Toen de populaire baritonzanger Ernst Daniël Smid twee jaar geleden als propagandist van een anti-rookactie optrad in de talkshow van Jeroen Pauw, bracht een ander onderwerp hem in een lastig parket. Pauw besteedde in die uitzending aandacht aan het feit dat Rob de Nijs was getroffen door de ziekte van Parkinson – en Smid had tot op dat moment gezwegen over zijn eigen parkinson. De buitenwereld wist nog van niets. Er werd een filmpje vertoond waarin te zien was dat De Nijs als een dronkeman van een podium was gevallen. En daarna hield Willeke Alberti, die eveneens te gast was, een pleidooi voor begrip en openheid jegens zulke patiënten.
„Ik zit erbij en twijfel”, schrijft Smid in zijn boek Ernst. „Zal ik mijn hand opsteken, uit de kast komen en vertellen dat ik al twee jaar parkinson heb? Dat ik zoveel herkende in wat we te zien hadden gekregen? Waarom eigenlijk niet? Ik durf het gewoon niet. Ik zou alle aandacht naar mij toe trekken, en vragen krijgen waar ik geen antwoord op weet of weten wil. Dus maak ik mijn laatste sigaret uit en vertel over het doel van de actie. Uit alle macht probeer ik met mijn door parkinson aangetaste stem duidelijk te spreken. Maar ik klink als een dronken verslaafde. Nasaal. Monotoon. Moeilijk verstaanbaar. Ze moeten het gemerkt hebben en ik weet dat het niet oké is.”
Prompt wemelde het op de sociale media van de beledigende teksten aan zijn adres. Alom werd hij uitgemaakt voor zatlap. „Ik was er al bang voor”, aldus Smid. „Na de uitzending vertel ik Jeroen Pauw dat ik al twee jaar ziek ben, en dat ik het om begrijpelijke redenen uit de bladen wilde houden. Ik moest aan mijn carrière denken. Jeroen begrijpt het en vraagt wat hij voor me kan doen.” Ter plekke spraken ze af dat er snel een thema-uitzending aan de ziekte zal worden gewijd. Met als gevolg dat Smid twee maanden later opnieuw bij Pauw zat, ditmaal in het gezelschap van Rob de Nijs, een neuroloog en een arts die zelf aan parkinson leed.
Zo sloeg de hoon uit het begin snel om in massaal gedeelde sympathie. De zanger die door zijn ziekte niet meer kon zingen, kwam alom in de aandacht te staan. En dus bedacht een uitgever dat er misschien ook voldoende belangstelling voor een autobiografie zou zijn. Het resultaat is Ernst, een boek waarin Smid zijn lezers het volle pond geeft. Zijn relaas gaat lang niet alleen over de ziekte van Parkinson (door hem consequent met een kleine p gespeld) en over het bijbehorende ziekteproces, maar vertelt tevens het veelomvattende levensverhaal van een man die zijn zangtalent – zo te zien in alle eerlijkheid – omschrijft als „redelijk bescheiden” en vaststelt dat hij altijd veel bedachtzamer had moeten zijn: „Ik ben mijn leven lang juist een onbenul geweest, een impulsieve en gepassioneerde gek.” Zoiets lees je niet vaak, in de autobiografie van een artiest uit de populaire sector.