Van de gefotografeerde vrouw zien we slechts een bruin getinte, blote arm, gestrekt langs haar rug, en een glimp van haar hals. Ze heeft het gelaat afgewend. Ze draagt een witte jurk, smal in de taille. Wie is deze vrouw die zo onzichtbaar is, al vult ze een beeld van 60 x 40 cm?
Njai is de titel die fotograaf Ilona Langbroek (1970) aan dit portret geeft. Een gewaagde benaming, tegenwoordig. De njai was in de koloniale tijd de bijzit of bijslaap, zoals ze ook heette, van de Nederlandse mannen in de koloniale tijd. Bij gebrek aan Europese vrouwen namen de mannen een „vrouw van het land”. Vaak bleven de najis anoniem, al zijn ze de moeder van generaties Nederlands-Indische nakomelingen. Juist die anonimiteit benadrukt de fotograaf.
Langbroek legt in twee series, Terra Incognita (2021) en Silent Loss (2020), het verleden vast van haar familie in Indonesië. Haar foto’s zijn te zien in galerie Bildhalle in Amsterdam; tegelijk toont zij werk op Photo Basel. Ook op Unseen Photo Fair 2021 in Amsterdam was zij aanwezig.
In 2019 studeerde Langbroek cum laude af aan de Fotoacademie in Amsterdam. Zonder enige schroom benoemt ze haar werk als nostalgie, als een weergave van het verdriet van haar familieleden maar ook tienduizenden anderen die in de loop van de twintigste eeuw gedwongen waren Indonesië te verlaten en naar Nederland te vertrekken.
Het opvallende clair-obscur van Njai keert terug in al haar werk, zoals in Terra Incognita (2020) en het weergaloze De berusting in het afscheid (The acquiesence of farewell, 2020). Op het eerste zien we een extreem helder uitgelichte, kanten blouse van een vrouw wier gezicht in schaduw is gehuld. Ze draagt een gouden jurk met een motief van palmbladeren. De Berusting toont een hand die een zakdoek vasthoudt; de mouw om de arm is ook van het fijnste kant en al dit geweven filigrain wuift ten afscheid, het is bijna abstract.
Grote esthetiek
Met minimale middelen bereikt Langbroek een grote esthetiek, een enkele keer iets te nadrukkelijk en misschien iets te symbolisch. De achtergrond is altijd donker. Dankzij het procédé dat bekend staat als archival pigment print, een verfijnde afdruktechniek, krijgen haar foto’s een schilderkunstig effect, met een achttiende eeuwse precisie, zoals het stilleven met sneeuwklokjes, Snowdrops (2021). Hierop heeft ze de bloeiwijze omgedraaid: de bolletjes liggen op een hoge tafel, de tere witte bloemen hangen omlaag, naar de grond.
Langbroeks inspiratiebronnen vormen oude fotoalbums van Nederlands-Indië, Indonesische literatuur, schrijfster Maria Dermoût, kleding van haar grootmoeder en interviews die ze hield met de generatie van eerste migranten uit Nederlands-Indië. Haar vrouwelijke modellen plaatst ze in een tijdloze ambiance, zoals het landgoed Oud-Amelisweerd in Utrecht. Hier staat een vrouw voor het geopende venster, we zien haar op de rug, Expectations (2021) heet het. De eerste associatie is die met het schilderij Vrouw aan het raam (1822) van Caspar David Friedrich. Op beide werken is de symmetrie van het beeld perfect. De vrouwen wanen zich onbespied en turen in een onbekende verte. Melancholie en besef van gemis spreken ook uit Longing for Insulinde (2021). Een in het blauw gehulde vrouw – als de brieflezende vrouw van Vermeer – staat in een deuropening, onder een opengevouwen parasol, de pajong.
Deze foto, met de sfeer van lyrische esthetiek, komt uit de reeks Silent Loss. Het is opmerkelijk dat deze recente foto’s het verlangen naar Insulinde, de koloniale naam voor Nederlands-Indië, uitdrukken, juist in een tijd dat er zoveel verweer heerst tegen dit omstreden verleden. De verstilde, ingetogen schoonheid van Langbroeks foto’s drukt geen politiek uit, wel spreken ze van verlies, van berusting in afscheid zoals het ongekend mooie werk met de zwaaiende kanten zakdoek.