Opinie

Het debat over de begroting zou moeten inspireren tot een betere politieke cultuur

Miljoenennota

Commentaar

Na maanden van formatiegekibbel voelde Den Haag deze week opmerkelijk harmonieus. Donderdag, na een vaak scherp debat over de Miljoenennota, stemde vrijwel de hele Tweede Kamer in met een plan om in de staatsbegroting ruim 2 miljard euro extra uit te geven aan onder meer woonbeleid, lerarensalarissen en veiligheid (politie en defensie). Ook werd er een oplossing gevonden om zorgmedewerkers, op wie een zwaar beroep wordt gedaan tijdens de coronacrisis, toch meer te kunnen betalen. Een bijzondere uitkomst: aanpassingen in de Miljoenennota lopen zelden in de miljarden. Een motie met een oproep om de studiebeurs weer in te voeren haalde het ook. Een Kamermeerderheid wil af van het huidige leenstelsel, dat jonge mensen al vroeg in hun leven opzadelt met een grote schuld.

Na twee dagen Algemene Politieke Beschouwen waren er in de Kamer veel glimlachende gezichten te zien. Je zou er bijna door gaan denken dat Nederland beter af is zónder regering. Niets is natuurlijk minder waar. Stikstof, de energietransitie, zware criminaliteit, de woonmarkt, het vertrouwen tussen burger en overheid: Nederland kampt met complexe problemen waar te lang te weinig aan is gedaan en die vragen om een duidelijk mandaat van de Tweede Kamer, echte ‘doorzettingsmacht’ en vooral: een nieuw kabinet. Maandag wordt er verder gepraat over de formatie. Nadat een meerderheidskabinet niet mogelijk bleek, ligt nu de minderheidsoptie op tafel. Dat scenario is na de afgelopen dagen wat kansrijker. Tegelijkertijd blijkt nu ook dat het verwerven van steun in de Kamer een dure hobby is: 2 miljard euro is veel geld. Een minderheidskabinet is zo bezien, en ook met het oog op de grote uitdagingen, geen prettig vooruitzicht.

Tegelijkertijd had juist het ontbreken van een missionair meerderheidskabinet de afgelopen dagen een verfrissend effect op het debat. Omdat de huidige coalitiepartijen elkaar niet langer krampachtig vasthouden, ontstond ruimte voor een inhoudelijke discussie, waarin de oppositie niet kon worden genegeerd en ‘coalitiegenoten’ ook elkaar niet spaarden. De breed aangenomen motie over het leenstelsel kwam van ChristenUnie en CDA. De VVD stemde tegen. Sinds de Toeslagenaffaire wordt er geroepen om een nieuwe bestuurscultuur. Tijdens de formatie is daar nog weinig van te merken, eerder het tegendeel: partijen zijn tot dusverre meer bezig met beeldvorming dan met inhoud, blijven vaak vastzitten in hun eigen gelijk en tonen weinig moed om met elkaar in het diepe te springen, zelfs niet als het landsbelang hierom schreeuwt. Het vertrouwen van burgers in de politiek wordt op de proef gesteld. Afgelopen week bleek uit onderzoek van I&O Research, in opdracht van NRC, dat het vertrouwen in overheid en politiek scherp is gedaald. Extra zorgwekkend: de circa 15 procent van de kiezers die dat vertrouwen al is verloren, radicaliseert.

Tijdens het debat woensdag en donderdag opende zich, in ieder geval eventjes, een deurtje naar een ander universum. Kamerleden hoeven het niet met elkaar eens te zijn en vrienden voor het leven worden is geen politiek doel. Wel belangrijk is dat Kamerleden serieus naar elkaar luisteren en openstaan voor elkaars argumenten. Dat is in het verleden te weinig gebeurd. Gedetailleerde regeerakkoorden, superstrak coalitieoverleg: voor de efficiëntie van de verschillende kabinetten-Rutte is het ongetwijfeld goed geweest, maar voor het politieke debat was het vaak dodelijk. Andersom kan te veel discussie daadkracht in de weg zitten. In die onvermijdelijke uitruil zal Rutte een betere balans moeten vinden dan hij tot nu toe heeft gedaan.

Zoveel debat, zoveel onvoorspelbaarheid: het was duidelijk dat het Rutte af en toe duizelde in de afgelopen dagen. Zoals gebruikelijk leunde hij op zijn charme: hij toonde begrip, maar gaf aanvankelijk inhoudelijk geen krimp. De Kamer - en dat verdient een compliment - hield voet bij stuk en bewoog de VVD tot voorheen ondenkbare concessies. Zo wordt de verhoging van de zorgsalarissen deels gedekt met een hogere winstbelasting. Sophie Hermans (VVD) moest zichzelf donderdag meteen verdedigen tegen de suggestie dat het akkoord over de extra miljarden ‘als vanouds’ tot stand was gekomen in ‘achterkamertjes’. Dat deed ze door erop te wijzen dat alle extra investeringen in de dagen daarvoor uitgebreid plenair waren besproken en dus niet waren voorgekookt. Dat is ook zo. Het is wel te hopen dat de VVD die werkwijze in de toekomst blijft koesteren. Op zichzelf is er niks mis met achter de schermen zakendoen, maar wel graag pas nadat de argumenten in alle openbaarheid zijn uitgewisseld. Als dat een eventuele coalitie wat minder efficiënt maakt, dan is dat maar zo. Het vertrouwen in de politiek is gebaat bij een beter politiek debat.