Meerkoeten verwerken volop zwerfafval in hun nesten. Dat blijkt uit een analyse van twaalf meerkoetnesten die onderzoekers verzamelden in de grachten van Leiden – keurig na het broedseizoen. Alle twaalf bevatten zwerfafval. In drie ervan zat een wel heel specifieke categorie: nepplanten van plastic. Dat schreven onderzoekers van Naturalis Biodiversity Center vorige week in het tijdschrift Behaviour. Het is de eerste officiële melding van gebruik van nepplanten als vogelnestmateriaal.
Er zijn veel meer vogels die zwerfvuil gebruiken in hun nesten. „Maar nepplanten zijn natuurlijk een grappige categorie”, zegt Auke-Florian Hiemstra, eerste auteur van de studie. „Die zijn ontworpen om te lijken op het natuurlijke materiaal. En prompt zie je ze opduiken in nesten. Heeft zo’n stadsvogel eindelijk iets natuurlijks te pakken, blijkt het alsnog van plastic te zijn.”
De drie plastic nepplanten die Hiemstra aantrof, waren een sierasperge, een anjer en een ficus. „Het opvallende is dat wij vrijwel nooit nepplanten in de grachten zien drijven tijdens onze schoonmaakacties”, zegt de onderzoeker. „Maar meerkoeten vinden ze dus wel degelijk.”
Felgroene planten
Hiemstra is een van de coördinatoren van het project Plastic Spotter, waarbij vrijwilligers in kano’s elke week zwerfafval in de grachten opruimen. Meer dan vijfhonderd mensen doen er inmiddels aan mee. „We houden nauwkeurig bij wat er allemaal wordt opgevist”, zegt Hiemstra. „Het is een echt citizen science-project.” Daarnaast hebben vanaf 2021 duizenden mensen in heel Nederland waarnemingen doorgegeven van meerkoetnesten, via de website meerkoetnest.nl.
„Aan het eind van elk broedseizoen verzamel ik een aantal van die nesten om ze uit elkaar te halen”, vertelt Hiemstra. „Die stop ik eerst een paar weken in de vriezer, om nestparasieten te doden. En toch had ik een paar van die nesten op mijn sectietafel liggen waar felgroene planten uit staken. Ik dacht: dit kan helemaal niet! Dit plantenmateriaal moet al helemaal verdord zijn!”
Dat waren de genoemde nepplanten. „Bij de eerste dacht ik: wat grappig. Bij de tweede begon het me op te vallen. En bij de derde: hier is echt iets aan de hand, daar wil ik wat mee doen.”
Het tijdschrift Behaviour had een oproep uitgedaan: ‘Stuur ons artikelen over observaties die het delen waard zijn.’ Hiemstra: „Toen dacht ik meteen aan die nepplanten. Een typisch verschijnsel van het Antropoceen: het tijdperk van de mens.”
Ergens is dit natuurlijk heel treurig, benadrukt Hiemstra. „Maar het is ook fascinerend. In de grachten groeien maar weinig planten, dus meerkoeten hebben niet veel opties als het gaat om nestmateriaal. Dat ze dan uitgerekend kiezen voor een nepplant, die is gemáákt om te lijken op een natuurlijk materiaal, vind ik dan wel heel sterk.” Of de meerkoeten en hun jongen nadelen ondervinden van het plastic, gaat Hiemstra nog verder onderzoeken.
Hij vraagt zich overigens af of de meerkoeten doorhebben dat de planten nep zijn. „Dat weten we niet. Je hebt ook mensen die jarenlang nepplanten water geven zonder dat ze doorhebben dat die van plastic zijn. Nepplanten worden tegenwoordig niet meer zo perfect gemaakt, maar met butsen en bruine plekken, juist om ze echter te laten lijken. De gekte van die wereld, die vind ik als bioloog interessant.”
De drie gevonden nepplanten zijn nu onderdeel van de collectie van Naturalis. „Echt niet alleen als rariteiten”, zegt Hiemstra. „Ze vertellen een bijzonder verhaal, net als de andere objecten uit het museum. Dat verhaal willen we graag vertellen.”