Wil je me? Leer dan eerst spellen

Taal De jeugd kan niet meer spellen, zegt ze zelf tegen NRC en De Standaard. Maar slechte spellers blijken wel minder aantrekkelijk.

Sofia Meeus (17): ,,Moeten we plots schrijven op papier, zoals bij een test, dan staan we er alleen voor.”
Sofia Meeus (17): ,,Moeten we plots schrijven op papier, zoals bij een test, dan staan we er alleen voor.” Foto Kristof Vadino

Leren jongeren nog wel correct spellen? Het klinkt misschien als een verzuchting van een bezorgde grootvader, maar die zorg wordt gedeeld door jongeren zelf: de helft van de Vlaamse en Nederlandse jongeren (12-29 jaar) in een peiling van NRC en de Vlaamse krant De Standaard vindt dat de jeugd niet goed meer kan spellen. Een ruime helft merkt ook veel fouten op in berichtjes die hij toegestuurd krijgt.

Die abominabele schrijfsels zullen niet aan de deelnemers zelf gelegen hebben, want slechts een op de vijf ziet zichzelf als slechte speller; twee derde vindt ronduit dat hij goed spelt, met iets meer zelfverzekerdheid bij de Nederlanders.

Ook al werd de enquête verspreid onder jongeren die binnen het bereik van kranten liggen en dus niet per se representatief zijn voor de hele bevolking, hun inschatting over hun leeftijdsgenoten correspondeert vrij aardig met bestaand wetenschappelijk onderzoek. Zo deed sociolinguïste Reinhild Vandekerckhove van de Universiteit Antwerpen met haar collega’s Dominiek Sandra en Hanne Surkyn onderzoek naar de spellingvaardigheid van zeventien- en achttienjarige Vlamingen. Slechts iets meer dan de helft van hen wist een simpel opdrachtje over werkwoordsvormen met het dt-vraagstuk – ik word, hij wordt – foutloos te maken. Een niveau dat je eerder aan het einde van de basisschool verwacht, beaamt Vandekerckhove.

De twee kranten verzorgden de peiling ter gelegenheid van de lancering van het dictee ‘De Schrijfwijzen’, deze zaterdag – de eerste dag van de Week van het Nederlands. Dit dictee bevat de gebruikelijke instinkers, maar in plaats van ‘przewalskipaarden’ zijn de tongbrekers wat alledaagser van aard. De beste deelnemers plaatsen zich voor de live finale, op zaterdag 23 oktober in Brussel.

Tinder

Brengt de povere jeugdige spelvaardigheid, zoals die blijkt uit Vandekerckhoves onderzoek, de toekomst van dictees en de spelling in gevaar? Allerminst, zo wijst de peiling uit: jongeren willen in meerderheid dat spelfouten met puntenaftrek bestraft blijven en dat hun scholen genoeg aandacht voor spelling hebben. Ze zijn het niet eens met de stelling dat een correcte spelling niet belangrijk is zolang we elkaar maar begrijpen en, saillant, ze knappen af op slecht spellende (Tinder)dates.

Dit laatste geldt overigens vooral voor meisjes: twee op de drie vinden slechte spelling een dealbreaker op datingsites, tegen een ruime helft van de jongens. Hoe ouder ze zijn, hoe belangrijker ze het vinden. Spelling blijkt dus een indicator voor de geschiktheid van een partner, en dan zeker bij jonge vrouwen.

Die gevoeligheid voor taal bij vrouwen blijkt uit wel meer onderzoek. Zo maken meisjes op sociale media minder dt-fouten dan jongens. En niet omdat ze de regels beter beheersen, zegt Vandekerckhove. Die kennen ze even goed als jongens. „Of, beter gezegd: even slecht. Ze zijn wel gevoeliger voor de mogelijke stigmatisering die met foute spelling gepaard kan gaan.”

Dat jongeren matig spellen, komt volgens Vandekerckhove niet per se door de invloed van sociale media. Onderzoek wijst uit dat ze hun al dan niet opzettelijke spelfouten op TikTok of Instagram – denk aan het populaire ‘egt’ in plaats van ‘echt’ – niet herhalen op school. Slechts in uitzonderlijke gevallen lijkt er een ongewenst leerproces te ontstaan, stelt Vandekerckhove. Zo hebben de Antwerpse onderzoekers vastgesteld dat het woord ‘gezegd’ opvallend veel als ‘gezegt’ gespeld wordt in de WhatsApp-communicatie van Vlaamse jongeren. Dat woordbeeld zou door zijn hoge frequentie weleens kunnen blijven hangen.

Een derde van de scholieren bevestigt soms niet meer goed te weten hoe iets te schrijven onder invloed van foute woordbeelden op sociale media. Opmerkelijk: evenveel scholieren vinden Engels makkelijker te spellen dan Nederlands.

Lees ook: Het nieuwe taalboek van NRC is klaar (nu alleen nog de puntjes op de i)

Zijn spelfouten erg? Taalkundigen vinden doorgaans van niet: het is volgens hen veel belangrijker dat jongeren goed leren formuleren en de structuur van een tekst leren doorgronden. Niet-taalkundigen, zegt Vandekerckhove, lijken spelling daarentegen te beschouwen als het belangrijkste taalkundige vraagstuk. Toen haar collega Dominiek Sandra eens voorstelde om voortaan behalve ‘ik vind’ ook ‘hij vind’ te schrijven, om taalgebruikers te verlossen van hun onzekerheid, ontstond er in Vlaanderen een kleine mediastorm.

Ook de jongeren in deze peiling moeten weinig hebben van dit soort wijzigingsvoorstellen. Zelfs al beheersen ze de norm zelf niet goed, ze vinden haar wél belangrijk. Twee derde van hen is expliciet vóór het behoud van de dt-regels. Driekwart gruwt van fonetische spelling – „smiddachs eeten we elk een sitroen”. Ook dat strookt met eerder onderzoek, aldus Vandekerckhove: mensen houden niet van nieuwe woordbeelden. In 2005 leidde het schrappen van de tussen-n in ‘ideeëloos’ nog tot boze reacties.

Volgens Vandekerckhove worden Vlamingen eerder als „taalpuristen” of zelfs als „taalnazi’s” gezien dan Nederlanders. Maar daar verrast deze peiling: over de hele linie blijken de taalpuristen juist ten noorden van de grens te zitten.

Sofia Meeus ‘Autocorrectie speelt in ons nadeel’

Sofia MeeusFoto Kristof Vadino

Sofia Meeus (17), zesdejaars wetenschappen-talen, Lennik, België

„Of ik goed kan spellen?” Sofia Meeus aarzelt. „Werkwoorden, dat lukt wel, maar moeilijke woorden zijn lastiger. Volgens mij speelt de autocorrectie op de gsm of op de computer daar in ons nadeel. We hoeven nog weinig over spelling na te denken, want dat gebeurt voor ons. Maar moeten we dan plots schrijven op papier, zoals bij een test, dan staan we er alleen voor.”

Sofia ziet een duidelijk verschil in hoe zij en andere jongeren schrijven op de laptop of in chats. „Schrijf je voor school, dan is dat op de computer, en doe je je best. Dat is wat anders dan wanneer je aan het chatten bent vanop een klein gsm-schermpje, daar maak je gewoon ook sneller tikfouten. In chats krijgen werkwoorden nooit een eind-n. En dt doet er niet toe. Maar een ‘allebij’, zoals vorige week in een bericht van een vriendin, daar lachen we wel om.”

Nick Lobs ‘Een date die ‘me auto’ schrijft is een afknapper’

Nick Lobs Foto Walter Herfst

Nick Lobs (25), student filosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

„Ik kan op zich goed spellen”, zegt Nick Lobs, „maar ik vertrouw vaak op de tekstverwerker”. Bij werkwoordsvormen bijvoorbeeld: „Als ik twijfel over een d of een t, dan wordt het voor me opgelost. Daar word je lui van.”

Lobs zit geregeld op internetforums als Reddit. Als je daar iets fout schrijft, zegt hij, corrigeert niemand je. „Dat helpt niet echt om je eigen spelfouten te herkennen.” Wat evenmin helpt, is dat hij thuis veel Engels spreekt met zijn Duitse vriendin. Dat heeft ook invloed op zijn gesproken taal: „Dan zeg ik ineens like in plaats van bijvoorbeeld.”

Zou Nick ook afknappen op een matig spellende date? „Wel als ze ‘me auto’ zou schrijven. Het is toch een kleine moeite om ‘m’n’ te typen? Of doet ze het dan bewust fout? Dat is een indicatie dat ze niet helemaal bij me aansluit.”