Na Kaags besluit begon in CDA het gerommel

Vertrek Bijleveld Donderdag wilde Ank Bijleveld na een motie van afkeuring niet opstappen als minister van Defensie. Vrijdag deed ze dat toch, na druk vanuit de CDA-top. Verslag van een crisisdag in Den Haag.

Minister Bijleveld kondigde vrijdagmiddag haar aftreden aan met een verklaring op het ministerie van Defensie.
Minister Bijleveld kondigde vrijdagmiddag haar aftreden aan met een verklaring op het ministerie van Defensie. Foto Bart Maat / ANP

Als zich vrijdagmiddag in de hal van het ministerie van Defensie een groep journalisten meldt, met opschrijfboekjes en cameraploegen en fotografen, valt de beveiliger achter de receptie even stil. Wat komen ze allemaal doen? Nog voordat hij het antwoord hoort, leest hij het op zijn computerscherm. Zijn baas, demissionair minister van Defensie Ank Bijleveld (CDA), heeft haar ontslag ingediend bij de Koning.

De journalisten komen voor de verklaring die Bijleveld zal afleggen in haar ministerie. Ze zegt daar dat ze had willen doorgaan „om de opdracht te voltooien om de tolken die nog in Afghanistan zijn en op ons rekenen in veiligheid te brengen”. Zij had „verantwoordelijkheid” gevoeld, dat wilde ze „waarmaken”. Maar ze moest ook constateren dat haar aanblijven „onderwerp van discussie is geworden”. En dus had ze besloten op te stappen.

Nog geen dag eerder had dezelfde Bijleveld gezegd dat ze niet van plan was op te stappen. Oók niet als de Kamer de tegen haar gerichte motie van afkeuring zou aannemen. Het kabinet, en ook Bijleveld zelf, had immers in het debat van woensdag over de evacuaties uit Afghanistan al toegegeven dat er zaken niet goed waren gegaan.

Nieuwe versus oude politiek

Bijleveld had er geen rekening mee gehouden dat D66-leider en minister van Buitenlandse Zaken Sigrid Kaag wél haar consequenties zou trekken als de Kamer zich in meerderheid zou scharen achter die andere motie van afkeuring, over het optreden van het hele kabinet maar in het bijzonder over Kaags verantwoordelijkheid. Kaag had de CDA-minister ook niet vooraf van haar voornemen op de hoogte gesteld, zeggen meerdere bronnen tegen NRC. En dus hoorde Bijleveld pas in de debatzaal van de Tweede Kamer dat de minister met wie ze nauw had samengewerkt, had besloten haar ontslag aan te bieden. Achteraf bleek dat Kaag alleen demissionair premier Mark Rutte had gebeld, nog geen uur van tevoren, in de schorsing van het coronadebat waarbij hij aanwezig was geweest.

In de partij van Bijleveld was het gerommel diezelfde avond begonnen. Er waren CDA’ers die begrip hadden voor haar keuze te blijven – een motie van wantrouwen was een zwaarder instrument en die was niet aangenomen. En de regel was bij moties van afkeuring toch dat ministers eerder aanbleven dan weggingen? Anderen snapten er juist niks van – op deze manier liet het CDA toch alleen maar zien oude politiek te bedrijven? Achteraf, zeggen ingewijden, was het beter geweest als Bijleveld meteen dezelfde avond was afgetreden. Dan had het CDA Kaag óók de wind uit de zeilen kunnen nemen. Zij was nu de enige minister die wél haar conclusie had getrokken na de afkeuring door de Kamer.

De volgende dag volgde Bijleveld Kaag alsnog. In de verklaring die ze op het ministerie oplas zei ze: „Ik wil niet verhelen dat ik verbaasd was over de gevolgen. Ik heb mijn eigen afweging gemaakt. Ik wilde doorgaan om de taak af te maken waar ik voor sta, voor de mannen en vrouwen die in de frontlinie staan.”

Bij dat standpunt was Bijleveld vrijdagochtend in eerste instantie ook gebleven, blijkt uit gesprekken met ingewijden. Een paar uur voor haar verklaring was er op het ministerie overleg tussen Bijleveld, partijleider Wopke Hoekstra, demissionair vice-premier en minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid) en Ferd Grapperhaus (Justitie) geweest. Dat gebeurde parallel aan de ministerraad, waar Bijleveld niet aanwezig was. Ook interim-partijvoorzitter Marnix van Rij was erbij geweest. Vooral hij en Hoekstra hadden druk uitgeoefend op Bijleveld om alsnog op te stappen. Zij vonden haar positie onhoudbaar nu Kaag was opgestapt. Dat zij wél zou blijven was toch niet uit te leggen? Ze vroegen Bijleveld ook of ze bijzonder adviseur van het partijbestuur wilde blijven. De afgelopen maanden had Bijleveld Van Rij ondersteund toen de partij van crisis naar crisis ging.

De gang van zaken rook vrijdag naar een crisissfeer. Hoekstra kwam te laat aan bij de ministerraad en verliet die tussendoor eenmaal via een achteruitgang om de pers te ontlopen – hij ging nog eens naar het ministerie van Defensie, om later weer terug te keren.

De Jonge en Hoekstra zeiden achteraf allebei dat ze alleen met haar hadden „meegedacht”. Niemand had een beroep op haar gedaan om te gaan, zeiden ze ook. Maar er was ook niemand die een beroep op haar had gedaan om te blijven.

Na het voorlezen van haar verklaring op het ministerie wilde Bijleveld geen vragen van journalisten beantwoorden. Bij de uitgang kreeg ze alsnog een vraag: was ze onder druk opgestapt? Bijleveld, die al wegliep, vertraagde even haar pas. „Néé!”