Interview

‘In goede dialogen hoor je wat niet gezegd wordt’

Nina Polak schreef Een vrouw blijft thuis voor acteurs Ariane Schluter en Sophie van Winden. Na twee romans is dit haar toneeldebuut.

In Een vrouw blijft thuis, het toneeldebuut van romanschrijver en journalist Nina Polak, volgen we twee vrouwen: de ‘nog niet doorgebroken’ videokunstenaar Daantje en haar stiefmoeder Stien, psychotherapeut en recent weduwe. Daantje komt bij Stien binnenvallen nadat ze in existentiële paniek haar vriend op Schiphol heeft achtergelaten: „We zouden naar de andere kant van de wereld vliegen, om redenen die ik, die wij, met opzet niet aan nadere inspectie hadden onderworpen. Ik bedoel, we stonden daar maar wat te doen.”

Er volgt een stekelig gesprek, waarin de oudere vrouw een rots van emotioneel evenwicht vormt ten opzichte van de onrustige gemoedstoestand van haar stiefdochter, terwijl de overleden vader steeds op de achtergrond aanwezig is.

„Aanvankelijk wilden we niet van de afwezige man de olifant in de kamer maken, maar dat is toch niet helemaal gelukt,” vertelt Polak wanneer we elkaar spreken bij haar thuis. „Ik vond vooral die band tussen stiefmoeder en stiefdochter interessant, die komt in fictie maar zelden aan bod. En het is ook een gesprek tussen twee generaties feministen – maar het mocht geen ideeënstuk worden. Vooral Daantje gebruikt haar intelligentie om muren van theorie te bouwen die onhoudbaar blijken, dat vind ik heerlijk om te schrijven. Ik word in mijn leven omringd door heel rationele, intelligente mensen en het verbaast me altijd hoe vaak we hoogstaande morele argumenten inzetten om onze eigen emoties af te dekken, onze pijn te vermijden.”

Hoe ontstond het idee voor ‘Een vrouw blijft thuis’?

„Ik werd door Ariane Schluter en Sophie van Winden gevraagd om een stuk te schrijven. Zij waren op zoek naar een theatertekst met een interessante dynamiek tussen twee vrouwen, maar dat bleek lastig. Ze waren in mijn roman Gebrek is een groot woord geraakt door de relatie tussen het hoofdpersonage Skip en haar surrogaat-moeder Mascha. Maar ik wilde mijn eigen roman niet bewerken – een roman gebeurt tussen twee kaften, daarna is het verhaal af. Dus toen heb ik aangeboden iets nieuws te schrijven – ik wilde al heel lang een toneeltekst schrijven.”

Lees ook: ‘Schrijven is een activistische daad’

Vanwaar dat verlangen?

„Theater is een levenslange liefde. Ik werkte als middelbare scholier in de Toneelschuur Haarlem en heb toen alles gezien wat daar langskwam. Ik ben ook altijd toneel blijven lezen, ik houd echt van repertoire, klassiek en nieuw. Ik ben dol op het economische van theaterteksten, dat alles dialoog is, de muziek van hoe mensen met elkaar praten, ik vind het heerlijk om daarnaar te luisteren. In een goede theaterdialoog kun je ook horen wat er níet wordt gezegd, terwijl dat er in proza dan vaak tóch staat, dat is toch een kunstvorm die meer op de interne monoloog gericht is.”

Daantje is het kind van een psycholoog en draagt dat duidelijk met zich mee. Het deed me denken aan het personage Brenda Chenowith uit ‘Six Feet Under’, ken je die televisieserie?

„En of ik dat ken, ik heb er mijn afstudeerscriptie over geschreven (lacht)! Six Feet Under is heel belangrijk voor me geweest, ook in hoe ik over personages nadenk. Ik voel me aangetrokken tot psychologische taal maar ik ben er ook sceptisch over: het kan mensen enorm vastzetten in een psychologisch profiel. De psychologische manier van verhalen vertellen schiet wat mij betreft meer en meer tekort voor de wereld waarin we nu leven.

„We moeten naar manieren zoeken om niet meer vanuit een hoofdpersonage te denken maar vanuit gemeenschappen, systemen, samenlevingen – en, zullen de ecocritici zeggen, vanuit natuurlijke omgevingen. Hoe breek je uit het individualistische heldennarratief? Deze tijd schreeuwt om een grote klimaatroman maar misschien ben ik zelf te Freudiaans om die te kunnen schrijven.”

Wat in ‘Een vrouw blijft thuis’ in ieder geval al vernieuwend voelt is de manier waarop je met conflict omgaat. Terwijl Daantje ruzie zoekt, laat Stien dat steeds van zich afglijden, ze de-escaleert de situatie de hele tijd. Zo ontstaat een veel subtieler drama in plaats van de heftige confrontatie waarop veel toneelschrijvers aansturen.

„Ja, dat maakte het voor Ariane een uitdaging. Stien is in het begin van het stuk een soort teflon, hoe speel je dat? Uiteindelijk doet ze daar nu hele mooie dingen mee. Ik moest er bij de totstandkoming van de tekst wel voor lobbyen dat de nadruk niet altijd op conflict hoeft te liggen. Vrouwenrollen zijn in het theater vaak vooral emotioneel getroebleerd, er is veel te halen in nieuw repertoire om daar meer variatie in aan te brengen. Ik hoop dat ‘Een vrouw blijft thuis’ daarin een startschot kan zijn, ook voor mezelf, want ik zou graag nog meer theaterteksten schrijven.”

Hoe was het om te zien hoe een regisseur met je tekst aan de slag gaat?

„Ada [Ozdogan] en ik lijken op bepaalde vlakken helemaal niet op elkaar: ik schrijf overwegend psychologisch realistische teksten, zij neigt naar een absurdistische stijl. Zij houdt enorm van Tarantino terwijl ik een hekel aan zijn werk heb. Maar het bleek misschien juist daarom een goede match, er gebeuren dingen met je tekst die je zelf niet had kunnen bedenken, er ontstond op de scène een affectieve laag die me echt raakte. Ada heeft het temperament van een filmregisseur, ze is heel precies en maakt heldere vormkeuzes. Eigenlijk verbaasde me het hoe prettig ik het vond om de artistieke verantwoordelijkheid met anderen te delen, als romanschrijver draag je die toch altijd in je eentje.”