Plotseling verdween de ontspanning van het gezicht van Louis van Gaal. De persconferentie voorafgaand aan het WK-kwalificatieduel met Letland afgelopen vrijdag was al even bezig toen een camerajournalist de bondscoach vroeg naar zijn gedachten over verdediger Matthijs de Ligt, reserve onder Van Gaal. De 70-jarige trainer begon nog rustig aan zijn antwoord – De Ligt was volgens hem na een mindere periode bij zijn club Juventus „uit de duisternis herrezen” – maar eindigde zijn verhaal flink geïrriteerd. Informeren naar spelers was „impertinent” vond Van Gaal. „Ik ga toch ook niet over jouw kwaliteiten als cameraman praten”, beet hij de journalist toe.
Het is typisch Van Gaal, zou je kunnen zeggen. Hoe vaak ruziede hij in zijn ruim dertigjarige trainersloopbaan al niet met de pers omdat vragen, opmerkingen of artikelen hem niet bevielen? Toch vormde zijn vinnige reactie óók een contrast met de ontspannen, soms zelfs jolige versie van zichzelf die Van Gaal was sinds hij eind augustus zijn pensioen onderbrak om het Nederlands elftal naar het WK in Qatar te leiden. Alsof de ontspanning, opgebouwd in vijf voetballoze jaren, langzaam maar zeker minder vanzelfsprekend wordt.
Het past bij een trainer die steeds nadrukkelijker zijn stempel drukt op Oranje. De eerste drie kwalificatieduels onder Van Gaal, begin september tegen Noorwegen (1-1), Montenegro (4-0) en Turkije (6-1), maakte hij de opstelling. Veel verder ging zijn verantwoordelijkheid niet, benadrukte Van Gaal destijds. Hij erfde een selectie van zijn voorganger, Frank de Boer, en had maar anderhalve dag gehad om ze voor te bereiden op de eerste wedstrijd. Een cruciaal duel nota bene, uit tegen Noorwegen, dat in punten gelijkstond met Nederland.
Zijn aanstelling was om die reden zelfs een „grote gok”, zei Van Gaal bij zijn presentatie, want hij was een „procestrainer” die nu eenmaal tijd nodig had om een team te kneden. Kortom, kritiek op het Nederlands elftal raakte hem toen nog niet direct. Was het misgegaan, dan kon Van Gaal daar niet zo gek veel aan doen.
Die vrijblijvendheid is eraf. Het Nederlands elftal wordt steeds meer het Oranje van Louis van Gaal. Met vier gespeelde wedstrijden heeft hij de spelers inmiddels uitgebreid gesproken en hebben ze kunnen wennen aan zijn veeleisende manier van werken. Van Gaal vindt Oranje een fantastische groep, benadrukt hij keer op keer, zowel kwalitatief als qua werklust en onderlinge verhoudingen. Klinkt er kritiek op een van zijn spelers, dan neemt de bondscoach hem nadrukkelijk in bescherming.
Hiërarchie opengebroken
Niettemin heeft Van Gaal de hiërarchie in de selectie opengebroken. Ajax-middenvelder Davy Klaassen is gepromoveerd tot basisspeler, net als PSV-aanvaller Cody Gakpo, die op het EK afgelopen zomer niet verder kwam dan één korte invalbeurt tegen Noord-Macedonië. Ook gunde Van Gaal Guus Til (Feyenoord) na drie jaar afwezigheid een rentree en nam hij buitenspeler Noa Lang (Club Brugge) en de onbekende keeper Mark Flekken (Freiburg) voor het eerst op in de selectie. „Een echte van Gaal-keeper”, zei de bondscoach over Flekken, die blijkbaar goed is met de bal aan de voet.
Daar staat tegenover dat middenvelder Marten de Roon en Matthijs de Ligt, vaste basisspelers onder De Boer, nu genoegen moeten nemen met een plek op de bank. Zelfs reserve-aanvoerder Georginio Wijnaldum kan niet helemaal gerust zijn. Hij heeft veel krediet bij Van Gaal, die hem tijdens zijn vorige periode als bondscoach meenam naar het WK in Brazilië (2014), ondanks een blessure. Daar presteerde de middenvelder uitstekend. Maar Wijnaldum is bij zijn nieuwe club Paris Saint-Germain op de bank beland en daar maakt Van Gaal zich „zorgen” om, zei hij vorige week.
De spelers weten: niemand is bij voorbaat zeker van zijn plek. Door de grootte van de selectie belanden sommige spelers zelfs op de tribune. Dat betekent echter niet dat ze aan het zicht van de bondscoach ontsnappen. Integendeel. Van Gaal houdt nauwgezet in de gaten hoe zijn spelers met teleurstellingen omgaan. Hij wil zeker weten dat eigenbelang het teamgevoel niet in de weg zal staan op het WK in Qatar.
Zover is het nog niet. In en tegen Letland vrijdag, waar de geschorste Wijnaldum naast verdediger Nathan Aké en doelman Joël Drommel op de tribune zat, zag Van Gaal de wedstrijd die hij had voorspeld.
Gibraltar geen probleem
De Letten verdedigden gedisciplineerd. Nederland kwam er ondanks „totale pressing” maar moeizaam doorheen en gaf door slordigheden van onder anderen Frenkie de Jong en Virgil van Dijk zelfs een paar kansen weg, de grootste in de laatste minuut. Dankzij een knappe redding van keeper Justin Bijlow en een doelpunt van Klaassen bleef het 0-1. Daardoor liep Nederland twee punten uit op nummer twee in de groep Noorwegen, dat gelijk speelde tegen Turkije (1-1). Dus was Van Gaal tevreden, zei hij na afloop.
Dat was te merken zondag, tijdens de persconferentie voorafgaand aan de wedstrijd tegen Gibraltar die maandagavond wordt gespeeld in Rotterdam. Anders dan Letland zal Gibraltar het Nederlands elftal geen problemen geven, weet Van Gaal, die de media ontspannen te woord stond.
Spannend wordt het pas weer in november, als Oranje de kwalificatiereeks afsluit met wedstrijden tegen Montenegro (uit) en concurrent Noorwegen (thuis). Bij goede resultaten kwalificeert Nederland zich volgende maand voor het WK in Qatar. Dan heeft Louis van Gaal, die wil experimenteren met andere systemen (5-3-2 in plaats van 4-3-3 bijvoorbeeld) nog een klein jaar de tijd om Oranje definitief naar zijn hand te zetten.