En opnieuw maakt De Ateliers zijn naam waar. Leg dus de toeters en bellen weg. Vergeet dat er zoiets bestaat als een toespraakje van de directeur, een extra feestelijk tintje omdat de deuren van de kunstenaarsateliers na anderhalf jaar corona-sluiting weer open kunnen. Concentreer je op kunst alleen. Dat is wat De Ateliers (opgericht in 1963 als Stichting Academie ‘63) doet: tien jonge kunstenaars twee jaar lang in een bijna kloosterachtige context begeleiden voor een toekomst die misschien wel glorieus zal zijn.
De Togolese Kokou Ferdinand Makouvia presenteert in zijn atelier een indrukwekkend visueel gedicht over worteling en ontworteling, en de rol van verbeelding daarbij. Fefe Kple Dzo (Playing with Fire) is een soort balanceer-act in drie dimensies, waar reusachtige, ragfijne tekeningen als contragewicht een baksteen krijgen, en grote sculpturen van klei en rubber in evenwicht lijken te blijven door touw en hout. In een steeg achter De Ateliers heeft Makouvia een rode loper uitgelegd naar een nest van keramieken eieren. The Root, zoals het werk heet, is bedoeld om mee te nemen. Een ei aan een ijzeren draad voor iedere bezoeker. Koester dit stenen ei, heb geduld, zegt Makouvia, want ook een steen kan ontspruiten.
De gang
De tentoonstelling in De Ateliers is begeleid door curator Fadwa Naamna, die het thema Always Hallways metaforisch duidt. Bij hallway (gang) moeten we denken aan ‘de domeinen van het between en betwixt’, aldus Naamna. Het is de plek waar alle categorieën op de schop gaan en elke hiërarchie ontbreekt.
Dat leidt tot soms geslaagde presentaties, zoals die van het uit zes ‘entiteiten’ bestaande collectief Philth Haus: dompel je als bezoeker onder in deze mengeling van toekomstvisioenen en nietsontziend individualisme. Soms is er ook activisme dat vrij plat wordt verbeeld. De Indiase Sarah Naqvi ontkomt er niet helemaal aan. Haar grootste werk, Rite of Passage (2021), is een weinig tot de verbeelding sprekend werk van textiel waarop ze de mechanismen van white privilege in modellen en analyses beschrijft.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77301744-c05ed8.jpg|https://images.nrc.nl/Jvb29ZAcFcDoEmx7HG2pLRHixqM=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77301744-c05ed8.jpg|https://images.nrc.nl/qhhpfCpBX4947SGMrVhCqB-tKZI=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data77301744-c05ed8.jpg)
De twee meest indrukwekkende werken in De Ateliers zijn de films van de Nederlandse Vita Soul Wilmering. De langste, Spiegl, duurt 55 minuten, maar is die volle tijd in een van de opgestelde bankstellen meer dan waard. En vergeet ook de korte film niet, de fictieve documentaire The Failed Holiday draait vlak naast de ingang van het gebouw.
In Spiegl toont Wilmering zich een acrobaat die laveert tussen documentaire en fictie, tussen opera en performance. Samen met haar hoofdrolspeler Yitschak Spiegl gaat ze op reis naar het verleden. Spiegl was een weesdochter bij een Tsjechoslowaakse pleegmoeder. Hij vluchtte in 1988 uit communistisch Tsjechoslowakije en kwam in Oostenrijk in een vluchtelingenkamp terecht. Hij transformeerde tot man. Hij trok verder naar Nederland. Er komen ervaringen voorbij van angst, eenzaamheid, afwijzing en groot geluk: de eerste verliefdheid en hoe streel je eigenlijk een vrouw in bad?
De herinneringen worden ingebed in scènes die verteld worden, maar ook nagespeeld, waarbij regisseur en protagonist soms onmerkbaar van plaats wisselen. Samen gaan ze naar Oostenrijk op zoek naar vroeger. Tussendoor is er opera. Het libretto bestaat uit Spiegls woorden, uitgevoerd door musici en een topzangeres. Het bijzondere van Wilmerings films is dat ze door haar grensoverschrijdende aanpak juist de feilbaarheid van het geheugen zichtbaar weet te maken, en dat zonder verlies van empathie voor de hoofdpersoon van haar films. Wilmering is alweer bezig met een nieuwe film. De toekomst lonkt.