezet, dat als je een half uur later bij een ander personage staat, je toch die opbouw meemaakt.”
Ook een deel van de acteurs is overgevlogen uit New York. Zij speelden daar onder meer in Sleep No More en hebben ruime ervaring met grootschalig immersief theater. Die expertise is noodzakelijk, vertelt mede-initiator Michel Groenenstijn. „Dit vraagt andere skills van acteurs dan bij regulier theater. Je moet natuurlijk kunnen improviseren, maar ondertussen ook de overkoepelende opbouw van de voorstelling in de gaten houden.”
Immersief theater past in de tijd waarin mensen geen producten meer willen maar ervaringen
Michel Groenenstijn Hotel Wonderland
Vrije ruimte
De avond bestaat uit blokken van ongeveer tien minuten, vertelt Groenenstijn. „Daarbinnen hebben de acteurs steeds een aantal dingen die zijn uitgeschreven in het script, maar de rest van de tijd is er ruimte om vrij met gasten te kunnen interacteren.” De acteurs worden daarbij geholpen door een soundscape. „Daarin zit een heel subtiele soundlaag verwerkt: een soort hartslag. Als toeschouwer heb je dat als het goed is niet in de gaten, maar de acteurs weten aan de hand daarvan wanneer ze bijvoorbeeld zogenaamd random een ander personage tegen het lijf moeten lopen om in de volgende fase van de personage-opbouw te belanden.”
Immersief theater past in de tijd waarin mensen geen producten meer willen maar ervaringen, stelt Groenenstijn. Het verklaart de toenemende populariteit van festivals, escaperooms of initiatieven zoals het kunstdoolhof Doloris in Tilburg. „De generatie die nu opgroeit is in alles gewend om zelf aan het stuur te zitten: van hoe je jezelf profileert op Instagram tot hoe je sneakers er uitzien. Zeg daar maar eens tegen: ga nu eens twee uur stilzitten en kijken naar een podium.”
Toch geloven de makers niet dat immersief theater het reguliere theater helemaal zal vervangen. Klompsma: „Het is een toevoeging aan het palet.” Esmay Usmany sluit zich daarbij aan: „Het genre beleeft zeker een opmars, maar er zullen altijd mensen zijn die liever in het rode pluche zitten en daar een voorstelling tot zich nemen.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77447537-ea535b.jpg|https://images.nrc.nl/25hDVjAq_Zc0iymltfNyv-xzQC4=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77447537-ea535b.jpg|https://images.nrc.nl/-l61v2DKeHI2wOm1UZXnk4LXMFs=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77447537-ea535b.jpg)
‘Op klompen door de dessa’ met Folmer Overdiep (de grootvader) en Amy Rombout (zijn kleindochter).
Foto Annemieke van der Togt