Vooropgesteld, het mag. Wie het om wat voor redenen dan ook als volksvertegenwoordiger niet meer eens is met zijn partij, mag opstappen. In 145 gemeenten gebeurde dat de afgelopen drieënhalf jaar ook. Met als gevolg dat er nu 150 fracties in gemeenteraden zitten waar de kiezer in 2018 níét op stemde.
„Het hoort erbij”, zegt John Bijl van het Periklesinstituut, waar gemeenteraden worden getraind. „Dit is de veiligheidsklep van onze politiek. Iemand die gekrenkt is in zijn idealen, moet kunnen opstappen. Het zou vervelend zijn als de partij haar macht kan doordrukken.”
Het hoort erbij, zegt ook Geerten Waling, auteur van de boeken Zetelroof en Gemeente in de genen. „Afsplitsingen leiden ook vaak tot nieuwe lokale partijen, en die spreken kiezers aan. Betere representativiteit kan alleen maar worden toegejuicht.”
Vooral bij lokale partijen
Afsplitsingen komen vooral bij lokale partijen voor. Uit onderzoek van NRC blijkt dat er een breuk was bij 12,9 procent van alle lokale partijen tegenover 6,2 procent van de landelijke partijen. Reden zou kunnen zijn dat bij de laatste meer steun en begeleiding vanuit het landelijke partijbestuur is, of omdat er een duidelijker ideologisch vertrekpunt is. De redenen voor de breuken die – in lokale media – worden vermeld, zijn nagenoeg hetzelfde: verschil van inzicht, verschil in stijl, ‘onoverbrugbare meningsverschillen’. Soms vertrekt of overlijdt een raadslid en wil de opvolger niet voor de partij in de raad waarvoor hij op de kieslijst stond. Minder vaak wordt een duidelijke principiële reden opgetekend, zoals de bouw van een woonwijk (in Waalwijk) en een fietsenstalling (Bergen op Zoom).
Raadsleden van landelijke partijen hebben soms last van landelijke perikelen. Zo verdween 50Plus uit de Tweede Kamer en soms ook uit de raad, heeft het partijbeleid van de SP gevolgen, zoals de omgang met jongerenbeweging Rood, en bij het CDA stapten raadsleden op vanwege partijleider Wopke Hoekstra en de afsplitsing van Pieter Omtzigt.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data50990269-24c982.png)
Er zijn ook patronen te ontdekken. De breuken ontstonden met name in het derde jaar, wat door de lockdown kan komen, maar ook door de begrotingscyclus en de bezuinigingen van gemeenten. John Bijl van het Periklesinstituut: „Wegens het uitblijven van middelen van het Rijk stond er druk op de financiën. Daardoor moesten er harde keuzes gemaakt. En ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het gebrek aan wandelgangen deze collegeperiode ook heeft meegewerkt.”
In de eerste maanden na de verkiezingen stapten raadsleden op omdat ze geen wethouder of fractievoorzitter werden. Of omdat ze gekozen werden terwijl de partij ze eigenlijk niet in de raad wilde hebben. Bijl zegt: „Dan heb je het gewoon over prutswerk bij de samenstelling van je kandidatenlijst.”
Foto (van linksboven naar rechtsonder): John Peters, Persbureau Meter, Jean-Pierre Geusens en Koen van Weel.
Hij vindt dat partijen meer moeten investeren in de groep raadsleden. „Er wordt vaak gezegd dat er ‘verschil van stijl’ was. In een politiek systeem heb je alle stijlen nodig.”
Voor de raad zelf kan het uitmaken dat er afsplitsingen zijn. Allereerst worden vergaderingen langer. Bijl, die als ‘mystery burger’ talloze raadsvergaderingen volgt, zegt dat het „meer druk op vergadervaardigheden” zet. „Eenmansfracties moeten keuzes maken, je kunt niet alles bijhouden.”
„Dat heeft zeker gevolgen voor het functioneren van een raad”, zegt ook hoogleraar Gerrit Voerman, directeur van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen. Bijvoorbeeld bij het vinden van meerderheden, wat moeilijker wordt. Maar ruzies en fusies schaden ook het imago van de gemeenteraad, vindt hij. Voerman zegt: „Het geeft geen florissant beeld als mensen van de ene naar de andere partij overstappen, alsof het een duiventil is.”
Al jaren gaan er stemmen op om afsplitsen in elk geval te bemoeilijken. In de Tweede Kamer krijgen afsplitsers bijvoorbeeld minder spreektijd en budget. Waling zegt: „Je kunt constateren dat het daar niet werkt. Afsplitsers als Van Haga en Omtzigt hebben minder spreektijd en budget dan Liane den Haan [die gekozen werd als 50Plusser en nu de fractie Den Haan is].” Bovendien zegt Waling, zijn er twee schuldigen. „Ook de partij waarvan is afgesplitst, zou op de blaren moeten zitten.” Dat gebeurt nu niet.
Alleen gaat een partij dan alles proberen om iemand binnenboord te houden, denkt hij. Waling signaleert echter dat „de frustratie over fractiediscipline niet veel minder is dan de frustratie over afsplitsingen”
Voerman zegt: „Politiek is de kunst van het haalbare. Je kunt twee kanten op redeneren: door een afsplitsing heeft een partij minder invloed en dat is een affront naar de kiezer. Maar ook: iemand houdt wegens een belofte zijn been stijf en doet waarvoor hij is gekozen.”