‘Dat is een slimme, leidende vraag”, peinst acteur Rami Malek. De vraag was: kwam er veel fysieke training bij kijken om Bondschurk Lyutsifer Safin te spelen in No Time to Die? Malek laat een bedachtzame pauze vallen. „Laat ik zo zeggen: Daniel Craig en Lashana Lynch (MI6-agent Nomi) moesten stevig trainen, de rest wat minder.” Is hij dan zoals 007’s oerschurk Blofeld, wiens activiteiten zich beperkten tot het strelen van een angorakat? Malek: „We hebben even serieus overwogen die kat terug te brengen, wist u dat? Maar nee, bij mijn Bondschurk komt veel meer stuntwerk kijken.”
Het leek mij niet echt zo’n slimme vraag, maar Rami Malek heeft instructies om weinig tot niets weg te geven van de 25ste James Bond-film die dinsdagavond in première gaat in de Londense Royal Albert Hall. Ik spreek hem vrijdag 10 minuten via Zoom, later ook Daniel Craig en regisseur Cary Joji Fukunaga. Maar zonder No Time to Die te hebben gezien; elke vraag wordt dan al snel als vissen ervaren. Het maakt de gesprekken luchtig, terughoudend en nogal wezenloos.
Malek, bekend als hacker Mr. Robot en Freddie Mercury in Bohemian Rhapsody, heeft als Lyutsifer Safin net zo’n tongue-in-cheeknaam als Pussy Galore, opper ik. Malek: „Hey man, een knipoog en een kwinkslag zijn het erfgoed van James Bond. You only live once.” Hij zou blindelings voor de rol van Bondschurk tekenen. „Je bent dan deel van de geschiedenis. Ik las laatst de necrologie van een acteur die van alles had gepresteerd, maar de kop erboven was ‘Bondschurk’.” Dat schurken onder het bewind van Daniel Craig menselijke dimensies kregen – met trauma’s, frustratie, familie – bevalt Malek wel. „Er is ook iets te zeggen voor onpeilbare, puur slechte schurken als Blofeld. Maar een persoonlijke achtergrond geeft ook de film extra reliëf.”
Being James Bond
Alles is anders bij de promotie van de 25ste officiële James Bond-film. Bij voorganger Spectre ging dat via ‘junkets’: journalisten werden Londen ingevlogen, zagen de film, spraken in hotelkamers in groepjes met de helden. Nu zit je achter je beeldscherm een half uur met 28 collega’s in een virtuele wachtkamer. Nu en dan roept een pr-assistent een naam en verdwijnt iemand naar een andere Zoomlounge. Soms keert zo’n journalist terug om te mopperen over wegvallende audio, bevriezend beeld of onvoldoende tijd.
No Time to Die heeft niemand gezien, maar het promofilmpje Being James Bond is verplicht. Over Daniel Craig, die stopt als James Bond. We zien hem daarin betraand afscheid nemen van de crew na zijn laatste opname. Hoe vijandig de pers hem onthaalde als ‘Blond Bond’ of ‘James Bland’, hoe dat radicaal omsloeg na het lekken van setbeelden waarop Craig dubbel gespierd – en volgens voorganger Roger Moore met opgerolde sok in de zwembroek – uit de branding oprees. Waarna debuut Casino Royale in 2006 een triomf werd: een grimmige, bonkige Bond, meer uitsmijter dan gentleman. En Craig paranoïde werd van de roem. Best een droevig verhaal.
Daniel Craigs zwanenzang is al genoeg om dit tot een evenement te maken. De pandemie versterkt dat nog. James Bond is terug, shaken, not stirred: begint nu het nieuwe normaal echt? De voorverkoop loopt storm, QR-codes of niet. Met 2 uur en 43 minuten is het de langste Bondfilm ooit en fans hebben zelden zo lang gewacht. Alleen tussen Timothy Daltons afscheid als 007 in 1989 en de komst van Pierce Brosnan in 1995 viel een langer hiaat dan de 5 jaar, 5 maanden en 7 dagen tussen No Time to Die en Spectre.
De 25ste Bond is een vreemde mix van halsbrekende haast en lethargie. De productie liep vertraging op toen Danny Boyle als regisseur vertrok na ‘creatieve meningsverschillen’: zijn script zou te jolig zijn. Opvolger Fukunaga stond onder enorme druk, vertelt hij via Zoom. „Vanaf mijn komst tot het voltooien van het script zat een paar weken, daarna moesten we binnen een paar weken in productie. Het was altijd nu, nu, nu: erg opwindend. Allerlei geweldige ideeën ontstonden in heel intense brainstormsessies. Dat er zoveel haast bij kwam kijken, gaf ons meer vrijheid.”
Maar na de hectiek van script, opname en montage begon het lange wachten. Waar andere ‘blockbusters’ direct bij de eerste lockdown in maart 2020 hun film één of twee jaar uitstelden, bleef No Time to Die met nieuwe premièredata komen: april 2020, oktober 2020, april 2021, september 2021. De ‘product placement’, belangrijk in de kapitalistische etalage die een Bondfilm ook is, ondervond problemen: MI6-agent Nomi moest digitaal worden voorzien van een actueler type Nokia.
Van groentje tot pensionado
„Well worth the wait”, zegt Daniel Craig nu in een Heineken-reclame. Hij groeide in vijf films uit van groentje tot pensionado: zijn Bondcyclus is een afgerond verhaal terwijl de 007’s voor hem losse avonturen beleefden. Is dat niet lastig voor zijn opvolger? Craig: „Ik kan hen slechts adviseren: doe je best. Meer zat er voor mij ook niet in indertijd. Het is waar dat ik geluk had. De producers wilden een echte ‘reset’, helemaal overnieuw beginnen bij Casino Royale, waar een vrouw Bonds hart breekt en hij de geheim agent wordt die we kennen. Laat ik zeggen: ik had vooraf een plannetje in mijn hoofd en damn it, dat is bijna helemaal uitgekomen, ongelofelijk bevredigend voor mij. James Bond zoals Ian Fleming hem schreef was een complex karakter, een beroepsmoordenaar die tot op zekere hoogte een nobele vent is. Vruchtbaar materiaal voor een acteur.”
Wat hij het meest gaat missen? Daniel Craig: „Het collectieve proces. Bij James Bond is het altijd balls to the wall, enorme druk. Er is nooit genoeg tijd, er zijn nooit genoeg dagen in de week. Maar dat brengt ook het beste boven in mensen.” En de roem, de fans? Daar raakte hij nooit echt aan gewend, zegt Craig. „Maar van Hugh Jackman heb ik veel geleerd. Hoe genereus hij met zijn fans omging, hoe hij ze erbij probeerde te betrekken. Van hem leerde ik mezelf meer open te stellen, gewoon hallo te zeggen. Ik ben en blijf een vrij gereserveerd en verlegen persoon, ik blijf het liefst gewoon thuis. Het is een intense ervaring om voor duizenden gillende mensen te staan. Dat is niet normaal, dat is abnormaal. Maar ik kan er nu ook een beetje van genieten.”
Correctie 29/9: in een eerdere versie van dit artikel was de naam van regisseur Cary Fukunaga in de intro verkeerd gespeld. Dat is hierboven aangepast.