China wil eigen tempo kiezen bij klimaatbeleid

Klimaatverandering Wil de wereld de opwarming van de aarde nog kunnen beperken, dan is samenwerking tussen de China en de VS een must. Maar in de aanloop naar de klimaatconferentie van Glasgow liggen de onderhandelingsposities nog ver uiteen.

Om van de klimaatconferentie begin november in Glasgow een succes te maken, is medewerking van China onmisbaar. Het land is verantwoordelijk voor 28 procent van alle uitstoot van CO2 ter wereld. Als China niet meedoet, wordt vrijwel zeker de in het akkoord van Parijs vastgelegde doelstelling niet gehaald om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius en liefst zelfs niet meer dan 1,5 graden.

Niet verwonderlijk dus dat het onderwerp ter sprake kwam tijdens het negentig minuten durende telefoontje tussen de Chinese president Xi Jinping en zijn Amerikaanse ambtgenoot Joe Biden vorige week. Biden’s klimaatgezant John Kerry sprak begin deze maand ook al met China, net als de Britse minister Alok Sharma, verantwoordelijk voor klimaatzaken.

Veel concreets leverden al die gesprekken niet op. En dat is desastreus. China stoot bijna twee keer zo veel CO2 uit als de VS. De uitstoot loopt er nog steeds op. President Xi Jinping maakte eind 2020 bekend dat China in 2030 zijn hoogtepunt in emissie wil bereiken en uiterlijk 2060 CO2-neutraal wil zijn. Volgens veel wetenschappers is dat aan de late kant. Westerse landen hebben vrijwel allemaal aangekondigd om hun uitstoot voor 2050 terug te brengen naar ‘netto nul’. Volgens klimaatwetenschappers is dat ook nodig om ‘Parijs’ te halen en daarmee gevaarlijke klimaatverandering zoveel mogelijk af te wenden.

Klimaatneutraliteit

Liu Jing, hoogleraar Accounting and Finance aan de managementopleiding CKGSB in Beijing, stelt dat China best bereid is om al eerder dan in 2060 te komen tot klimaatneutraliteit – maar niet zomaar. Liu deed onderzoek naar vooral de economische aspecten van China’s CO2-uitstoot. „China wil best meer doen”, zegt hij in zijn kantoor dat uitkijkt over het centrum van Beijing, „maar alleen als de onderhandelingen daarover deel gaan uitmaken van veel bredere besprekingen tussen de VS en China.”

China gebruikt per hoofd van de bevolking veel minder staal dan de VS.

Liu Jing hoogleraar

Alleen: de VS voelen daar niets voor. De Amerikanen proberen het onderwerp klimaat juist zorgvuldig te isoleren van alle andere conflicten die de verhouding tussen de twee grootmachten op het moment zo gespannen maken, zoals de Zuid-Chinese zee, handelsvoorwaarden, de Oeigoeren en de kwestie Hongkong.

Dat verschil kwam duidelijk naar voren na het bezoek van Bidens klimaatgezant, John Kerry, begin deze maand. Kerry zei naderhand tegen de pers dat hij tegen de Chinezen had benadrukt dat „klimaat niet ideologisch is, niet partijdig en evenmin een geostrategisch wapen”. Maar voor hun ontmoeting had de Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Wang Yi, de VS juist opgeroepen „China niet langer als bedreiging en tegenstander” te beschouwen. Dat zou neerkomen op een „majeure strategische misrekening”, aldus Wang. Samenwerking op het gebied van klimaat kan niet „uitgetild worden boven de hele atmosfeer in de betrekkingen tussen China en de VS”.

Voor Liu is het logisch dat China ook onderwerpen die met veiligheid en stabiliteit te maken hebben bij besprekingen wil betrekken. Niet alleen zijn dat in de ogen van Beijing dringender problemen dan het klimaat, ook voelt China zich steeds meer omsingeld door de VS en hun bondgenoten, zowel economisch als geopolitiek. Wang Yi noemde de klimaatonderhandelingen met de VS „een oase te midden van een woestijn”. Maar, zo waarschuwde hij, die oase kan snel ook in een woestijn veranderen als de onderhandelingen niet breder worden getrokken.

Toen China in maart van dit jaar zijn nieuwe Vijfjarenplan bekendmaakte, was de verwachting dat daarin concrete plannen zouden staan om de uitstoot van CO2 terug te dringen, maar uit het plan bleek dat die juist eerst nog sterk toeneemt.

China wil voorlopig alleen zijn emissie-intensiteit terugbrengen; de hoeveelheid CO2 die vrijkomt per eenheid van het bbp, het bruto binnenlands product. Als dat al lukt, dan neemt de uitstoot jaarlijks nog steeds toe met 1 procent of meer toe, domweg omdat er meer wordt geproduceerd. Ook moet groene energie 20 procent van China’s energiemix gaan uitmaken. Die doelstelling is zo beperkt dat groei van het gebruik van steenkool gewoon door kan gaan.

Toen Xi met zijn doelstelling kwam, gold dat als een spectaculaire stap vooruit. Het was de eerste keer dat China in elk geval een jaartal voor klimaatneutraliteit noemde. Toch is het niet genoeg:

Anderhalve graad

Kerry probeerde China er begin deze maand toe te bewegen om zich in elk geval te binden aan een maximale opwarming van anderhalve graad, maar dat wees China van de hand. Om Xi alsnog over de streep te trekken, wordt momenteel een top van zo’n dertig landen waaronder China voorbereid, die volgende week in de coulissen van de Algemene Vergadering van de VN in New York zal plaatsvinden.

Liu Jing vindt het niet gek dat China nog geen concretere klimaatplannen heeft, zegt hij in zijn kantoor met uitzicht over het centrum van Beijing. „Zo gaat het altijd. Eerst wordt er van hogerhand een nieuw beleid aangekondigd, pas daarna volgt de concrete invulling.” Maar hij wijst ook op de grote daadkracht van de Chinese overheid als er eenmaal wel voldoende gevoel van urgentie is. „Kijk naar hoe de overheid Covid-19 heeft bestreden. Dat kostte ons ontzettend veel geld en opoffering gekost, maar het gebeurde wel.”

Zware regenval leidde begin september tot grote overstromingen in de stad Dazhou. Foto’s STR / AFP

Liu geeft ook een andere verklaring voor het feit dat China nog niet voortvarend optreedt. Het land zit op het moment nog volop in een periode van groei, en heeft daar ook recht op. „Kijk bijvoorbeeld naar het gebruik van staal en het aantal auto’s per persoon; wij lopen in dat opzicht nog ver achter op de VS. We gebruiken per hoofd van de bevolking maar één derde van wat de VS aan staal consumeren. Japan en Korea gebruiken minder dan de VS, maar ook op die landen lopen we nog ver achter. Is het dan niet redelijk dat we eerst ten minste het niveau van Korea mogen bereiken?”

Klimaat is niet ideologisch

John Kerry klimaatgezant VS

Het grootste probleem met China’s CO2-uitstoot is dat nog altijd ruim de helft van China’s energie met vaak zeer vervuilende kolensoorten wordt opgewekt. China bouwde in 2020 ruim driekwart van alle nieuwe kolencentrales ter wereld, deels buiten de eigen grenzen. Gevolg is dat veel partijen betwijfelen of China wel ernst maakt met het terugdringen van de CO2-uitstoot.

Maar: „De bouw van nieuwe centrales wordt internationaal verkeerd begrepen”, zegt Liu Jing. „Die draagt juist bij aan het terugdringen van de uitstoot.” Het gaat volgens hem om moderne centrales die de oude, veel vervuilender centrales vervangen. Nu al helemaal op schone energie overstappen is volgens Liu voor China niet mogelijk, ook omdat problemen rond opslag van elektriciteit nog niet zijn opgelost.

Liu wijst erop dat klimaatproblemen logischerwijze veel hoger op de prioriteitenlijst staan in rijke dan in arme landen, die ook de welvaartssprong willen maken die rijke landen al achter de rug hebben. Hij vindt het daarom redelijk dat rijkere landen armere landen betalen om hun emissies terug te dringen. Dat gebeurt tot nu toe te weinig. Afspraken die daarover zijn gemaakt in klimaatonderhandelingen, zoals over een fonds van honderd miljard dollar per jaar voor klimaatbeleid in arme landen, worden onvoldoende nagekomen.

Zware overstromingen

Al met al zou het kunnen lijken alsof het klimaatprobleem China intern niet raakt. Niets is minder waar. Deze zomer kwamen bij zware overstromingen in de centraal-Chinese provincie Henan zeker driehonderd mensen om het leven. Er viel in juli in drie dagen tijd meer regen dan normaal in een heel jaar. Chinese media spraken van de zwaarste regenval ooit. Hoewel volgens de meeste klimaatwetenschappers de opwarming van de aarde bij dit soort extreem weer een rol speelt, wordt dat in de staatsmedia niet meteen op dit manier geduid.

Klimaatprotesten van burgers, zoals die in het Westen de laatste jaren plaatsvinden, zijn in China niet aan de orde, zegt Liu. „Bedrijven en burgers wachten eerst af wat de overheid voor regels oplegt, dan pas komen ze in actie.” Al zijn er volgens Liu wel bedrijven die voor de troepen uit lopen, vooral om economische redenen. „Ik ken de baas van een grote aluminiumsmelterij die bewust voor een locatie heeft gekozen waar de elektriciteit niet uit kolen, maar met wind en water worden opgewekt. Nu is dat een grote investering, maar als op den duur schone energie goedkoper wordt dan vuile, spaart hij er geld mee uit.”

In China maakt het voor de prijs van stroom nu nog niet veel uit hoe die wordt opgewekt. Maar het land zet voorzichtige schreden in de richting van emissiehandel. Daardoor zal het gebruik van olie en steenkool op termijn duurder worden en wordt het, ook in China, aantrekkelijk om te investeren in schone energie.