Analyse

Draai van D66 maakt doorstart Rutte III opeens mogelijk

Formatie Alleen een draai van D66 kon nieuwe verkiezingen voorkomen. Sigrid Kaag geeft de formatie een mogelijk beslissende wending.

D66-leider Sigrid Kaag geeft een korte verklaring tegenover de pers over het besluit dat de partij toch wil onderhandelen over een doorstart van het huidige kabinet met VVD, CDA en ChristenUnie.
D66-leider Sigrid Kaag geeft een korte verklaring tegenover de pers over het besluit dat de partij toch wil onderhandelen over een doorstart van het huidige kabinet met VVD, CDA en ChristenUnie. Foto Sem van der Wal

Zou het dan toch? Na ruim een half jaar van gestrande formatiepogingen, van gesprekken die geen onderhandelingen mochten heten en van afgestreepte opties lijkt Den Haag af te stevenen op dezelfde coalitie die Nederland al sinds najaar 2017 regeert. Donderdag, precies op het middaguur, maakte D66-leider Sigrid Kaag op het partijbureau bekend toch te willen onderhandelen over hernieuwde samenwerking met de VVD, CDA en ChristenUnie. Daarmee zijn alle blokkades opgeheven en kon informateur Johan Remkes zijn eindverslag inleveren.

Kaag zei dat „niemand gebaat is bij nieuwe verkiezingen”, de enig denkbare consequentie van een volharding van haar standpunt. „Die verlammen de politiek tenminste nog een half jaar. Dan blijven de grote besluiten uit. Dat verdient ons land niet. Bovendien is er geen garantie dat de uitslag anders zal zijn. Daarmee zijn verkiezingen alleen uitstel en dat speelt ook populisten in de kaart.”

De verrassende uitkomst volgde na een dag van lange gesprekken, waaraan in eerste instantie negen partijen meededen. Informateur Johan Remkes, die officieel de opdracht had de mogelijkheden van een minderheidskabinet te onderzoeken, concludeerde dat er voor een extraparlementair kabinet – vooraf de laatste optie die over leek – geen steun was. Dat deed hij na een ‘biechtstoelprocedure’, waarbij de politieke leiders een voor een langs moesten komen. Maar ook concludeerde hij dat voor de niet eerder onderzochte optie om Rutte III maar gewoon te herdopen in Rutte IV wél steun was. Of in ieder geval geen bezwaar.

Remkes zei donderdag dat een nieuw kabinet niet zomaar een voortzetting van Rutte III kan worden. Er moet recht worden gedaan aan de roep om een nieuwe bestuurscultuur, bijvoorbeeld door de partijen een beknopt regeerakkoord te laten schrijven, en afspraken „op hoofdlijnen” maken. Remkes nodigde vijf oppositiepartijen – PvdA, GroenLinks, Volt, SGP en de fractie-Den Haan uit om eventueel ook bewindspersonen te leveren. Maar PvdA en GroenLinks zijn daartoe niet bereid.

Lees ook: In de biechtstoel bij Remkes ging Kaag om

Doorstart was nooit serieuze optie

Als ultieme poging krijgt de formatie daarmee een wending die sinds de verkiezingen eigenlijk nooit als serieuze mogelijkheid werd gezien. De partijen uit Rutte III waren wel klaar met elkaar en de coalitie viel naarmate de formatie duurde steeds verder uit elkaar. Zeker nadat de ChristenUnie eerder deze maand een motie van afkeuring tegen demissionair minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Zaken, D66) en Ank Bijleveld (Defensie, CDA) steunde en vóór verhoging van de zorgsalarissen stemde. Zelfs Rutte sprak over de „voormalige coalitie”. Eerder, op 1 april, dienden coalitiepartijen D66 en CDA een motie van afkeuring in tegen Rutte. Die motie werd door alle partijen behalve de VVD gesteund, maar leidde niet tot het vertrek van Rutte.

Bovendien: maandenlang had Sigrid Kaag gezegd absoluut niet nog eens met dezelfde partijen te gaan regeren. Half augustus zei ze nog in het AD dat „het roer” om moest. „Dat doe je met een andere samenstelling van het kabinet, met andere keuzes en prioriteiten.”

Kaag sloot de ChristenUnie uit, onder meer om het standpunt van de partij over medische ethiek. De sociaal-liberalen wilden een progressief kabinet met daarin ook GroenLinks en de PvdA. In zo’n kabinet zou D66 het progressieve centrum zijn. Mocht de nieuwe formatiepoging lukken, dan zijn ze opnieuw de enige cultureel progressieve partij in een door Rutte geleid kabinet.

Alle mogelijkheden uitgeput

Op dinsdag schreef Remkes in zijn uitnodigingsbrief aan de negen partijen nog dat „alle mogelijkheden tot het vinden van een traditionele meerderheidscoalitie op dit moment zijn uitgeput”. Ook een „traditionele minderheidscoalitie” was niet meer mogelijk, concludeerde Remkes.

Tegelijkertijd constateerde Remkes wel dat partijen elkaar inhoudelijk prima konden vinden, maar dat partijen blokkades over en weer hadden opgeworpen. Hij leek de mogelijkheid van een zogeheten extraparlementair kabinet als laatste optie te zien.

In zo’n kabinet zouden partijen minder gebonden zijn aan een strak regeerakkoord en per onderwerp steun kunnen verlenen. Het zou een experiment zijn, maar wel een die aansloot bij de in Den Haag vaak uitgesproken wens de bestuurscultuur te veranderen: fracties zouden zich vrijer kunnen uiten. De discussie over die cultuur begon na de val van Rutte III over de Toeslagenaffaire en leidde na Ruttes onwaarheid over de ‘functie elders’ voor Pieter Omtzigt tot uitgebreide debatten in de Tweede Kamer.

Lees ook de NRC-serie over de nieuwe bestuurscultuur: Onbestuurbaar Nederland

Nu lijken partijen toch terug te vallen op de oude verhoudingen. Als de huidige coalitie inderdaad een doorstart zou maken, zou Rutte IV in de Tweede Kamer 77 van de 150 zetels halen, een krappe meerderheid. In de Eerste Kamer heeft de coalitie geen meerderheid. Voor steun zou het dan, net als nu, onder meer langs moeten bij de twee partijen die CDA en VVD in de formatie uitsloten: GroenLinks en de PvdA.

Maar een nieuw kabinet is er nog lang niet. De inhoudelijke gesprekken en onderhandelingen kunnen nu pas van start gaan. Dan pas zal duidelijk worden welke partij wat zal winnen of zal inleveren aan de onderhandlingstafel. De stap van Kaag is niet meer dan het einde van het begin.