Recensie

Recensie Theater

Mooie rol van Marieke Heebink redt hysterisch melodrama

Theater In zijn nieuwste Édouard Louis-bewerking Gevechten en metamorfosen van een vrouw slaat Ivo van Hove alle nuances van de novelle plat. De voorstelling wordt echter gered door de mooie hoofdrol van Marieke Heebink.

Gevechten en metamorfosen van een vrouw van Internationaal Theater Amsterdam.
Gevechten en metamorfosen van een vrouw van Internationaal Theater Amsterdam. Foto Jan Versweyveld

Combats et métamorphoses d’une femme, de jongste novelle van de gevierde Franse schrijver Édouard Louis, heeft de vorm van een persoonlijke reflectie. De auteur stelt het leven van zijn moeder centraal en probeert te traceren onder welk patriarchaal geweld zij geleden heeft, als slachtoffer van een ongelukkig huwelijk, vastgeroeste rolpatronen en economische afhankelijkheid van haar man. Het interessante van de vertelstijl is dat we afhankelijk zijn van de herinnering en interpretatie van de schrijver, die zichzelf ook regelmatig de vraag stelt of hij, als homoseksuele man, de strijd van zijn moeder wel echt kan begrijpen en doorlopend zijn eigen schuld in haar lijdensweg bevraagt.

In de theaterbewerking van Ivo van Hove, die na het succesvolle Wie heeft mijn vader vermoord persoonlijk door Louis werd benaderd voor een theaterversie van zijn nieuwste werk, is die nuance grotendeels afwezig. Van Hove koos ervoor om van de vertellende insteek een dialoog tussen moeder en zoon te maken, zonder de tekst fundamenteel aan te passen (er zijn alleen wat passages geschrapt). De beschouwingen van de auteur worden zo deels in de mond van de moeder gelegd, waardoor de prikkelende afstand tussen interpretatie/projectie en werkelijkheid wordt opgeheven.

Lees ook: Zeven weken achter de schermen bij Age of Rage van Ivo van Hove

Daar is in principe niets mis mee – een theaterbewerking is nu juist waardevol omdat ze andere aspecten van het bronmateriaal kan blootleggen. Van Hove’s voorliefde voor drama met een hoofdletter D zit een diepgravende aanpak echter behoorlijk in de weg. Het conflict tussen de moeder (Marieke Heebink) en de zoon (Majd Mardo) wordt vanaf het allereerste moment op de spits gedreven: een aanzienlijk deel van de dialogen wordt geschreeuwd in plaats van uitgesproken en de verwijten vliegen over en weer. Van Hove laat zijn personages niet terugblikken, maar hun geschiedenis herbeleven, waardoor Louis’ tekst van een kalme en juist daardoor ontroerende overdenking tot hysterisch melodrama wordt gereduceerd. De illustratieve spelregie maakt alles nog oppervlakkiger: Heebink moet niet alleen steeds herhalen dat ze vastzit in een sleur van huishoudelijke taken, ze moet ze ook uitvoeren.

Kwetsbaarheid

Gelukkig weten de acteurs in enkele verstilde scènes toch de onderliggende kwetsbaarheid van de personages te vinden. In de schaarse momenten van toenadering tussen moeder en zoon zien we twee beschadigde mensen die plotseling de ruimte voelen om elkaar met generositeit en genegenheid te behandelen. Vooral Heebink doet dat magistraal: in haar rol traceert ze met grote precisie de ontwikkeling van een vrouw die ondanks decennia van liefdeloosheid toch nooit gebroken is.