In elk geval op papier betreft het de felst begeerde baan van Hilversum. Die van omroepbaas der omroepbazen. Of, formeler geformuleerd, bestuursvoorzitter van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO). Op dit moment is dat Shula Rijxman. Begin mei dit jaar werd de zoektocht naar haar opvolger aangekondigd, halverwege deze zomer circuleerden de eerste namen al, maar intussen – medio september – is het alweer even stil.
Nu moet je ervoor waken teveel te willen lezen in die Hilversumse radiostilte. Voor hetzelfde geld staan er rijen bestuurders klaar om deze klus aan te nemen en is het selectieproces simpelweg nog niet voltooid. Of is er allang iemand gevonden en wordt er slechts nog op een geschikt moment voor de aankondiging gewacht.
Toch denk ik dat ook Rijxman zelf niet gauw zal betwisten dat haar rol in dit tijdsgewricht een ingewikkelde is. Bij de aftrap van het nieuwe tv-seizoen kon heel Nederland haar hardop horen zuchten over de complexiteit van haar functie. Eerder deze zomer kwam via NRC naar buiten dat de redactieraden van niet de minste omroepen en programma’s (NOS, NTR en Nieuwsuur) niet te spreken waren over het feit dat ze zich stilhield in de veelbesproken kwesties-Kaag en -Kelder, waarbij de onpartijdigheid van de publieke omroep in het geding was. Niet voor het eerst moest ze met lede ogen toezien hoe mediamakers meningsverschillen via de media uitspelen. Ook na de rituele voorjaarsdiscussie over de nieuwe programmering, die zich toespitste op het verdwijnen van geschiedenisprogramma Andere Tijden, riep ze haar collega’s al eens op discussies niet via het scherm uit te vechten. Tevergeefs, zo bleek bij de volgende rel.
In een interview in NRC noemde ze zichzelf onlangs zelfs „vleugellam”. Ze wílde Jort Kelder wel op de vingers tikken voor het uitlenen van zijn stagiaire aan Forum voor Democratie, maar kón het niet. Omdat, zo stelde ze, het Commissariaat voor de Media sinds daar sinds 1 juli de aangewezen partij voor is. En die neemt nu eenmaal de tijd voor hun onderzoeken. Nu is het natuurlijk maar de vraag hoeveel bloed er uit zou vloeien als zij zich wel uitgesproken had. Haar opstelling klinkt wel erg institutioneel. Je kunt je voorstellen dat een beetje stelligheid haar ditmaal wel zou worden vergeven.
Maar het ís ook ingewikkeld. Als ze zou luisteren naar haar critici bij taakomroepen NOS en NTR en zich ferm zou uitspreken kan het zomaar zijn dat ze de VPRO en WNL op de kast jaagt. Want deze omroepen moeten hun bestaansrecht nu juist niet met neutraliteit, maar met herkenbaarheid verdienen. Het ‘merk’ NPO suggereert een eenheid tussen taakomroepen en zuilomroepen die groter lijkt dan die is.
De geldschieter, het Ministerie van OCW, schakelde intussen een onderzoeksbureau in om de ‘maatschappelijke worteling’ van die omroepen nog maar weer eens tegen het licht te houden. Vooral de omroepen die eerder gedwongen gefuseerd en daarmee in zekere zin ‘ontworteld’ zijn vrezen in dat rapport als te weinig geworteld te worden weggezet.
Men lijkt in Hilversum maar niet te kunnen besluiten of de verzuiling nu voorbij is of dat er juist een herzuiling aan de gang is. Want dan kom je op je eerste werkdag als nieuwe opperomroepbaas – 1 januari 2022 – bij de ingang van het Mediapark ook de nieuwe collega’s van Ongehoord Nederland! en Omroep Zwart tegen. Nog meer kikkers om in de kruiwagen te houden. De functie van NPO-bestuurder lijkt eerder weinig benijdenswaardig dan felbegeerd.