Interview

Onderzoeker: ‘Een landschap zonder mensen zorgt soms juist voor achteruitgang van de biodiversiteit’

Bas Verschuuren | onderzoeker Hoe bescherm je de natuur op een steeds drukkere aarde? Dat kan door inheemse volkeren een grotere rol te geven. „We zíjn natuur.”

In 2030 moet 30 procent van de natuur op land en in zee beschermd zijn. Dat is één van de nieuwe doelen van het internationale biodiversiteitsverdrag, dat deze week wordt besproken tijdens de digitale editie van de VN-top in het Chinese Kunming. Een duidelijk streven, maar het roept wel vragen op over de aard van natuurbescherming in een wereld boordevol mensen.

Toen de Amerikaanse overheid in 1872 Yellowstone National Park stichtte, werd het leger ingezet om de inheemsen te verjagen die daar al duizenden jaren woonden en jaagden. In de 21ste eeuw zijn sommige Afrikaanse natuurreservaten vergaand gemilitariseerd; het jagen door de oorspronkelijke bevolking geldt als stropen en wordt door parkwachten met geweld bestreden. De enig toegestane menselijke activiteit is toerisme.

Maar op de houdbaarheid van dergelijk beleid is sinds een decennium of twee steeds meer kritiek. Na natuurbehoud met respect voor de rechten van mensen die er wonen, pleiten wetenschappers nu steeds vaker voor ‘biodiversiteitspluralisme’. Daarin staan de wereldbeelden, kennis en waarden van verschillende culturen en groepen mensen centraal.

Een van hen is Bas Verschuuren, die aan de Wageningen Universiteit de relatie tussen inheemse volkeren en natuur onderzoekt. „Bij natuur denken we vaak aan grote, schijnbaar wilde gebieden”, zegt hij in een videobelgesprek. „Maar dan gaan we voorbij aan het feit dat zogeheten wildernis soms al duizenden jaren door mensen wordt gecultiveerd.”

Verschuuren promoveerde in de groep van Bram Büscher, die het concept ‘convivial conservation’ ontwikkelde. Kort gezegd: in plaats van mens en natuurgebied hermetisch te scheiden, moet gestreefd worden naar een pragmatischer model, waarbij mens en natuur in harmonie kunnen bestaan. „Dat wij over natuur kunnen nadenken, gaat voorbij aan onze relatie ermee”, zegt Verschuuren. „We zíjn natuur.”

Inheemse mensen beschermen volgens VN-rapporten zo’n 80 procent van de biodiversiteit, op nog geen 30 procent van het mondiale landoppervlak. „Inheemse volkeren hebben vaak van jongs af aan al een heel intieme band met de natuur”, zegt Verschuuren. „En de natuur gedijt daarbij. Respect voor de kennis en het wereldbeeld van inheemsen kan bijdragen aan succesvol natuurbeheer.”

Verwijderen van mensen zorgt soms juist voor achteruitgang van de biodiversiteit

Lees ook dit interview met Bram Büscher

Heeft u een voorbeeld?

„In Noord-Australië worden mensen geboren met een spirit – een persoonlijk totemdier. Als kind zijn ze bezig met het nauwgezet observeren van zo’n dier, en van de omgeving waarin het leeft. Ook zijn er de vele verhalen over de voorouderlijke dieren die de aarde schiepen. Die verhalen worden verteld, gezongen, gedanst. Daardoor is er grotere betrokkenheid bij de natuur.

„Australië geeft nu niet alleen gebieden terug aan inheemse mensen, maar betaalt ze ook voor natuurbeheer op hun eigen land. In plaats van naar rewilding, het terugbrengen van wildernis door de mens te verwijderen, kunnen we dus ook streven naar reculturing; inheemsen de rol geven die ze toekomt bij natuurbehoud.”

Natuur zonder mensen is dus niet per definitie beter dan mét mensen?

„Sterker: het verwijderen van mensen zorgt soms juist voor achteruitgang van de biodiversiteit. In Griekenland en Italië zie je dat bijvoorbeeld, bij de leegloop van bergdorpen. Als de boeren niet meer met hun vee de heuvels intrekken, dan begint het landschap te verruigen. Bepaalde planten en dieren krijgen de overhand, ten koste van andere. In deze landschappen kom je vaak heilige plaatsen tegen, zoals een rotskapel of een heilig stuk bos. Wat blijkt? Bij die plaatsen is de biodiversiteit vaak hoger dan in naburige natuurgebieden, omdat er met meer respect voor gezorgd wordt.”

Opmerkelijk dat u veeteelt noemt. Dat geldt doorgaans toch juist als schadelijk voor natuur?

„Dat is een kwestie van balans. Veel schade komt voort uit de druk van het economische systeem. Kapitalisme vraagt altijd om méér en méér. In Kenia lopen traditionele herders van de Masai steeds vaker rond met de kuddes van rijke families uit de stad. Koeien zijn een financiële investering, maar zorgen in grote aantallen voor overbegrazing. In Europa zijn door de schaalvergroting na de Tweede Wereldoorlog boerenbedrijven veranderd in bv’s. Vroeger zorgde kleinschalige landbouw juist voor een biodivers platteland.”

De Braziliaanse Amazoneregio nabij Venezuela.

Foto Getty Images

Hebben inheemse volkeren genoeg stem op de conferentie in Kunming?

„Toen voor het eerst mondiale natuurdoelen werden vastgesteld, in 1992, speelden inheemse volkeren een nadrukkelijke rol. Verenigd in de Indigenous caucus proberen ze sindsdien druk uit te oefenen. Maar de mondiale overlegstructuur is per definitie een instrument voor nationale overheden, die lang niet altijd oog hebben voor de belangen van inheemsen. Hun slagkracht blijft dus matig.”

Welke landen liggen het meeste dwars?

„Momenteel mag je Brazilië dan wel noemen. Sinds Jaïr Bolsonaro daar aan de macht is, gaat de ontbossing van de Amazone hard. Er zijn reservaten, maar daar liggen gas- en mijnbouwconcessies overheen. Juist waar die overlap is, zou je inheemse mensen moeten laten bepalen wat er moet gebeuren.”

Lees ook deze reportage van correspondent Nina Jurna over de Amazone

Dat is niet zonder gevaar. Elk jaar worden meer natuurbeschermers gedood, vaak van inheemse afkomst.

„Dat klopt. Ook daarom is het beter bij natuurbeheer en behoud uit te gaan van de kennis en de wereldbeelden van inheemse volkeren. Grote natuurbeschermingsorganisaties komen van buiten naar binnen, knopen banden aan met de regering en soms met bedrijven. Bedrijven zijn uit op grondstoffen en hout. Inheemsen delven dan snel het onderspit.”

China is een van de weinige landen waar meer bos bijkomt dan dat er gekapt wordt

Lees ook dit interview met Stuart Pimm Hoe is de relatie tussen mens en biodiversiteit in gastland China?

„China is een van de weinige landen waar meer bos bijkomt dan dat er gekapt wordt. Ze hebben best vooruitstrevende ideeën over ecologische modernisering.

„Maar als het gaat over erkennen van culturen, heeft China een minder goede staat van dienst. Kunming ligt in een van de meest etnisch diverse provincies, Yunnan. Daar waren vroeger koninkrijken met eigen talen, maar die zijn onder Mao weggevaagd. Dat heeft ook invloed gehad op de omgang met de natuur. Hele landschappen zijn omgevormd tot eenvormige rubberplantages.”

Hoe ziet u de toekomst?

„Ik denk dat we als mensen in staat zijn om het economische systeem om te buigen naar samenleven met de natuur. Inheemse volkeren zijn daarbij belangrijk; de natuur is hun thuis. Als we de diversiteit in wereldbeelden omarmen, zal dat de natuurlijke diversiteit versterken. Ik hoop alleen wel dat we dat bijtijds doen.”