De wolf is écht terug in Nederland, ‘risico voor mensen is verwaarloosbaar klein’

Biologie In Nederland passen misschien wel tachtig roedels. Maar is daarvoor „maatschappelijk draagvlak”?

Schaapherder Anita Wichers plaatst op de Lemelerberg in Overijssel een afrastering die wolven moet tegenhouden.
Schaapherder Anita Wichers plaatst op de Lemelerberg in Overijssel een afrastering die wolven moet tegenhouden. Foto Sake Elzinga

De wolf is definitief terug in Nederland. Met drie gevestigde individuen en een roedel, die al drie keer jongen voortbracht, is de soort hier niet langer een incidentele bezoeker maar weer thuis als inheemse diersoort. De kans is groot dat er komend jaar drie roedels met jongen zijn.

In totaal passen er mogelijk achttien, maar misschien zelfs ruim tachtig roedels in Nederland. En de recente influx komt niet alleen uit Duitsland, maar ook uit de Alpen. Daarmee maakt het land weer deel uit van een aaneengesloten Europees leefgebied.

Dat zijn een paar van de conclusies van het rapport De wolf terug in Nederland, dat deze week verschijnt. Wageningen Environmental Research schreef het in opdracht van het ministerie van LNV, het Interprovinciaal Overleg en BIJ12, de uitvoeringsinstantie van de twaalf provincies.

Late Middeleeuwen

Het rapport is een verzameling van alle beschikbare kennis over de wolven in Nederland. Het is een update van een vergelijkbaar rapport uit 2012, dat de basis vormde van het Wolvenplan dat de provincies samen maakten. Dat plan werd in 2019 van kracht en beschrijft hoe mens en wolf in het drukke Nederland zo goed mogelijk kunnen samenleven. „Het eerste rapport ging nog uit van wolven als passanten”, vertelt Hugh Jansman, hoofdauteur van het rapport. „Inmiddels kun je echt spreken van een gevestigde populatie.”

Tot in de late Middeleeuwen was de wolf wijdverspreid in Europa. Maar door jacht verdween de soort bijna helemaal van het toneel. In de vorige eeuw resteerden alleen een paar geïsoleerde populaties in Oost-Europa, Scandinavië en Italië. Na een dieptepunt rond 1960 volgde bescherming in heel Europa. De soort kon zich weer uitbreiden, aanvankelijk vooral in Duitsland. In 2015 stak de eerste wolf de Nederlandse grens over. Er volgden er meer, vooral jonge zwervers. Maar al snel vestigde zich een paartje op de Veluwe. In 2019 werden daar de eerste jongen geboren.

„Er zijn nog veel meer gebieden waar prima roedels zouden kunnen leven”, vertelt Jansman. „Bijvoorbeeld in Brabant, Limburg en Drenthe. Maar er is een groot verschil tussen ecologische draagkracht en maatschappelijk draagvlak.” Met andere woorden, niet iedereen is blij met de komst van de wolf. Boeren maken zich zorgen om hun schapen, ouders om hun kinderen.

Lees ook: Zo moet je omgaan met wolven in Nederland

Over dat laatste punt kan Jansman heel simpel zijn: „Het risico voor mensen is verwaarloosbaar klein.” Wolven zijn extreem schuw, zo verklaart hij. Er zijn in de recente geschiedenis wereldwijd nauwelijks aanvallen van wolven op mensen geweest, en al helemaal niet in drukbevolkt gebied. „Honden zijn wat dat betreft veel gevaarlijker.”

Elektrische afrastering

Dat geldt ook als het om schapen gaat. Honden doden in Nederland jaarlijks tussen de 5.000 en 12.000 schapen; wolven enkele honderden. Toch is de weerstand van schapenboeren reëel, aldus het rapport. „Gelukkig bestaan er goede beschermingsmaatregelen”, zegt Jansman. „De belangrijkste is elektrische afrastering. Op plekken waar dat niet kan, bijvoorbeeld in natuurgebieden, kun je kuddewaakhonden inzetten.” Die maatregelen zijn effectief, maar wel kostbaar, weet de bioloog. „Maar er zijn subsidies beschikbaar, en schaderegelingen voor als het toch misgaat.”

Het nieuwe rapport kan helpen die regelingen te verbeteren. „Het is goed als die ruimhartig zijn”, zegt Jansman. „Juist omdat het zo’n gevoelig onderwerp is.”

Voorlichting en ondersteuning kunnen helpen het draagvlak te vergroten en te voorkomen dat mensen het recht in eigen hand nemen, besluit Jansman. „De wolf is definitief terug, en daar moeten we mee leren omgaan. Ze doden of verplaatsen mag niet, volgens de Europese natuurwetgeving. Maar dat moeten we ook niet willen. Wolven horen bij onze natuur en hebben daarop een positieve invloed.”