Een aantal jaren geleden sprak ik – vraag me niet waarom – voor een zaal over seks. Naast me op het podium zat Xaviera Hollander aka The Happy Hooker; de voormalige New Yorkse madam vertelde uitgebreid over hoe ze een keer spontaan een orgasme kreeg toen ze in een warenhuis op winkeldiefstal werd betrapt.
Ook interessant in het gezelschap was een boeddhistische filosoof. Wat seks betrof ging hij voor de zelfbeheersing, verkondigde hij met zachte stem, persoonlijk stond hij onthechting door onthouding voor. Alles om niet de slaaf van je driften te worden. Was dat een worsteling geweest, vroeg ik hem. Had hij moeten vechten tegen zijn aandrift om alles en iedereen te bespringen? Anders gezegd: had het boeddhisme hem gered van zijn geile zelf – of kostte zijn matiging hem geen moeite, was hij eigenlijk een geboren boeddhist, van nature een gematigd mens?
Dat laatste, antwoordde de boeddhist. Seks had hem nooit bovenmatig geïnteresseerd.
Ik had niks meer te vragen. Als zelfbeheersing geen moeite kost, als er geen innerlijke strijd geleverd wordt, als je niet geplaagd wordt door tergende ambivalenties, dan was zijn uiteindelijke rust en balans geen overwinning, maar gewoon gemeenzaamheid. Zo kon ik het ook.
Ik denk nog vaak aan de boeddhist – bijvoorbeeld wanneer ik de zoveelste tirade tegen het neoliberalisme lees, of de Twitterfilippica’s tegen Wopke en Sywert, tegen het gierende egoïsme en de zelfverrijking in onze samenleving, het ontspoorde marktdenken en schadelijk gedrag dat een betere wereld op afstand houdt. Die aanklachten zijn terecht en begrijpelijk, maar hebben ze enig effect, scheppen ze werkelijk een nieuw bewustzijn, moreel besef? In het zwart-witschema van de klinkklare moraal is geen plaats voor verleidingen of ambivalentie. Zuiverheid en gematigdheid zijn de norm, de natuurlijke staat van de mens. Fout gedrag is de afwijking, de afstotelijke aberratie. Het is alsof we allemaal gelijkmatige ‘boeddhisten’ zijn, jammer van die rotte appels.
De grootste critici van het neoliberalisme spreken er meestal over alsof er iets van bovenaf op ons is neergedaald, of dat we ermee zijn ingespoten als met een kwaadaardig gif, alsof we tegen onze wil aangestuurd worden door louter perverse prikkels. Het gelijkmatige mensbeeld gaat uit van goede bedoelingen, die gecorrumpeerd worden door een ‘systeem’.
Zelden of nooit wordt het neoliberalisme door zulke critici gezien als een verslaving; je weet dat het niet goed is voor de wereld en ook niet voor jezelf, maar kom er maar eens vanaf. Zelden of nooit gaat het om de verleidelijke kanten van het late kapitalisme, de zalige roes van het consumentisme, het verlangen naar luxe en grenzeloze uitspattingen, de opwinding van het exces, over de verslaving aan de verslaving – zowel boven als onderaan in de maatschappij. Zelden of nooit gaat het om de al te menselijke neiging tot onverschilligheid, wreedheid en egoïsme, de neiging om iemand waar je een teringhekel aan hebt genadeloos te grazen te nemen.
Nee, breek ‘het systeem’ af, ontgift de samenleving, en we vallen elkaar snikkend in de armen.
Innerlijke driften
Sigmund Freud, die inmiddels een voorzichtige comeback als cultuurfilosoof maakt, moest niets hebben van dat geloof in de goedaardige mens als slachtoffer van kwaadaardige ‘systemen’ van buitenaf. De kwaadaardige systemen kwamen volgens hem rechtstreeks voort uit onze innerlijke driften.
„De waarheid achter dit alles, die men liever verloochent”, schreef hij in Het onbehagen in de cultuur (1930; vertaling Gerda Mathot, Dick Bergsma en Henk Bouman) „is dat de mens geen zachtaardig wezen is dat liefde nodig heeft en zich hoogstens weet te verdedigen als het wordt aangevallen; in zijn driftleven is hij juist begiftigd met een enorme dosis agressie. Bijgevolg is zijn naaste voor hem niet alleen een potentiële helper en seksueel object, maar ook iemand die hem ertoe verleidt zijn agressie op hem uit te leven, zonder vergoeding te profiteren van zijn werkkracht, hem zonder zijn instemming seksueel te misbruiken, zich van zijn bezittingen meester te maken, hem te vernederen, pijn te doen, te martelen en te doden.’”
Welkom in onze wereld.
Met zo’n zwartgallig mensbeeld kun je verschillende kanten op. Je kunt het opvatten als een vorm van doemdenken. De mens is tot het slechte geneigd, iedere stap vooruit wordt gevolgd door twee stappen terug, dus laat verder maar. Of je kunt het bestrijden met een grote dosis optimisme, gestaafd door tal van statistieken waarin de mens zich van zijn beste kant laat zien. Het valt juist ontzettend mee met ons!
Maar je kunt het mensbeeld van Freud ook zien als een opdracht: juist je instinctieve afkeer van het beeld dat hij schetst – wie wil er zo monsterlijk zijn? – spoort je aan om niet toe te geven aan die ‘dosis agressie’ in je natuur, de neiging om te profiteren, anderen te vernederen en uit te buiten. Zijn wrange constateringen zijn juist géén excuus om bij de pakken neer te gaan zitten, maar een aansporing om er iets aan te doen – niet alleen bij de ander, maar ook bij jezelf.
Dat is de worsteling die ik miste bij de gelijkmatige boeddhist.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/10/data77066990-6edde1.jpg)
Pandora Papers
Ik miste hem – op een andere manier – ook bij demissionair minister van Financiën Wopke Hoekstra (CDA), afgelopen week, toen hij zich moest verdedigen omdat zijn naam voorkwam in de zogenaamde Pandora Papers, te midden van grootschalige belastingontduikers. Het koor van ontzetting na de onthulling door onderzoeksjournalisten werd al gauw overstemd door een tegenkoor, dat stelde dat het schandaal niet echt een schandaal was, Wopke was geen cynische durfkapitalist, hij had geen regels overtreden, de (geringe) winst naar een totaal niet controversieel goed doel overgemaakt, alles keurig vermeld en opgegeven toen hij minister werd. En laten we wel wezen, las ik, hij was heus niet de enige.
Dat lijkt mij het punt niet. Waar het bedenkelijk werd, is dat Hoekstra geen enkele verantwoordelijkheid voor zijn handelen nam. De voormalige consultant van McKinsey had geen idee gehad, verklaarde hij, dat zijn investering via een eilandroute werd belegd – en bovendien, gaf hij zelfvergoelijkend aan, werd er toentertijd in de samenleving heel anders over de moraal van dit soort praktijken gedacht.
Waarom, vroeg ik me af, het tweede argument inbrengen, als je eerst zegt dat je van niets wist? Het is ook aantoonbaar onzin, 2009 was een jaar na de bankencrisis. Wellicht was het in de kringen van Hoekstra geen issue, maar in de samenleving wel degelijk. Alles wijst erop dat de mores het wonnen van de moraal. Net als toen Hoekstra nog in 2015 op Guernsey liet beleggen voor zijn pensioen.
Zijn mede-investeerder Tom de Swaan, die door Hoekstra een half jaar na zijn aantreden als minister tot president-commissaris van staatsbank ABN Amro werd benoemd, merkte op dat de eilandroute „schuurt met de tijdgeest”. Pas na de ophef stootte De Swaan zijn aandeel in de investering af.
De tijdgeest werd stilletjes ontweken, totdat het niet langer kon.
Het nieuws van Hoekstra en de Pandora Papers veroorzaakte zoveel commotie, omdat juist aan deze voormalige consultant de verdenking kleeft dat hij een volbloed neoliberaal is die tegelijkertijd met opgeheven vinger de passie van nieuwe gemeenschapszin predikt. Zijn H.J. Schoo-lezing in 2019 stond vol aanmaningen aan Nederland, en vooral aan nieuwe Nederlanders, om aan de plicht jegens de gemeenschap te voldoen, het eigenbelang ondergeschikt te maken aan het gemeenschappelijk belang. Hoekstra riep op tot „het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid die voorbij het eigen wel en wee gaat. Verantwoordelijkheid voor het wij”.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data71927975-f72ac7.jpg)
Grenzeloos eigenbelang
Volgens de Britse historicus David Wootton is de nadruk op het grenzeloze eigenbelang niet domweg op ons neergedaald in neoliberale tijden, maar onderdeel van de erfenis van de Verlichting zelf. In een interview dat ik met hem had in NRC vatte hij het een paar jaar geleden krachtig samen: „Rond 1600 had je twee opvattingen over wat het goede leven was. Er was de christelijke traditie van vroomheid, die om deemoed, goedertierenheid en zelfverloochening vroeg, anders ging je niet naar de Hemel. En er was de traditie, naar Aristoteles, die vond dat deugd gelijk stond aan zelfbeheersing. De bescheiden mens vindt het geluk. Maar dat idee van zelfbeperking maakt gaandeweg plaats voor een idee van een menselijk streven zonder einde. […] De filosoof Hobbes ziet dat als de motor van de menselijke psyche. De mens jaagt in zijn ogen onophoudelijk macht, rijkdom en genot na. Denkers na hem, zoals John Locke, zetten daar stevige kanttekeningen bij, maar ze verwerpen dat mensbeeld niet, en werken het uit in theorieën over moraal, politiek en economie. [...] Het Verlichtingsdenken gaat ervan uit dat mensen van nature egocentrisch zijn, omdat ze naar genot en zelfvoldoening streven. Daaruit volgt dat mensen alleen in staat zouden zijn om goed te doen voor anderen, wanneer ze daar zelf ook baat bij hebben. [...] Iemand als Adam Smith dacht werkelijk dat God de mens en de maatschappij zo geschapen had dat we zonder dat we het zelf door hebben, goed zijn voor anderen.”
Dat mens- en wereldbeeld ligt nu aan alle kanten onder vuur. Overal, tot in de VVD aan toe, overheerst de gedachte dat het eigenbelang zich moet laten beperken door het algemeen belang. De politiek preekt over het neoliberalisme dat is ‘doorgeschoten’, geen bedrijf dat geen maatschappelijke betrokkenheid wil uitdragen. Ongelijkheid, klimaatcrisis, inclusiviteit – met alleen eigenbelang kom je er niet.
Dat heeft het afgelopen decennium behalve tot veel oprecht engagement ook tot een enorme hoeveelheid hypocrisie geleid, een breed uitgemeten faux-engagement voor de bühne, waarbij ceo’s zich als maatschappelijke weldoeners presenteerden en tegelijk de aandeelhouders tevreden stelden. Toen ik een paar jaar geleden beeldresearch deed voor een documentaireserie, stuitte ik op een verbazingwekkend hoeveelheid beeldmateriaal waarin awards aan de zangeres Shakira werden uitgereikt. Armoede, de wereldvrede, zwerfkinderen, er was zowat geen goede zaak waar Shakira zich niet voor had ingezet. Telkens werd dat gevierd met uitgebreide gala’s, waar leden van de global elite hun eigen betrokkenheid vierden door Shakira de hemel in te prijzen. Waarom verbaast het niet dat de zangeres ook prominent voorkomt in de Pandora Papers? In Spanje loopt een proces tegen haar wegens belastingontduiking, een slordige dertien miljoen.
Cynischer dan Trump
Onlangs berichtte The Guardian over de multinationals Disney en Apple, die samen met nog veel andere bedrijven de aanpak van de klimaatcrisis bovenaan hun bedrijfsdoelen hebben staan, en er opzichtig mee te koop lopen, maar onderhands Amerikaanse lobbygroepen steunen die het pakket maatregelen over de aanpak van de klimaatcrisis van president Biden van tafel willen hebben. Het is cynischer dan welke leugen van Donald Trump dan ook, maar allemaal in naam van een betere wereld.
In Nederland hebben we de affaire-Sywert. Dat geval is uitzonderlijk in zijn bizarre schaamteloosheid, maar symptomatisch in zijn gespletenheid.
Het is die cynisch gespleten moraal met haar lege gepreek, haar gespeelde betrokkenheid, die niet langer acceptabel wordt gevonden. Het gaat er niet om mensen die in het verleden zich met praktijken hebben ingelaten die nu schandalig worden gevonden op de brandstapel te gooien, uit naam van de morele zuiverheid. Er zijn maar weinig mensen die niet met de tijdgeest meebuigen, die niet aan verleidingen blootstaan die eerder het eigenbelang dienen dan het algemeen belang. David Wootton laat zien dat die aandrang diep in de moderniteit verankerd ligt. Het gaat erom die te erkennen, en er vervolgens iets aan te doen. Van publieke figuren als Hoekstra en De Swaan hoef ik geen excuses, ze hebben immers geen regels overtreden. Maar het zou mooi zijn als hun nieuwe moreel besef zou voortkomen uit een oprecht proces, een geloofwaardig voortschrijdend inzicht, en niet alleen uit lijfsbehoud.