Necrologie

Theatermaker Sam Bogaerts wilde geloofwaardigheid en realiteit op het toneel

Sam Bogaerts (1948-2021) De Vlaamse acteur en theatermaker Sam Bogaerts regisseerde in de jaren tachtig onder meer bij het Zuidelijk Toneel Globe en Toneelgroep Amsterdam.

Sam Bogaerts.
Sam Bogaerts. Foto Vincent Mentzel

Het kon gemeen waaien op die desolate parkeerplaats op steenworp afstand van de Noordzee, waar Sam Bogaerts tijdens de laatste live-editie van Oerol (in 2019) een verweerde kapitein speelde, in de rauwe en bonkige zeemansvoorstelling Wij, de verdronkenen. Een kapitein was hij: behalve een markant acteur met karakteristieke witte baard, was hij theaterregisseur, toneeldocent en stond hij als artistiek leider aan het roer van meerdere gezelschappen. Zaterdagochtend overleed hij op 73-jarige leeftijd.

Sam Bogaerts (geboren in 1948 in het Vlaamse Kapellen) was van grote betekenis voor zowel het Vlaamse als het Nederlands toneel. Zijn theatercarrière begon relatief laat: na een keur aan willekeurige baantjes, zoals boekhouder en chauffeur, ging hij in 1976 als eind-twintiger studeren aan de conservatoria in Antwerpen en Brussel. Eerste wapenfeit sleepte hij in Nederland binnen: in 1979 won hij samen met zijn studiegenoot Lucas Vandervost – als eerste Vlamingen ooit – het cabaretfestival Cameretten.

Een jaar later richtte hij, onder meer met Vandervorst, ‘Het Gezelschap van De Witte Kraai’ op, dat later met het toenmalige theatergezelschap van Ivo van Hove (AKT-Vertikaal) fuseerde tot De Tijd. Met De Witte Kraai verzette hij zich tegen de grote stadstheaters in Vlaanderen: het collectief pleitte voor meer concreetheid, realiteit en geloofwaardigheid op het toneel.

In de jaren tachtig ging hij naar Nederland. Hij maakte onderdeel uit van de ‘Vlaamse golf’: theatermakers als Ivo van Hove, Luk Perceval en Bogaerts gingen hier aan het werk en drukten hun stempel op ons bestel: hun beeldende, fysieke speelstijl gold als frisse wind in ons theaterveld.

Lees ook dit stuk uit 2001: ‘Lumumba was een voorbeeld’

In 1985 werd Bogaerts artistiek leider van het Zuidelijk Toneel Globe, waar hij onder meer een aantal stukken van Heiner Müller adapteerde. Twee jaar later werd hij vaste regisseur bij Toneelgroep Amsterdam (inmiddels Internationaal Theater Amsterdam), waar hij onder andere werk van Harold Pinter, Hugo Claus en Botho Strauss regisseerde.

Smartlappen

Legendarisch werd zijn meertalige enscenering van Edward Albees Who’s Afraid of Virginia Woolf uit 1987, een coproductie van De Witte Kraai en de Toneelschuur in Haarlem – dat hij verrassend genoeg liet eindigen in een reeks smartlappen. Kees Hulst en Viviane De Muynck speelden George en Martha. De Muynck won er dat seizoen een Theo d’Or voor, de prijs voor beste vrouwelijke hoofdrol. De voorstelling zelf kreeg de eerste Grote Theaterfestivalprijs.

Begin jaren negentig keerde hij terug naar België. Hij regisseerde bij NTGent en werd artistiek leider van Theater Malpertuis. Hij gaf les op diverse theaterscholen in Nederland en Vlaanderen en stond acht jaar aan het hoofd van de dramaopleiding aan het KASK in Gent. Na zijn pensioen in 2013 bleef hij actief als acteur voor film, tv en theater.

Sam Bogaerts’ dood kwam onverwacht. Ruim anderhalve week geleden was hij nog te zien in de première van Iemand van ons in het Kaaitheater in Brussel, een productie van het Brusselse theatergezelschap Tristero. In die voorstelling lag hij met vijf andere „doorgewinterde toneelspelers” in een groot bed, en filosofeerde over de politiek, de liefde en het leven. Het was de bedoeling dat hij tot en met begin juli met die voorstelling op tournee door Vlaanderen zou zijn gegaan.