De Algerijnse ex-president Abdelaziz Bouteflika gold aanvankelijk als de redder van zijn land, maar bij zijn dood vrijdag op 84-jarige leeftijd was hij in de ogen van veel Algerijnen volkomen in diskrediet geraakt. Een man wiens naam synoniem was geworden met de corruptie van Le Pouvoir, de machtige elite van hoge militairen en rijke zakenlui die het land al decennia bestuurt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62911906-fbd877.jpg)
De huidige president Tebboune en de regering worstelden met welk eerbetoon de uitvaart gepaard moest gaan van de man die Algerije twintig jaar leidde. In geen geval wilden ze een herleving van het protest dat in 2019 tot Bouteflika’s aftreden leidde. Dus hangt de vlag bij openbare gebouwen slechts drie dagen halfstok., korter dan bij overleden voorgangers
Vooral Bouteflika’s laatste jaren droegen een welhaast absurd karakter. In 2013 was hij getroffen door een beroerte, waarna hij niet goed meer kon spreken en in een rolstoel belandde. Toch werd hij het jaar daarop voorgedragen voor een nieuwe termijn en – dankzij frauduleuze praktijken – herkozen.
In 2019 wilde zijn entourage, voorop Bouteflika’s machtige jongere broer Said, deze truc herhalen, al kregen de Algerijnen hun president vrijwel nooit meer in het openbaar te zien. Daarop braken massale protesten uit. De machtige legertop, die al sinds de Algerijnse onafhankelijkheid in 1962 een beslissende stem in het landsbestuur heeft, besloot Bouteflika tenslotte te offeren.
Veel Algerijnen waren Bouteflika dankbaar voor de rust die hij het land na 1999 verschafte
Bouteflika hoorde nog tot de generatie die had meegevochten in de onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk. Als twintigjarige had hij zich bij het bevrijdingsfront FLN aangesloten. In 1962, amper 25 jaar oud, werd hij minister van jeugd en sport. Een jaar later werd hij minister van Buitenlandse Zaken. Dat bleef hij onder president Houari Boumédienne, die in 1965 via een staatsgreep aan het bewind kwam, tot diens dood in 1978.
Na een veroordeling wegens corruptie vluchtte Bouteflika naar het buitenland. Eind jaren 80 keerde hij terug in de top van het FLN in Algerije. Het volgende ‘zwarte decennium’ stond in het teken van een bloedige strijd tussen islamitische fundamentalisten, die via verkiezingen de macht in Algerije leken te grijpen, en het leger. Ruim honderdduizend mensen kwamen daarbij om. Het leger won en het was Bouteflika die Algerije na 1999 als president in rustiger vaarwater kreeg, door een amnestie voor de fundamentalistische leiders. „Ik ben de incarnatie van het Algerijnse volk”, stelde Bouteflika destijds voldaan vast. Veel Algerijnen waren hem dankbaar voor de rust die hij het land verschafte.
Hij zorgde dat de bevolking voldoende inkomen had maar een groot deel van de olie- en gasopbrengst ging naar leger en elite. Bouteflika verzuimde een gezonde economische en sociale basis op te bouwen. Toen de energieprijzen daalden, raakte Algerije alsnog in problemen. Louisa Dris Aït Hamadouche, een politicologe van de universiteit van Algiers, noemde Bouteflika’s twee decennia durende leiderschap daarom tegenover persbureau AFP „een opstapeling van gemiste kansen”.