Sophie van Gool: „Ik heb willen laten zien dat dit een wereld voor mannen is, gebouwd door mannen.”

Foto Lars van den Brink

Interview

Sophie van Gool: ‘Om meer salaris vragen ís geen zeuren’

Loonkloof Sophie van Gool schreef een boek over de economische ongelijkheid tussen mannen en vrouwen.

Zullen we met de ongemakkelijkste vraag beginnen? Wat verdien je zelf?

„O jee. Komt dat in de krant? Ehm, even denken. Ik heb nu mijn eigen bedrijf, dus ik heb natuurlijk geen salaris. Maar ik keer mezelf ongeveer 3.000 euro per maand uit.”

Is dat meer of minder dan in je vorige baan?

„Een stuk minder.”

Sophie van Gool (29) werkte tot twee jaar terug bij een groot consultancykantoor op de Zuidas. Het is een bedrijf zoals het Zuidascliché wil: hard werken, veel op reis, grote carrières. Het was óók een bedrijf waar (alledaags) seksisme alom aanwezig is, ontdekte Van Gool al snel.

Op weg naar een bedrijfsuitje, in het vliegtuig, vraagt één van de mannelijke partners van het bedrijf hardop aan zijn collega’s: „En, waren er nog lekkere wijven bij? Viel er nog wat te neuken?” Van Gool en een andere vrouwelijke collega zijn geschokt, maar durven er op dat moment niks van te zeggen.

Het is een keerpunt, beschrijft Van Gool in haar pas verschenen boek Waarom vrouwen minder verdienen – en wat we eraan kunnen doen. Ze begint allerlei ongelijkheden tussen vrouwen en mannen op haar kantoor te bestuderen, zoals het feit dat er in de vijfentwintigkoppige directie maar één vrouw zit. Uiteindelijk zegt ze haar baan op om haar eigen bedrijf te beginnen, gedreven door ondernemingszin en frustratie over het uitblijven van verandering. Vanuit dat bedrijf adviseert ze tegenwoordig werknemers en werkgevers over het aanpakken van ongelijkheid.

Lees ook: De NRC-recensie van Waarom vrouwen minder verdienen (●●●●●)

En nu is er dus het boek, dat in deze krant onlangs vijf ballen kreeg. Van Gool zoomt daarin in op de economische ongelijkheid tussen man en vrouw – van loonkloof tot deeltijdwerk en financiële afhankelijkheid. Een bijzonder actueel thema: alleen al vorige maand bleek uit nieuwe onderzoeken dat vrouwen gemiddeld 40 procent minder pensioen opbouwen dan mannen en dat vrouwen financieel een stuk bekaaider uit een scheiding komen dan mannen.

Haar achtergrond als econoom is onmiskenbaar: het boek staat vol cijfers die de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen aantonen.

In het boek geeft Van Gool ook praktische tips, aan werknemers én werkgevers. Die eerste groep vertelt ze bijvoorbeeld hoe ze meer loon kunnen opeisen. De laatste adviseert ze dan weer hoe ze de loonkloof kunnen aanpakken.

Eén advies: laten we in hemelsnaam toch gewoon eens over ons salaris praten. Want wie weet wat collega’s verdienen, man én vrouw, weet ook of zij (of hij) zelf onderbetaald wordt.

En dan?

„Dan moet je gaan onderhandelen. Je werkgever gaat vast met tegenargumenten komen. ‘Het is ingewikkeld’, ‘economisch lastige tijden’. Dan kun je gewoon een beetje hummen, ja-knikken, en terug naar je eigen punt. Blijf als een soort Rutte gewoon je eigen verhaal vertellen. Wijs op je verantwoordelijkheden, spreek uit wat je wilt verdienen.”

Dus je moet blijven zeuren?

„Het ís geen zeuren. Je komt op voor je rechten, en je werkgever doet hetzelfde.”

Kun je je niet beter op systeemverandering richten dan op individuele oplossingen voor de loonkloof?

„Zeespiegelstijging ga je inderdaad ook niet tegen door plastic tasjes te rapen. Dan moet je je richten op grote vervuilers zoals Shell. Maar wat mij betreft is het én-én. Dit is nu eenmaal de realiteit waarbinnen vrouwen en mannen werken, en ik help ze graag aan een eerlijker salaris.”

Hoe ziet de loonkloof er in Nederland uit?

„Die bestaat op drie niveaus. Vrouwen verdienen op jaarbasis gemiddeld 38 procent minder dan mannen. Dat komt deels omdat vrouwen vaker in deeltijd werken. Omgerekend naar uurloon kom je daarom op een gemiddeld verschil van 14 procent. En dan heb je wat het gecorrigeerde en ‘onverklaarbare’ verschil wordt genoemd, van gemiddeld 6 procent.”

Critici zeggen: alleen het gecorrigeerde cijfer toont een loonkloof.

„Je kunt het niet los van elkaar zien. Alle drie de getallen laten zien dat vrouwen minder verdienen. Je kunt wel alleen het gecorrigeerde verschil gaan aanpakken, maar dan bestaat de overige ongelijkheid ook nog steeds. Het verschil van 38 procent op jaarbasis ontstaat inderdaad doordat veel vrouwen veel vaker in deeltijd werken dan mannen. Maar zij doen dan ook veel meer van het onbetaalde werk: het huishouden, zorg voor kinderen, mantelzorg.

„Die 14 procent laat zien dat er veel minder vrouwen met topsalarissen zijn, dat vrouwen nauwelijks doorstromen naar topfuncties. Tegelijk legt het bloot dat vrouwen overwegend werken in beroepen die we minder waarderen dan mannenberoepen. Dat is ook een probleem.

„De kloof heeft hoe dan ook financiële consequenties voor vrouwen: voor het kunnen kopen van een huis, voor het opbouwen van pensioen.”

Prima als je wilt dat vrouwen meer gaan werken, maar wie gaat dan het onbetaalde werk doen dat zij doen?

Bovendien, vertelt Van Gool, is er ook nog wel wat op het ‘gecorrigeerde verschil’ af te dingen. „Je kunt net zo lang corrigeren tot er helemaal geen verschil meer overblijft. Torture the data, heet dat. Er worden voor de berekening van de gecorrigeerde loonkloof iets van twintig variabelen meegenomen, waaronder het percentage vrouwen in het bedrijf en migratie-achtergrond. Alsof dat rechtvaardigt dat iemand minder salaris krijgt.”

Om de loonkloof te dichten moeten vrouwen gewoon meer gaan werken, wordt vaak gezegd.

„Ja, dat gaat uit van het cliché dat vrouwen drie dagen werken en dan vier dagen aan de rand van het zwembad zitten met een cocktail, of op de yogamat. Misschien bestaan die vrouwen wel, maar een merendeel van de deeltijdwerkende vrouwen werkt in laagbetaalde banen in bijvoorbeeld de zorg. Zij willen soms best meer uren werken. Het lukt ze alleen niet door versnipperde roosters, waardoor het moeilijk met andere verantwoordelijkheden te combineren is. Prima als je wilt dat vrouwen meer gaan werken, maar dan moet je wel het hele pakket meenemen. Wie gaat dan het onbetaalde werk doen dat zij doen? Dan moeten mannen minder gaan werken.”

Je behandelt in je boek ook andere, niet-economische, ongelijkheden.

„Ik heb willen laten zien dat dit een wereld voor mannen is, gebouwd door mannen. In elk land hebben ze er een andere verklaring voor. Hier in Nederland gaat het over de deeltijdcultuur, in Spanje noemen ze het de machocultuur. Overal komt het uiteindelijk op hetzelfde neer: vrouwen verdienen minder en hebben minder macht dan mannen.”