Nu de Soedanese oud-dictator Omar al-Bashir wacht op zijn onzekere overdracht aan het Internationaal Strafhof (ICC), moet het Hof zich bezinnen op een proces in Afrika. Met ‘satelliet-justitie’ ontzegt het Strafhof slachtoffers namelijk de mogelijkheid om het gewelddadige verleden ter plekke te kunnen verwerken.
Met onderzoeken naar gruweldaden in 11 landen is Afrika dé proeftuin van het Strafhof. Sinds 2006 kwamen de 29 verdachten die in Den Haag verschenen uit Congo, Rwanda, Kenia, Ivoorkust, Oeganda, Mali, de Centraal Afrikaanse Republiek en Soedan. Omdat niemand in eigen land werd berecht had het Strafhof in Afrika vooralsnog echter nauwelijks voelbare impact. Dat de kersverse hoofdaanklager, Karim Khan, Den Haag nu als noodoplossing ziet, stemt hoopvol.
Momentum
Terug dus naar Afrika, met een lange traditie van openbare oorlogsprocessen. Oud-dictator Francisco Macías Nguema kreeg al een genocide-proces in 1979, in een bioscoop in Equatoriaal Guinee. Vanaf 1992 berechtte een Ethiopisch tribunaal-systeem à la Neurenberg 5.119 leden van de genocidale Derg-junta, waaronder hun leider, Haile Mariam Mengistu. In rechtbanken door heel Ethiopië deden duizenden getuigen hun verhaal. Zulk momentum, eigenheid en toegankelijkheid mist het Strafhof.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data75134472-266e55.jpg)
Die lokale onzichtbaarheid is een nawee van de straftribunalen voor Joegoslavië en Rwanda. De Verenigde Naties vonden dat internationale rechters in het buitenland moesten zetelen. Rechercheurs en procureurs van het Rwanda Tribunaal kregen dan wel een kantoortje in Kigali, maar de rechtszaken werden gehouden in Tanzania. Toen Rwanda zelf génocidaires ging berechten – ten overstaan van overlevenden – werd het internationale tribunaal een schim.
Het Speciale Hof voor Sierra Leone bracht de internationale strafrechtspleging wel weer dichter bij de gemeenschap. Wie wilde, kon zelf in Freetown de berechting van oorlogsmisdadigers meemaken. Totdat de hoofdverdachte, Charles Taylor, naar Nederland werd overgebracht. Het gevolg: een uitgestorven publieke tribune in een Leidschendamse buitenwijk. Even gênant is het dat het Strafhof voor Afrikaanse verslaggevers onbereikbaar was want Haagse hotels zijn voor hen onbetaalbaar en een visum krijgen ze zelden.
Zonder lokale weerklank is het Strafhof een echokamer van de westerse mensenrechtenindustrie. Het levert dan slechts fantoomjustitie aan de samenlevingen voor wie het zegt op te komen. Terwijl dat totaal onnodig is. ICC-rechters mogen gewoon ter plekke hoorzittingen houden. Dat de griffie en magistraten desondanks geen processen in Afrika wilden – dat vonden ze oncomfortabel, te duur en gevaarlijk – was desastreus.
Zonder lokale weerklank is het Strafhof een echokamer van de westerse mensenrechtenindustrie
Het is zonde dat het Strafhof zichzelf steeds onpopulairder maakte in Afrika. Oegandezen waren razend toen rechters een antropoloog uit Engeland – Oeganda’s voormalige kolonisator – hoorden als expertgetuige over ‘hun’ geschiedenis. In Mali vraagt men zich af wie die terechtgestelde jihadist, Al-Hassan Ag Abdoul Aziz, is. Kenianen verloren hun vertrouwen toen de rechters Uhuru Kenyatta vrijelijk tussen Nairobi en Den Haag lieten forenzen – omdat hij intussen president was geworden. Dat hun vroegere leider Laurent Gbagbo zich moest komen verantwoorden in een land dat zich vroeger verrijkte met slavenhandel was voor Ivorianen onbestaanbaar.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/05/web-0106zatbijstrafhofaminjpg.jpg)
Het Strafhof moet en kan beter. Aanklager Khan is de juiste persoon om het Strafhof nieuw leven in te blazen. Soedan biedt kansen voor het ICC om zichzelf als mobiele rechtbank her uit te vinden. Bashir zit daar al gevangen, wegens corruptie en witwaspraktijken. Khan onderhandelde al over een ‘memorandum of understanding’ met het nieuwe regime. Dat de huidige machthebbers bepalen welk bewijsmateriaal ze uiteindelijk aan hem doorspelen, is een afhankelijkheidsrelatie waarmee het Strafhof in elke zaak te maken krijgt. Voor nu opent het tenminste de deuren tot een begin van gerechtigheid.
Legitimiteit
Bijna iedereen heeft wel iets te winnen met een proces in Afrika – het liefst in Soedan, maar anders in de regio. De pragmatische Khan kan tevreden zijn met de vervolging van zijn vier verdachten – Bashir, plus de voormalige ministers Abdel Hussein en Ahmad Harun, die ook al vastzitten, en de nog voortvluchtige rebellenleider Abdallah Banda. Rechters kunnen de belofte om gerechtigheid „naar de meest weerloze slachtoffers te brengen” gaan waarmaken. En Khartoem wint aan legitimiteit binnen de internationale donorgemeenschap. Wel moet Khan nog wel de islamisten in het Soedanese juridische apparaat ervan overtuigen dat een ICC-proces complementair en eenmalig is.
Zijn belangrijkste motief moet zijn dat de slachtoffers met een proces dicht bij huis eindelijk een kans krijgen de berechting van daders met eigen ogen te aanschouwen en zo, op eigen terrein, in het reine kunnen komen met hun trauma’s van massavernietiging.
De aanstaande inhoudelijke behandeling van de zaak tegen Ali Abd-Al-Rahman – ex-aanvoerder van de Janjaweed die huishield in Darfur – die nog in Den Haag gepland is, kan een test-case zijn. Als het lukt om hoorzittingen in Afrika te houden dan moet het Hof bovendien zoveel mogelijk Afrikaanse rechters op de zaak zetten. Gebeurt dat niet dan zal een Haags proces het imago van het ICC als koloniaal instituut alleen maar verder versterken.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data75931385-760ca0.jpg)