„We gaan niet echt boksen hoor”, grapt de Surinaamse president Chan Santokhi nadat hij demissionair premier Mark Rutte bij aankomst op het Binnenhof een corona-boks heeft gegeven. „Nee”, lacht Rutte terug. „Integendeel, integendeel!”
Tijdens het werkbezoek dat Santokhi de afgelopen dagen aan Nederland bracht was er veel vrolijkheid. De opluchting dat de donkere jaren onder oud-president Desi Bouterse voorbij zijn, is groot. Niet alleen bij Nederland, dat worstelt met een ereschuld richting de oud-kolonie, maar ook bij Suriname zelf, dat na tien jaar Bouterse economisch in de touwen hangt en daar mede met investeringen vanuit Nederland en vanuit de Surinaamse gemeenschap hier weer uit hoopt te komen. „Ik heb het boek weer heropend”, zei Santokhi donderdag tijdens een ontmoeting in de Ridderzaal met leden van de Eerste en Tweede Kamer.
Zaterdag legde de vorig jaar aangetreden president een krans bij het Slavernijmonument in Amsterdam. Ook in dit dossier zit beweging: eerder dit jaar bood de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema al excuses aan voor de betrokkenheid van het stadsbestuur „bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaaf gemaakten”. Een adviescommissie van het ministerie van Binnenlandse Zaken concludeerde onlangs dat Nederland als geheel dit ook moet doen.
Santokhi wilde het vooral hebben over de toekomst. Over vier jaar zijn er weer verkiezingen. Santokhi zei „heel veel haast” te hebben. Mede daarom had hij tijdens zijn bezoek vijf ministers bij zich. Zondag trokken die huiswaarts met een stapel intentieverklaringen en overeenkomsten.
Zo blijft Nederland Suriname komend jaar voorzien van beschermingsmiddelen en coronasneltesten. Het Amsterdam UMC gaat helpen bij het opzetten van een niertransplantatie-programma, Schiphol bij het ontwikkelen van luchthavenfaciliteiten. Een stilgezet samenwerkingsverband met Amsterdam op het gebied van cultuur, onderwijs en stadsherstel wordt hervat.
Nederlandse boeren welkom
Tijdens zijn bezoek deed Santokhi ook een oproep aan Nederlandse boeren om naar Suriname te komen. Hij wees daarbij op het ruimtetekort en op het stikstofprobleem in Nederland. „We kunnen met elkaar een win-win-situatie creëren.” Ook wil hij dat Nederland helpt bij het klaarstomen van Surinaamse producten voor de EU-markt, waarvoor veeleisende certificering nodig is, en bij het bouwen van bruggen, wegen en havenfaciliteiten „met het oog op de vondst van grote olievelden” voor de kust.
In de Ridderzaal werd Santokhi warm onthaald door de Staten-Generaal, maar er werden ook kritische vragen gesteld over de aanpak van corruptie en de onder Bouterse sterk gegroeide Chinese rol in het land. China asfalteert wegen, maar kapt ook veel bomen. Suriname heeft zich bovendien diep in de schulden gestoken bij het land.
President Santokhi sprak over „morele herbewapening” van de jeugd. De rechterlijke macht is flink uitgebreid en krijgt „ter bevordering van de onafhankelijkheid een eigen budget”. En de olieopbrengsten van het land worden ondergebracht in een staatsfonds naar Noors model – Noorwegen is ook gevraagd om daarbij te helpen. Over China was hij voorzichtiger. Suriname onderhandelt met het Internationaal Monetair Fonds, India en China over de „astronomische” staatsschuld (in totaal 4 miljard dollar). Santokhi zei dat China, dat 552 miljoen dollar in Suriname heeft uitstaan, elk akkoord „zal moeten goedkeuren”. Nederland zal helpen bij de onderhandelingen.
Zaterdag werd het bezoek afgesloten met een receptie voor de Surinaamse gemeenschap in Nederland. Bij die gelegenheid deed Santokhi een oproep aan de 360.000 Nederlanders met Surinaamse wortels om hun vaderland op alle mogelijke manier te helpen. Hij maakte ook bekend dat zij vanaf 1 oktober visumvrij naar Suriname mogen reizen. Ook werd in Amsterdam het startschot gegeven voor het Diaspora Instituut Suriname, dat onder leiding van oud-Kamerlid Kathleen Ferrier de spil moet gaan worden in de contacten over en weer.
‘Santokhi vertegenwoordigt oude politiek’
Anneke Dalger uit Almere vecht al jaren tegen racisme en hielp vorig jaar Black Lives Matter-demonstraties te organiseren. Ze is er bij in het Oosterpark, zegt ze, omdat ze het fijn vindt dat de president uit het land van herkomst waar de slavernij heeft plaatsgevonden een krans legt.
Veel mensen zien de regering-Santokhi als een nieuw begin, Dalger zeker niet. Eigenlijk vindt ze dat het land bij de verkiezingen een kans heeft laten liggen.
„Deze mensen vertegenwoordigen voor mijn gevoel nog steeds de oude politiek en die heeft voor mij al lang afgedaan. Suriname is een jonge natie, met heel veel jonge mensen. Ik had gehoopt dat de jeugd het had overgenomen.”
Maar het werd Santokhi. Dalger zal hem onder andere beoordelen op de vraag of hij er echt in zal slagen alle groepen in Suriname met elkaar te verbinden. „Hij moet niet gaan polariseren.” Daarnaast heeft ze nog één vurige wens. „Ik hoop dat Suriname rekening houdt met de natuur, die nu terugvecht nadat wij de aarde zo lang ontzettend geëxploiteerd hebben. Mijn grootste zorg is dat ze met het milieu geen rekening houden. Ik weet niet of je multinationals als Shell naar Suriname moet halen. Dat is ook wat ik hem zou willen vragen: hou bij alles wat je doet rekening met het milieu.”
‘Dit is een meneer die gaat voor de binding van het volk’
Lionel Lalji heeft hoge verwachtingen van Santokhi. Lalji kwam in 1982 als rechtenstudent naar Amsterdam. Inmiddels loopt zijn carrière als advocaat op zijn einde en overweegt hij op korte termijn in te gaan op Santokhi’s uitnodiging aan de diaspora om weer te investeren in het land van herkomst.
„Ik denk dat zijn oproep aan de diaspora realistisch is. De Surinaamse studenten die destijds naar Nederland kwamen zijn nu pensioengerechtigd. Als je 25 procent van die groep kunt enthousiasmeren terug te gaan, dan win je heel veel kader – voor de rechtsspraak en de gezondheidszorg, bij voorbeeld. Je hoeft hier niet meteen abrupt met alles te breken, je kunt ook parttime gaan.”
Lalji denkt dat de nieuwe regering van Santokhi Suriname voor het eerst sinds jaren aantrekkelijk genoeg zal maken om zo’n stap te zetten. Bovendien, zegt hij, hebben de aankomende pensionado’s de goede tijd van voor de coup van 1980 nog meegemaakt. „Als student kon je toen leven als een koning met een studiebeurs. Het leven was bijna kosteloos en er was een zekere mate van democratie.”
Waarom heeft hij zo veel vertrouwen in de nieuwe man? „Hij is een president voor het hele volk van Suriname. De nazaten van de tot slaaf gemaakte personen zijn een belangrijke groep in Suriname. Als president ben je er voor die groep én voor mensen die als contractarbeider naar Suriname zijn gekomen, zoals Hindostanen en Javanen én voor de inheemse groepen. Het is een meneer die gaat voor de binding van het volk. Of je van Creoolse komaf bent of een Hindostaans uiterlijk hebt, zoals ik, maakt niets uit.”
Maar het belangrijkste voor Lalji is dat de nieuwe regering nog niet betrapt is op corruptie. „Ik denk dat hij er alles aan zal doen zijn regering schoon te houden.” De ophef over het feit dat Santokhi’s echtgenote, Mellisa Santokhi-Seenacherry, hoge functies kreeg vindt hij overdreven. „Er werden in het begin een paar schoonheidsfoutjes gemaakt. Maar zijn first lady heeft gestudeerd. Als ze een commissariaat krijgt is dat een verbetering vergeleken met de bemensing die er was.”