Kunsthandelaar Frank Buunk: ‘Hoezo dreigementen? Het was slechts een fair warning ’

Kunsthandel Hoe goed zijn belangen van kunstkopers gewaarborgd? Drie klachten tegen de grootste kunsthandel van Nederland zorgden voor paniek bij twee branche-organisaties. Deel twee van een tweeluik.

Kunsthandelaar Frank Buunk van Buunk en Simonis: ‘Het recht is concreter dan ethiek'
Kunsthandelaar Frank Buunk van Buunk en Simonis: ‘Het recht is concreter dan ethiek' Foto Dieuwertje Bravenboer

Het is hoogst ongebruikelijk: rechters van een onafhankelijk tuchtcollege die arbitrage-opdrachten teruggeven omdat ze zich ernstig bedreigd voelen door een aangeklaagde ondernemer. Toch gebeurde het, in Nederland, afgelopen mei. En niet met een kortaangebonden marktkoopman of verkoper van tweedehands auto’s in de hoofdrol, maar met een handelaar in oude kunst.

Het is een incident dat een tekortkoming van tuchtrechtspraak aan het licht brengt, zeggen betrokken bestuurders. De wijze waarop de kunsthandelaar zich al negen maanden aan arbitrage weet te onttrekken zou even effectief kunnen zijn bij tuchtcolleges voor andere, net als de kunsthandel niet wettelijk gereguleerde beroepsgroepen, zeggen zij ook. De bestuurders roepen de overheid op middelen beschikbaar te stellen zodat tuchtrechters zich juridisch kunnen verweren als beklaagden arbitrage proberen te voorkomen door op voorhand te waarschuwen voor persoonlijke aansprakelijkstellingen en andere juridische procedures.

Lees ook deel 1 van het tweeluik: Kan de taxateur van een schilderij tegelijk beoogd koper zijn?

Dit artikel gaat over Frank Buunk, directeur-eigenaar van Simonis & Buunk in Ede, met 3.500 kunstwerken op voorraad waarschijnlijk de grootste kunsthandel van het land. In november dienden twee kunstkopers en één verkoper klachten over hem in bij twee branche-organisaties. Zij betichtten hem van het schenden van beroeps- en gedragsregels. De belangrijkste klacht gaat over een landschapschilderij van Jan Altink, waarbij Buunk als taxateur zou hebben verzwegen dat hij bieder op het doek was. In de krant van woensdag werd over de klachten uitvoerig bericht. In dit artikel gaat het over de (vooralsnog) falende klachtenprocedures.

In een lang gesprek in zijn kunsthandel is de kunsthandelaar open over de reden van zijn verzet. Hij wil voorkomen dat tuchtcolleges toetsen of hij zich hield aan de gedragscodes voor taxateurs en kunstverkopers. Hij noemt de klachten „ongerijmd” en „een samenzwering”. Gezamenlijk proberen de klagers juist hem te beduvelen. Tot zijn onbegrip zijn de klachten ontvankelijk verklaard. Hij verwijt de tuchtcolleges en de betrokken bestuurders vooringenomenheid.

Met hulp van vier advocatenkantoren (Buunk: „Voor ieder specialisme een ander kantoor”) en gecoacht door een oud-rechter probeert de kunsthandelaar arbitrage door de branche-organisaties op te houden tot een door hem aangespannen bodemprocedure tegen twee klagers is beslist. Hij hoopt zo te voorkomen, zegt hij, dat uitspraken van tuchtarbiters een rol kunnen spelen in de rechtszaal. „Het recht”, zegt hij, „is concreter dan ethiek.”

Procedurele fouten

Buunk verzet zich tegen de tuchtcolleges van de Koninklijke Vereeniging voor Handelaren in Oude Kunst (KVHOK) en de Federatie TMV, een verbond van taxateurs, onder meer uit de kunstsector. Bij beide brancheorganisaties probeerde hij de klachten niet-ontvankelijk te laten verklaren door te wijzen op procedurele fouten. Hij zou het „leuk” vinden, zegt Buunk, „als hij de klachten op formele gronden wint”.

Bij KVHOK overschreed het zogeheten scheidsgerecht volgens Buunk termijnen voor het doorsturen van klachten. Bovendien verstuurde de secretaris van het tuchtcollege mails over een klacht al voordat hij officieel was benoemd. In juli verklaarde de kunsthandelaar het scheidsgerecht onbevoegd. De tuchtcommissie mag volgens hem alleen oordelen over klachten tussen leden onderling en niet over klachten van klanten.

Toen de secretaris van het scheidsgericht op 2 september liet weten dat Simonis & Buunk zich na negen maanden toch echt aan arbitrage diende te onderwerpen, stuurde de advocaat van Buunk op 5 september een mail naar de KVHOK-voorzitter. Dat bericht, schreef de advocaat, was een laatste poging van zijn cliënt om een kort geding tegen het scheidsgerecht te voorkomen.

In de wind

Bij de Federatie TMV, waarvan Buunk al 37 jaar lid is, stelde Buunk zich harder op. Dat verbond had juist werk gemaakt van meer onafhankelijke arbitrage door het oprichten van de Stichting Kenniscollege Roerende Zaken. De drie klachten tegen Simonis & Buunk waren de eerste klachten die dit tuchtcollege zou behandelen. Buunk ontraadde bij herhaling om de klachten in behandeling te nemen. Toen de arbiters dit advies in de wind sloegen, liet de kunsthandelaar weten de schade van een negatief oordeel op hen te zullen verhalen met „persoonlijke aansprakelijkstellingen”.

Dat deed Buunk in een lange, op 15 maart verstuurde mail aan de secretaris van het tuchtcollege, met afschriften aan zijn vier advocatenkantoren. Die mail eindigde met: „Gezien deze aanspraak, waarvoor u bij deze bent gewaarschuwd, vraag ik u vriendelijk mij spoedig te verwittigen of uw college alsook elke arbiter afzonderlijk voor voornoemde aansprakelijkheid voldoende WA verzekerd is.”

De bestuursvoorzitter van het Kenniscollege, notaris Rien Meppelink, stuurde Buunk op 6 mei een aangetekende brief. Hij legde daarin uit dat de vijf tuchtrechters zijn aangekondigde aansprakelijkstellingen uitlegden als „pogingen om door middel van intimidatie en morele chantage de procesgang te verstoren en daarmee de rechters van het Tuchtcollege te beïnvloeden”. Omdat Buunk het verzoek om de dreigementen in te trekken naast zich neerlegde, gaf het tuchtcollege (een rechter, een jurist, een hoogleraar ethiek en twee kunstkenners) de arbitrage-opdrachten eind mei terug aan TMV.

Buunks reputatie „juridisch tot het gaatje te gaan” droeg bij aan die beslissing, zegt Arita Jol, de secretaris van het tuchtcollege. Het pas opgerichte Kenniscollege beschikt niet over de financiële middelen voor een langdurige rechtsgang en een verzekering voor dit soort geschillen bestaat niet.

Het bericht dat de klachtenprocedures waren teruggegeven maakte hem „nat van het lachen”, zegt Buunk. „Ik dacht: die tuchtrechters hebben sterke knieën.”

En hoezo dreigementen? Daarvan was beslist geen sprake, zegt Buunk. Hij herhaalt wat hij op 10 mei over de aansprakelijkstellingen schreef in een e-mail aan de voorzitter van het tuchtcollege: „Het was slechts een fair warning van mijn kant en niets meer dan dat.”

Na het terugtreden van het tuchtcollege stuurde Buunk op 27 mei nog een mail aan secretaris Jol van het tuchtcollege. Hij riep alle betrokkenen bij de Stichting Kenniscollege op hem „niet langer op onjuiste wijze te beschuldigen, aangezien ik er niet van gediend ben en het afbreuk doet aan de goede reputatie van Simonis & Buunk”. De kunsthandelaar besloot zijn mail met de aankondiging van aansprakelijkstellingen tegen de stichting en haar voorzitter.

Kunsthandelaar Frank Buunk van Buunk en Simonis: „Ik dacht: die tuchtrechters hebben sterke knieën.”

Foto Dieuwertje Bravenboer

Belofte

De onvoorziene omstandigheden plaatsten de branche-organisaties voor problemen. De belofte van een soepele klachtafhandeling konden ze niet nakomen. Als excuus kunnen de organisaties aanvoeren dat het hun eerste klachtenprocedures ooit waren, ook voor het in 2009 opgerichte scheidsgerecht van KVHOK. Van onwennigheid bleek duidelijke sprake. De klagers bij KVHOK moesten niet alleen 326,70 euro aan administratiekosten overmaken, ze kregen ook bericht dat het honorarium van de leden van het scheidsgerecht en andere niet nader gespecifieerde kosten in rekening gebracht zouden worden. Toen een van de klagers daarover zijn verontwaardiging uitsprak besloot het bestuur het bij de administratiekosten te laten.

De besturen van beide branche-organisaties zeggen dat de ingediende klachten hoe dan ook behandeld gaan worden. Het verzet van het aangeklaagde lid heeft alleen voor vertraging gezorgd, zegt KVHOK-voorzitter Pieter Ariëns Kappers. Ieder van de ruim zestig aangesloten handelaren in oude kunst dient zich bij klachten te onderwerpen aan arbitrage, zegt hij: „Er kunnen wel allerlei barrières worden opgeworpen, maar wij gaan er als bestuur vanuit dat het scheidsgerecht dan wel het bestuur in alle gevallen over ingediende klachten kan oordelen.”

Volgens interim-voorzitter Hans Puper van TMV, de federatie waarbij zo’n honderd taxateurs uit de kunstwereld zijn aangesloten, zijn de moeizame klachtenprocedures een illustratie van een maatschappelijke ontwikkeling. „Ook bij de reguliere rechtsgang is sprake van een enorme verruwing. Het wraken van rechters en grove uitlatingen over gerechtelijke uitspraken komen veelvuldig voor. Voor rechtspraak is minder respect. En de drang om luidkeels het eigen gelijk te verkondigen is groot.”

Kunsthandel Buunk en Simonis in Ede.

Foto Dieuwertje Bravenboer

Puper wijst op de wettelijke bescherming waarop tuchtrechters voor wettelijk gereguleerde beroepen als accountants, advocaten, gerechtsdeurwaarders, notarissen en medici kunnen rekenen. „Tuchtrechters voor andere beroepsgroepen staan alleen. Voor dat probleem moet een oplossing komen. Zeker omdat de overheid wil dat branches meer aan zelfregulering doen en klachtencommissies in het leven roepen.” De voorzitter roept de overheid daarom op de wettelijke aansprakelijkheid te beperken van onbemiddelde tuchtcolleges en branche-organisaties die door aangeklaagde leden bedreigd worden met juridische procedures.

Advocaat Willem van der Meer de Walcheren biedt zo’n oplossing aan twee van de drie personen die klachten indienden over Simonis & Buunk. Hij staat hen gratis bij in een bodemprocedure die de kunsthandel aanspande. Een principekwestie, zegt Van der Meer, omdat zijn cliënten anders allang het hoofd hadden moeten buigen: „Bedrijven en vermogenden die tegenstanders juridisch uitroken en kapot procederen, het komt steeds meer voor in Nederland. Simonis & Buunk was tegelijk taxateur en beoogd koper van een kunstwerk en heeft een taxatiecliënt om de tuin geleid. Als dat toegestaan wordt, is het einde zoek. Het lidmaatschap van branche-organisaties zou toch een keurmerk moeten zijn dat zulke praktijken uitsluit.”

Nieuw tuchtcollege

Het TMV-bestuur heeft het initiatief genomen tot het benoemen van een nieuw tuchtcollege, speciaal voor de drie klachten tegen de weerspannige kunsthandelaar. Interim-voorzitter Puper: „We willen graag dat getoetst wordt of leden zich aan het reglement hebben gehouden.” Dreigementen met aansprakelijkstellingen zullen bij het nieuwe tuchtcollege geen succes hebben, zegt de TMV-voorzitter.

Over de ingediende klachten kan Puper niks zeggen; dat is aan de tuchtrechters. Wel wil hij desgevraagd benadrukken dat een TMV-lid niet tegelijkertijd taxateur en aspirant-koper van een kunstwerk kan zijn. „In onze gedrags- en beroepsregels staat dat dat niet kan. Een taxateur moet in vrijheid tot een waardebepaling kunnen komen. Hij maakt het zichzelf en de hele beroepsgroep lastig als hij de functies van taxateur en koper toch combineert. Dat is ongeloofwaardig, je hebt de schijn tegen.”

Jurist én kunsthistoricus Antoon Ott van Artilaw, het juridisch adviesbureau dat TMV de afgelopen jaren adviseerde bij het professionaliseren van de organisatie: „Er is een cruciaal verschil tussen wat wettelijk mag en wat ethisch is toegestaan. Juist in de kunstsector, waar vertrouwen een groot en belangrijk aspect is, moet die ethische grens de echte grens zijn en niet de juridische.”

Alsnog arbitragezaken? Frank Buunk lacht. Hij heeft het lidmaatschap van de branche-organisaties niet nodig, zegt hij. Als de door hem aangespannen rechtszaken achter de rug zijn, wil hij best bij de tuchtcolleges verschijnen. En als hij gedragscodes zou hebben geschonden? „Als de tuchtrechters dat goed motiveren, leg ik me bij dat oordeel neer.” Maar hij voelt zich volstrekt onschuldig, benadrukt Buunk.

Dit is het tweede artikel over Simonis & Buunk. Over de klachten tegen de kunsthandel verscheen woensdag een artikel.
Reageren? Mail naar onderzoek@nrc.nl

Aanvulling 2 december 2021: Op woensdag 1 december heeft de rechtbank Zutphen de kunstverkoper veroordeeld tot het betalen van een schadevergoedering van 46.700 euro aan Buunk wegens het niet leveren van het verkochte schilderij. De verkoper gaat in beroep.