Opinie

Als de vos de passie preekt

Karel Smouter

Kent u die mop van die burgemeester die zijn eigen burgers via een boek een spiegel wilde voorhouden? Nee? Nooit van gehoord? Dat zou kunnen. Het is dan ook geen mop, maar de daadwerkelijke portée van het deze maand bij uitgeverij Het Paard van Troje verschenen Stakende stemmen van burgemeester René Verhulst (CDA) te Ede.

In een serie hoofdstukjes, geïllustreerd op een manier die aan een kinderboek doet denken, steekt de burgemeester de draak met de redactie van een kritisch lokaal weblog. In het boek heet de site EdeCity, maar de satire is gebaseerd op EdeDorp.nl, een gezelschap burgerjournalisten dat – zowel in het echt, als in de bundel – kritisch schrijft over het reilen en zeilen van de lokale gemeentepolitiek.

De lezer krijgt in geuren en kleuren voorgeschoteld hoe – althans, in de fantasie van de burgemeester – de redactie over allerlei lokale zaken aan het bakkeleien is en uiteindelijk aan tweespalt ten ondergaat.

Op zijn vakantieadres in Frankrijk schreef de burgemeester telkens na een rondje fietsen zijn frustraties van zich af. In wel drie á vier hoofdstukjes per dag, zo vertelde hij aan dagblad De Gelderlander. Want, zo vraagt hij in het voorwoord van zijn boek, zijn ‘sociale media’ niet de zesde macht geworden, naast de trias politica, de journalisten (vierde macht) en ambtenaren (vijfde macht)?

Nu lijkt dit op het eerste gezicht een opmerkelijk, maar relatief onschuldig staaltje rolverwisseling tussen keizer en hofnar. Niet meteen iets om over in de hoogste boom te zitten. Maar, zo merkte de Edese blogger Marc van der Woude al op: als premier Rutte zo’n boek over bijvoorbeeld Follow the Money zou afscheiden zouden er zeker Kamervragen volgen. En mogelijk méér.

Het boekje staat bovendien niet op zichzelf. Deze zomer moest het Genootschap van Hoofdredacteuren de gemeente Almere nog terugfluiten nadat die doodleuk een ‘hoofdredacteur’ in dienst had genomen voor een lokaal communicatiekanaal. Een functietitel die nadrukkelijk de connotatie van onafhankelijke journalistiek met zich meebrengt.

En tegenover elk groepje burgers dat – vaak bij gebrek aan een goed functionerend professioneel journalistiek ecoysteem – online in de pen klimt om lokale misstanden aan te kaarten staat een klein lokaal leger aan communicatiespecialisten en socialemediaredacteuren die de beeldvorming rond het gemeentebestuur in goede banen moeten leiden.

Het boekje van de burgemeester leest dan ook als Goliath die een steen terug slingert naar David. In gesprek met dagblad De Gelderlander verpakt hij die steen niettemin als een cadeautje. „Ben je er van bewust dat niet alles waar is”, wil hij vooral jongeren meegeven. En: „In kranten lees ik wel eens columns die niet op de waarheid zijn gebaseerd, maar die lezers wel voor waar aannemen.”

De burgemeesterlijke bijval in de strijd tegen nepnieuws is hartverwarmend. Toch leest dit boekje vooral als een ongepaste reprimande vanuit het gemeentehuis aan een stel lastige burgers met een weblog. En als je die paar kritische bloggers zonodig als de zesde macht wilt typeren, respecteer dan óók de scheiding der machten. Of, om het met een gezegde te zeggen dat men daar in de Food Valley wel zal herkennen: „Als de vos de passie preekt, boer let op uw kippen.”