Reportage

Nu gooien niet de Palestijnen maar de Joodse kolonisten met stenen

Westelijke Jordaanoever Israëlische kolonisten vielen onlangs met veel geweld een Palestijns dorp binnen. Dergelijk geweld neemt de laatste tijd toe en meestal komen de daders er zonder straf mee weg.

De schade aan huizen, auto’s en andere Palestijnse bezittingen in Mufaqara is na de onlusten goed zichtbaar.
De schade aan huizen, auto’s en andere Palestijnse bezittingen in Mufaqara is na de onlusten goed zichtbaar. Foto Kobi Wolf

De schokkerige videobeelden uit het Palestijnse dorp zijn vertrouwd: kijk, daar staan de stenengooiers, en daar de Israëlische soldaten. Soortgelijke filmpjes zijn vaker voorbijgekomen. Maar wacht even – dit zijn geen Palestijnen die stenen gooien, het zijn Israëliërs. En de soldaten staan in dit filmpje niet tegenóver, maar tússen de stenengooiers.

Op dinsdag 28 september vielen tientallen Joodse jongeren het Palestijnse dorpje Mufaqara binnen. Een pogrom, noemden activisten en media het. Banden van auto’s en tractors werden lekgeprikt, stenen door ruiten van woonhuizen en de moskee gegooid, watertanks en zonnepanelen vernield. Moeders en kinderen zaten sidderend van angst binnen of vluchtten de vallei in, terwijl mannen en jongens buiten tevergeefs probeerden hun dorp te verdedigen. Zes Palestijnen raakten gewond, waaronder een jongetje van drie dat een steen tegen zijn hoofd kreeg terwijl hij met andere kinderen in een kamer schuilde. De bloedspatten zitten nog op de vloer. Ook drie Israëlische burgers en een soldaat raakten licht gewond.

Na afloop sprak iedereen zijn afschuw uit. „Het doet ons allemaal pijn wat er is gebeurd”, zei Sarah Hager, bewoonster van de nabijgelegen Israëlische nederzetting Avigail. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken noemde het incident „terreur” en kondigde aan deze „randgroeperingen” voor het gerecht te zullen brengen. Ook internationaal werd het geweld veroordeeld.

Israëlische mensenrechtenorganisaties betwisten echter dat wat vorige week gebeurde een uitzonderingsgeval is. Weliswaar was dit incident extreem, maar geweld van Joodse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever tegenover Palestijnen en hun bezittingen is aan de orde van de dag. Er worden olijfbomen uitgetrokken, auto’s vernield en ramen ingegooid, mensen in elkaar geslagen. De tactiek van het stenen gooien is niet voorbehouden aan Palestijnen. In 2018 kwam een Palestijnse om het leven toen Israëlische tieners rotsblokken naar Palestijnse auto’s gooiden.

Mahmoud Hussein Hamamdeh, de grootvader van een Palestijns kind dat bij het geweld in Mufaqara werd verwond.
Foto Kobi Wolf
Baqr Mahmoud Hamamdeh is de vader van het kind dat gewond raakte toen het een steen tegen zijn hoofd aan kreeg.
Foto Kobi Wolf
Herder Na’aman Hamamdeh zegt dat Joodse kolonisten hem en zijn schapen aanvielen met stenen en messen.
Foto Kobi Wolf
Foto’s Kobi Wolf

Een feestje

Het begon deze keer met een feestje. Uit videomateriaal en gesprekken met Israëlische en Palestijnse getuigen valt op te maken dat rond half twaalf ’s ochtends een groepje Joodse jongeren vanuit de Israëlische nederzetting Havat Maon te voet naar Avigail ging om de joodse feestdag Simchat Torah te vieren.

Terwijl ze langs een Palestijns dorpje liepen, zongen ze nationalistische en religieuze liederen. Op de terugweg kwamen ze een Palestijnse herder tegen. Volgens die herder, Na’aman Hamamdeh, vielen de Joodse kolonisten hem en zijn schapen aan met stenen en messen. Hamamdeh rende terug naar Mufaqara om de hulp in te roepen van andere dorpsbewoners. Terwijl jongeren over en weer stenen gooiden, trok een ander groepje Israëlische kolonisten het dorp in en liet een spoor van vernieling achter. Vanaf Havat Maon reden voertuigen af en aan met nieuwe herrieschoppers.

Volgens Sarah Hager uit Avigail waren de Palestijnen de eersten die aanvielen. Een Israëlische militair die bij de gebeurtenissen was, is echter duidelijk over wie er begon. „De provocatie kwam niet van hén” – knikt naar het Palestijnse dorpje – „maar van de kolonisten.” Hij wil anoniem blijven omdat hij geen toestemming heeft om met de pers te praten. Een woordvoerder van het leger reageerde niet tijdig op vragen van NRC.

Lees ook: Steeds openlijker claimt Israël nu ook Zone C

In dit gebied zijn regelmatig incidenten. Het Palestijnse dorpje Mufaqara ligt precies tussen Havat Maon en Avigail in, beide Israëlische nederzettingen die niet alleen volgens internationaal recht, maar ook volgens de Israëlische wet illegaal zijn. VN-organisatie OCHA noemt Havat Maon een ‘hotspot’ van kolonistengeweld. In 2020 noteerde OCHA zes geweldsincidenten vanuit de illegale Israëlische nederzetting.

De bewoners van Havat Maon weigeren met journalisten te praten. Bewoners van Avigail willen naar eigen zeggen geen problemen met hun Palestijnse buren. Inwoners van Mufaqara beamen dat de relaties met de bewoners van Avigail goed zijn, in tegenstelling tot met die van Havat Maon.

In Mufaqara liggen her en der nog traangaspatronen, kogelhulzen en stungranaten. Volgens bewoners richtten de militairen hun wapens alleen op Palestijnen, volgens de soldaten op beide groepen. „We probeerden de twee partijen te scheiden, wat hadden we anders moeten doen?”

Israël riep het gebied rond de stad Yatta, waarin naast Mufaqara nog elf andere Palestijnse dorpjes liggen, begin jaren tachtig uit tot militair oefenterrein

Tijdens demonstraties van Palestijnen en linkse activisten houden politie en leger altijd de wacht bij de ingangen van de twee Israëlische nederzettingen. Nu waren ze echter niet voorbereid op een escalatie. Volgens getuigen waren er in eerste instantie maar vier soldaten aanwezig, al werd dat aantal snel uitgebreid; de opgetrommelde politie arriveerde volgens getuigen pas na drie kwartier. Twee Palestijnen en zes Israëliërs werden tijdens de gebeurtenissen en daarna gearresteerd. De meesten zijn inmiddels weer vrijgelaten.

De Palestijnen zijn ervan overtuigd dat het kolonistengeweld deel uitmaakt van een strategie om hun het leven onmogelijk te maken. Israël riep het gebied rond de stad Yatta, waarin naast Mufaqara nog elf andere Palestijnse dorpjes liggen, begin jaren tachtig uit tot militair oefenterrein. De bewoners bleven, werden in 1999 alsnog verdreven, maar mochten na een petitie weer terugkomen.

Shaltiel Tsick, een bestuurder in de Israëlische nederzetting Avigail (l) met zijn dorpgenoot Sarah Hager (r).
Foto Kobi Wolf
Ook Mouad Mahmoud Hamamdeh werd geraakt door een steen bij de aanval op Mufaqara.
Foto Kobi Wolf
Foto’s Kobi Wolf

Betwist gebied

Bouwen is echter nog steeds niet toegestaan; regelmatig worden huizen en basisvoorzieningen gesloopt. In november wordt na jarenlange juridische strijd een beslissing verwacht of ze moeten vertrekken. Volgens de Palestijnse bewoners bestonden hun dorpjes al ruim vóór de stichting van de staat Israël.

Andersom hebben de bewoners van de Israëlische nederzettingen juist het idee dat de Palestijnen degenen zijn die zich op oneigenlijke wijze het land toe-eigenen. „Zij proberen ons van elkaar te scheiden door allerlei dorpjes te bouwen en die met Yatta te verbinden”, zegt Hager. Die strijd speelt in heel Zone C, het gedeelte van de Westelijke Jordaanoever dat volledig onder Israëlische militaire en civiele controle staat. Volgens de Oslo-akkoorden zou Zone C in de toekomst bij een Palestijnse staat komen, maar ook verreweg de meeste Israëlische nederzettingen liggen in dit gebied. De nederzettingen worden internationaal als illegaal beschouwd; Israël betwist dat.

De laatste paar maanden nam het aantal gevallen van kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever sterk toe. In de eerste helft van 2021 werden er 416 incidenten gericht tegen Palestijnen gemeld, meer dan het dubbele van dezelfde periode vorig jaar. Daarbij raakten bovendien meer Palestijnen gewond dan in voorgaande jaren. In 2020 signaleerden VN-experts ook al een toename.

Agrarische nederzettingen

Met de komst van zogenaamde agrarische nederzettingen lijkt het aantal anti-Palestijnse geweldsincidenten verder te groeien. In vier jaar kwamen er op de Westelijke Jordaanoever ongeveer veertig van zulke Israëlische nederzettingen bij. Het verklaarde doel is met weinig mensen zoveel mogelijk land te beheersen. Waar de schapen van de kolonisten grazen, worden Palestijnen verjaagd, vaak met steun van het Israëlische leger. Ook in de escalatie van vorige week had zo’n nieuwe boerderij mogelijk een aandeel.

„De jongeren waren niet te gast bij bewoners van Avigail, maar bij een geitenboerderij naast de nederzetting”, zegt Shaltiel Tsick, een bestuurder in Avigail. „Wij hebben geen controle over ze.” De boerderij is er sinds maart 2021. Sindsdien zijn er volgens Palestijnse en Israëlische activisten wekelijks aanvallen op dorpjes rondom Yatta.

Maar er zijn meer oorzaken voor het groeiende aantal geweldsincidenten. In de Israëlische krant Ha’aretz wijten defensiebronnen de toename aan een veranderde opstelling van de Israëlische overheid. Na de dood van een jonge kolonist bij een politieachtervolging eind vorig jaar – de Israëlische tieners werden ervan verdacht stenen te hebben gegooid naar Palestijnen – zouden leger en politie terughoudender zijn geworden in hun optreden tegen kolonistengeweld, om verdere confrontaties met kolonisten te voorkomen. Daarnaast nam tijdens de Gaza-oorlog in mei ook op de Westelijke Jordaanoever het geweld toe, zowel van Palestijnse als van Israëlische kant.

Maar de belangrijkste reden voor het toegenomen kolonistengeweld is volgens mensenrechtenorganisatie Yesh Din al jaren hetzelfde: straffeloosheid. Van de onderzoeken naar anti-Palestijnse incidenten tussen 2005 en 2019 werd volgens Yesh Din 91 procent afgesloten zonder dat het tot een aanklacht kwam. Palestijnen voelen zich onbeschermd, ook in het veld.

Amateurvideo’s tonen hoe soldaten toekijken terwijl gemaskerde Israëlische jongeren stenen gooien richting Palestijnen. „De kinderen van de kolonisten zitten ook in het leger”, zeggen de bewoners van Mufaqara. Ze rekenen er dan ook niet op dat de militairen die ze boven aan de weg zien patrouilleren, hen zullen beschermen tegen eventuele nieuwe aanvallen.