Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, bezoekt deze woensdag de Cicërimat kleuterschool in Pristina, de hoofdstad van Kosovo. De begin vorig jaar geopende school werd gebouwd met EU-geld. Het bezoek is een onschuldig programma-onderdeel tijdens Von der Leyens driedaagse reis langs de zes landen van de westelijke Balkan, gepland voordat de spanningen tussen Kosovo en buurland Servië oplaaiden.
Ongetwijfeld spreken Commissie-voorzitter Von der Leyen en de Kosovaarse premier Albin Kurti, hoofdrolspeler in het huidige conflict, over meer dan onderwijs en Europese steun. De schermutselingen in het noorden van Kosovo raken niet alleen Kosovo en Servië, maar ook de EU en de NAVO. Later op deze woensdag spreekt Von der Leyen in Belgrado met de andere hoofdrolspeler in het kentekenoproer, de Servische president Aleksandar Vucic.
De heibel begon tien dagen geleden. Sinds maandag 20 september moeten Servische auto’s die Kosovo binnenkomen hun nummerplaat vervangen door een tijdelijke nummerplaat met de letters RKS, Republiek Kosovo.
Andersom gold die eis al sinds 2011: Kosovaarse auto’s moeten in Servië hun nummerplaat met RKS vervangen door een tijdelijke Servische nummerplaat. Alleen de neutrale vermelding KS (Kosovo) is toegestaan. Servië beschouwt Kosovo als een opstandige provincie die zich in 2008 ten onrechte onafhankelijk heeft verklaard. Elk symbool van een zelfstandig Kosovo is taboe op Servisch grondgebied.
Met het aflopen van afspraken uit 2011, op 15 september jongstleden, zag Kosovo de kans om terug te slaan. Een eenvoudig geval van wederkerigheid, zegt de regering in Pristina. Als jullie onze kentekens niet accepteren, accepteren we die van jullie ook niet. De Serviërs die in Noord-Kosovo wonen reageerden onmiddellijk. Ze blokkeerden twee grensovergangen, Jarinje en Brnjak, met vrachtwagens. Alleen voetgangers kunnen de grens nog over.
Meer NAVO-patrouilles
Beide landen hebben inmiddels soldaten naar het grensgebied gestuurd. Afgelopen weekend liepen de spanningen verder op. Twee Kosovaarse overheidsgebouwen werden in brand gestoken, de Servische luchtmacht liet straaljagers overvliegen. NAVO-vredesmacht KFOR, al ruim twintig bezig met vredesbewaking in Kosovo, voert sinds maandag meer patrouilles uit bij de grens, ook met helikopters.
Om geen misverstand te laten bestaan over de machtige bondgenoot, nam de Servische minister van Defensie de Russische ambassadeur mee naar een militaire basis in het zuiden van Servië. De Servische president Vucic liet weten de vrede te willen bewaren, maar „we zullen in geen geval de vernedering van Servië of zijn burgers toestaan”. De Albanese regering staat pal achter Kosovo – 95 procent van de Kosovaren beschouwt zichzelf als Albanees.
Ondertussen roepen kopstukken in Brussel op toch vooral te de-escaleren en de dialoog te zoeken. NAVO-chef Jens Stoltenberg twitterde zondag dat KFOR een „veilige omgeving en vrijheid van beweging voor iedereen” blijft waarborgen. EU-buitenlandchef Joseph Borrell riep de leiders van beide landen op om aan het belang van hun burgers te denken. Onderhandelaars uit Pristina en Belgrado komen deze week naar Brussel.
Spierballen
Balkanexperts verwachten niet dat het tot daadwerkelijk geweld komt. Het conflict biedt nationalistische politici in beide landen de kans om hun spierballen te laten zien, met als gevolg – of doel – dat het wederzijdse wantrouwen onder burgers wordt aangewakkerd.
De ruzie over de kentekens is een nieuwe uiting, geen oorzaak van de animositeit tussen Kosovo en Servië. ‘Ceci n’est pas une licence plate’, noemde Vjosa Musliu, politicoloog aan de Vrije Universiteit Brussel, haar analyse in mediplatform Kosovo 2.0. Musliu wijst vooral op de ambivalente houding van de EU tegenover Kosovo’s ambitie om een onafhankelijk land te worden.
Zelfstandigheid zonder steun lijkt geen optie voor Kosovo. De NAVO-bombardementen die in 1999 een einde maakten aan de Servische inval en de Kosovo-oorlog, leidden tot langdurige buitenlandse bemoeienis. Sinds 2013 moet een ‘EU-gefaciliteerde dialoog’ voor betere verhoudingen met Servië zorgen, maar veel resultaat is er niet.
Op 6 oktober houdt de EU een top met de zes westelijke Balkanlanden. Een gemeenschappelijke belofte dat de landen op termijn kunnen toetreden tot de EU zit er niet in, meldde Reuters dinsdag. Het conflict tussen Kosovo en Servië is een nieuw obstakel. Een EU-diplomaat in Brussel over de Europese belangstelling voor de Balkanlanden: „Ze moeten zich misdragen om op te vallen.”