Analyse

Keijzer wilde zelf niet opstappen na kritiek coronapas

Ontslag staatssecretaris Staatssecretaris Mona Keijzer (CDA) die zaterdag door het demissionaire kabinet de laan uit werd gestuurd wegens openlijke kritiek op de coronapas, stond al langer alleen. Niet alleen in het kabinet, maar ook in de top van haar partij.

Mona Keijzer als demissionair staatssecretaris op Prinsjesdag 2021.
Mona Keijzer als demissionair staatssecretaris op Prinsjesdag 2021. Foto Bart Maat/ANP

Zelf wilde Mona Keijzer niet weg als staatssecretaris van Economische Zaken, ook niet nadat ze zich in een interview deze zaterdag keerde tegen kabinetsbeleid – een politieke doodzonde, omdat het kabinet altijd met één mond spreekt. Maar premier Mark Rutte besloot haar zaterdagmiddag, mede namens de rest van het demissionaire kabinet, met onmiddellijke ingang te ontslaan.

In De Telegraaf had Keijzer opmerkelijke uitspraken gedaan over de coronapas, die vanaf vandaag verplicht is in Nederland. Om toegang te krijgen tot bijvoorbeeld horecagelegenheden en theaters moet bewezen worden dat iemand gevaccineerd, negatief getest of al genezen van corona is. Het is een omstreden maatregel, zaterdag demonstreerden er nog honderden mensen tegen in Den Haag. In het interview zegt Keijzer: „Als je in een samenleving bent beland waar je bang voor elkaar moet zijn tenzij je een bewijsje kunt laten zien, dan moet je echt even achter je oren krabben en je afvragen: willen we deze kant op?” Keijzer zegt dat ze niets wil „afdoen” aan het kabinetsbesluit om de coronapas te verplichten, maar ze plaatst er ook vraagtekens bij. „Ik kan het niet meer logisch uitleggen.”

De uitspraken van Keijzer „verdragen zich niet met besluiten die de ministerraad recentelijk heeft genomen, en die van belangrijke en zwaarwegende aard zijn”, liet het kabinet zaterdagmiddag weten in een schriftelijke verklaring over haar voordracht voor ontslag bij de Koning. Die verleende dat ontslag niet veel later „op de meest eervolle wijze”, en „onder dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten” die Keijzer volgens de Koning aan Nederland heeft verleend.

Beroep op Keijzer

Aan het kabinetsbesluit Keijzer te ontslaan ging een zaterdag ingelast overleg vooraf tussen Keijzer, demissionair minister-president Mark Rutte, minister van Financiën en CDA-leider Wopke Hoekstra, minister Stef Blok (VVD, Economische Zaken en Klimaat) en de vice-premiers Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA), Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) en Carola Schouten (Landbouw, ChristenUnie). In dat overleg werd eerst nog een beroep gedaan op Keijzer om de eer aan zichzelf te houden door zelf haar ontslag aan te bieden. Maar Keijzer weigerde daarin mee te gaan. Stef Blok zal haar werkzaamheden overnemen.

Het komt niet vaak voor dat een bewindspersoon tegen zijn zin ontslag krijgt aangezegd. De laatste die dit overkwam was Jan Glastra van Loon (D66, Justitie) in 1975. Toenmalig minister van Justitie Dries van Agt (CDA) wilde van hem af omdat de staatssecretaris op een persconferentie uit de school had geklapt over een conflict met de secretaris-generaal van het departement. Premier Joop den Uyl (PvdA) wilde de ontslagbrief in eerste instantie niet ondertekenen, maar toen Van Agt dreigde dan zelf op te zullen stappen, ging hij overstag.

Al langer kritisch

Keijzer liet zich vorig najaar ook al kritisch uit over het coronabeleid. Toen OMT-lid Diederik Gommers mensen opriep om elkaar niet op te zoeken tijdens de feestdagen, zei ze op televisie dat ze niet van plan was om haar moeder met Kerst alleen te laten zitten. Vervolgens suggereerde ze in een interview in NRC dat de terrassen snel weer open moesten en dat jongeren, als de maatregelen nog lang zouden duren, meer vrijheid moesten krijgen dan ouderen. Ze liet ook doorschemeren dat zij in het kabinet pleitte voor heropening van de horeca. Persoonlijke ervaringen speelden mee: twee van haar vijf kinderen werkten in de horeca.

Lees ook het interview met Keijzer in NRC uit 2020: ‘Ik ben zelf ook wel weer toe aan een terrasje’

Keijzer vond in die tijd ook dat zij te weinig werd betrokken bij de besluitvorming over het coronabeleid. In de eerste maanden nam een kleine club ministers de besluiten. Na protest van onder anderen Keijzer mochten ook andere bewindslieden meepraten, maar in de praktijk bleef een kopgroep van ministers die zich bezighielden met de zorg en de veiligheid de maatregelen voorbereiden. Zij keken vooral naar ziekenhuisopnames en de reproductiefactor van het virus, terwijl Keijzer en de ministers die zich bezighielden met de staatsfinanciën en de economie wilden dat er ook rekening werd gehouden met de gevolgen voor het bedrijfsleven.

Onrust in partijtop

De afgelopen weken stond Keijzer met haar kritiek steeds meer alleen in de ministerraad, het wekelijkse overleg tussen de bewindspersonen van het demissionaire kabinet. Daarin staat haar positie al langer onder druk. Vorige week vrijdag, toen er in de ministerraad werd gesproken over de coronapas, had Keijzer zich er nadrukkelijk tegen gekeerd, bevestigen bronnen aan NRC. Op de avond daarvoor rommelde het ook in het CDA. Naar buiten toe leek dat alleen te gaan over de motie van afkeuring die was ingediend tijdens het Afghanistan-debat en die had geleid tot het vertrek van D66-leider Sigrid Kaag als minister van Buitenlandse Zaken. CDA-minister Ank Bijleveld (Defensie) weigerde aanvankelijk om op te stappen. Daar was onrust over in het CDA.

Maar op dezelfde avond was er ook ruzie ontstaan in de partijtop omdat Keijzer zich intern had gekeerd tegen de coronapas waarover de Tweede Kamer later die avond zou stemmen.

Positie onhoudbaar

Bij het overleg tussen kabinetsleden over de uitspraken van Mona Keijzer, deze zaterdag, was ook CDA-leider Wopke Hoekstra betrokken. Hij vond vanaf het begin dat de positie van zijn partijgenoot na haar interview onhoudbaar was. Het is nog onduidelijk of de uitspraken van Keijzer haar ook het CDA-Kamerlidmaatschap zullen kosten. Na de Tweede Kamerverkiezingen werd zij gekozen in de CDA-fractie, hoewel met aanzienlijk minder voorkeursstemmen dan eerder. Bij de verkiezingen van 2017 kreeg ze nog ruim 165.000 stemmen, dit jaar waren dat er ruim 18.000.

Ook bij de interne CDA-verkiezing voor een nieuwe partijleider speelde Keijzer een opvallende rol. Al voor zich een kandidaat voor het lijsttrekkerschap had gemeld, sprak zij er haar ergernis over uit dat er in de media alleen werd gesproken over de ‘kroonprinsen’ Wopke Hoekstra en Hugo de Jonge, en niet over mogelijke vrouwelijke kandidaten. Toen De Jonge zich uiteindelijk kandidaat stelde, en Hoekstra niet, wierp zij zich prompt op als tegenkandidaat. Vervolgens meldden zich nog twee anderen, onder wie Pieter Omtzigt. Keijzer viel toen als eerste kandidaat af in de eerste ronde, met nog geen 12 procent van de stemmen. Daarna sprak ze haar steun uit voor Omtzigt. De interne verkiezing werd uiteindelijk nipt gewonnen door Hugo de Jonge, die later afstand deed van het lijsttrekkerschap.

Correctie (26 september 2021): In een eerdere versie van dit artikel stond dat er een coronapas nodig is voor een museumbezoek. Dat is onjuist en nu aangepast.