Reportage

US Open-winnares Emma Raducanu speelt ‘finesse-tennis’ van de toekomst

Tennis Emma Raducanu schreef geschiedenis door als qualifier de US Open te winnen. De 18-jarige Britse is een complete tennisster: technisch, snel en met een gevarieerd slagenarsenaal.

De 18-jarige Britse Emma Raducanu met de beker van de US Open.
De 18-jarige Britse Emma Raducanu met de beker van de US Open. Foto Seth Wenig/AP

Emma Raducanu (18) maakt wiegend met de beker van de US Open in haar armen lachend contact met Virgina Wade. Haar 76-jarige landgenote straalt op de tribunes evenzeer en laat de herinnering aan 1968 langskomen toen zíj in de finale in New York als jonge speelster afrekende met Billie Jean King. Zo zijn twee Britse winnaressen uit twee totaal verschillende tijden in gedachten op zaterdagavond even één. „Raducanu heeft tennisgeschiedenis geschreven”, zegt oud-tennisster Marcella Mesker een dag na de finale. „Haar optreden was zo indrukwekkend dat zelfs ik geen oog heb dichtgedaan.”

De 62-jarige Mesker doet als commentator op de Nederlandse radio verslag van de ‘tienerfinale’ tussen Raducanu en de één jaar oudere Canadese Leylah Fernández. „Vooraf had niemand dit voor mogelijk kunnen houden. Je hebt al snel door dat je naar iets bijzonders aan het kijken bent. Iets wat je altijd bij zal blijven”, zegt Mesker. „Zoals de winst van Krajicek [1996] op Wimbledon, de rivaliteit tussen Federer en Nadal, de zege van Maria Sjarapova op Wimbledon en de eerste finale van de zussen Venus en Serena Williams op de US Open van 2001.”

In aanloop naar de vrouwenfinale haalt de organisatie op 11 september 2021 herinneringen op aan de aanslagen van twintig jaar geleden op de Twin Towers, die destijds drie dagen na de all Williams final plaatsvonden in New York. Als de Panamees-Amerikaanse zangeres Daphne Rubin-Vega het volkslied zingt, bedekt een gigantische Amerikaanse vlag het center court ter nagedachtenis van de duizenden doden.

Raducanu en Fernández zijn beiden pas na ‘9/11’ geboren, maar voelen wel een zindering van emotie door het Arthur Ashe-stadion gaan. Nog geen minuut later is de spanning weg als ze tegenover elkaar op de baan staan. „Ze stappen écht allebei iedere partij de baan op met het gevoel dat ze gaan winnen”, legt Mesker uit. „Ook dat is bijzonder.”

Via kwalificaties naar de titel

Voor de partij gaat Mesker er in de radiostudio in Hilversum eens goed voor zitten. Haar eigen debuut in het hoofdtoernooi van de US open dateert van 1980 en eindigt al in de eerste ronde. Het levert Mesker destijds 6.000 dollar op. Voor haar liggen de feiten en cijfers van de eerste verrichtingen van Raducanu en Fernández, die op Flushing Meadows spelen voor een hoofdprijs van 2,5 miljoen dollar (2,1 miljoen euro). De Britse heeft zich zelfs als nummer 150 van de wereld via kwalificaties moeten plaatsen voordat ze na zes zeges zonder setverlies in de finale staat.

De opmars van haar Canadese tegenstander is bijna net zo opmerkelijk. De nummer 73 van de wereld rekent in New York met zes speelsters af die allemaal eerder minimaal in de kwartfinales van een grandslamtoernooi speelden. „Het is vooral de jeugdige onbevangenheid en de passie van twee vrolijke frisse piepjonge tennissters die meteen opvallen”, stelt Mesker. „Een zegen voor het tennis in deze tijden waarin sommigen na de pandemie als robotten over de baan lopen.”

De doorbraak van Raducanu – Roemeense vader, Chinese moeder, geboren in Canada en opgegroeid in Groot-Brittannië – en Fernández – vader uit Ecuador, moeder met Filippijnse roots, geboren in Canada en nu wonend in de VS – heeft in New York iets losgemaakt. Beide speelsters krijgen niet alleen steun van talloze ‘landgenoten’ uit de migrantenwijk Queens, maar worden door het Amerikaanse tennispubliek als underdogs op handen gedragen.

Raducanu leunt tijdens haar partij vooral op haar coach Andrew Richardson, terwijl Fernández na ieder punt applaus krijgt van haar familie in een volle spelersbox waarin alleen haar coach en vader Jorge Fernández uit bijgeloof ontbreekt. Mesker: „Tennis in New York is anders. Dat is popcorn en bier. Er is altijd geluid. Als fans bloed ruiken gaan ze helemaal mee in de partij. Dan kan het publiek echt een factor gaan vormen en kunnen tennissers vleugels krijgen.”

Als Raducanu en Fernández met hun ogen langs de tribunes van het grootste tennisstadion ter wereld gaan, kruisen hun blikken met tal van uitgenodigde oud-profs. Van Wade tot Tim Henman en van Andy Roddick tot Rod Laver. En van Billie Jean King tot de voormalige ‘kindster’ Tracy Austin, die pas zestien jaar was toen ze in 1979 in de finale van de US Open Chris Evert versloeg. En daarmee is Austin nog altijd de jongste winnares in New York ooit. „Al die tennissers vertegenwoordigen een eigen generatie, met een eigen speelstijl. Ik kom uit de tijd van Austin. We schakelden net van houten rackets over naar aluminium”, zegt Mesker. „Dat was bijna een andere sport. Totaal onvergelijkbaar met nu.”

Emma Raducanu oogde de hele partij net iets fitter en cooler dan haar tegenstander Leylah Fernandez. Foto John Mabanglo/EPA

Complete speelsters

Mesker kijkt bij vlagen met open mond naar de slagenwisselingen tussen Raducanu en Fernández. Zelden heeft ze twee zo complete speelsters gezien. De jongste van de twee oogt de hele partij net iets fitter en cooler dan haar tegenstander, die na een reeks van ‘driesetters’ meer dan twaalf uur tennis in haar benen had. Raducanu dreigt in de tweede set even het initiatief kwijt te raken, maar herstelt zich knap. Fernández raakt zichtbaar gefrustreerd en verliest zichzelf in de slotfase van de partij als Raducanu een blessurebehandeling krijgt voor een bebloed scheenbeen. Fernández gaat een zinloze discussie aan met scheidsrechter Marijana Veljovic.

Na 1 uur en 51 minuten maakt Raducanu met een ace een einde aan de finale. Met de setstanden 6-4 en 6-3 op het scorebord laat de winnares zich van geluk op het hardcourt vallen. De organisatie van de US Open noemt het op Twitter ‘een sprookjesachtig einde’. „Een verdiende zege”, zegt Mesker. „Raducanu is toch de completere tennisster van de twee.”

Hoewel er tal van verschillen zijn tussen de rechtshandige Britse en de linkshandige Canadese, ziet Mesker ook veel gelijkenissen. „Ze spelen allebei een spel dat vernieuwend is. Ze leunen met hun tennis niet vooral op pure kracht zoals de zusjes Williams, Lindsay Davenport, Kim Clijsters en Maria Sjarapova vooral deden”, legt Mesker uit. „Raducanu en Fernández combineren een enorm geloof in eigen kunnen met spelplezier en daarbij beschikken ze over een uitstekende techniek, hele snelle benen en een gevarieerd arsenaal aan slagen. Tot voor kort liepen vrouwen alleen naar het net om elkaar aan het einde de hand te schudden. Deze tieners hebben ook die grens weer verlegd. Dit zou wel eens het begin van een nieuw tijdperk in het vrouwentennis kunnen zijn. Van finesse-tennis.”

Mesker houdt nog wel een kleine slag om de arm, maar ze is ervan overtuigd dat vooral Raducanu het tennis van de toekomst speelt. „Natuurlijk zijn er de afgelopen jaren in het vrouwentennis vaker opeens jonge talenten opgestaan zoals Bianca Andreescu [winnares US Open 2019], Sofia Kenin (Australian Open 2020), Iga Swiatek [Roland Garros 2020] en Barbora Krejcčiková [Roland Garros]. Die zijn daarna weer weggevallen. Het grote verschil met hen is dat deze speelsters niet over de x-factor beschikken die Raducanu, en Fernández in iets mindere mate, wel hebben. Ik verwacht dat ze de komende jaren het beste tennis ooit gaan spelen.”

Toch zal Raducanu, hoe onbevangen de nieuwe kampioene ook oogt, vooral steun moeten blijven krijgen van de Engelse tennisbond. „Ze heeft alles om te slagen. Het is een slim meisje uit een stabiel gezin waarin niet alles om tennis draait”, legt Mesker uit. „Raducanu is nu wel opeens een het boegbeeld van een tennisland geworden, daarom zou het heel mooi zijn als oud-tennissers als Wade, Henman en Murray haar verder op weg helpen. Die weten als geen ander wat er nu op haar af gaat komen.”