Noorwegen kampt met een nationaal dilemma, zegt Morten Hansen (21). „We presenteren onszelf graag als hét groene land met onze schone energie, grote aantallen elektrische auto’s en de manier waarop we voor onze natuur zorgen. Maar we zijn ook een van de grootste olieproducenten ter wereld.”
Hansen (21) is vicevoorzitter van de Noorse jongerenorganisatie Natur og Ungdom (Natuur en Jeugd). De ngo (circa zesduizend leden, allen jonger dan 25 jaar) zet zich verspreid over het land met projecten en demonstraties in voor natuurbehoud en lobbyt bij partijen en overheden voor een ferme aanpak van klimaatverandering en het stoppen met olie- en gasboringen.
Hansen draagt een rechthoekige bril en een zwart T-shirt met in kleine witte letters de tekst „Het is duidelijk moeilijk”. Hij kijkt met spanning uit naar deze maandag, vertelt hij via een videoverbinding vanuit Oslo. Dan moet duidelijk worden hoe Noorwegen de komende jaren wil omgaan met dit dilemma.
De Noren kiezen een nieuw parlement en de afgelopen maanden is de vraag hoe om te gaan met de olieboringen uitgegroeid tot hét verkiezingsthema. Partijprogramma’s van links tot rechts staan bol van termen als det grønne skifte (de groene verschuiving) en het thema overheerst in vrijwel ieder debat. Ook blijkt uit peilingen dat jonge kiezers klimaatbeleid dit jaar het zwaarst laten wegen bij hun keuze voor een partij.
Dat er zoveel aandacht is voor de oliesector bij deze verkiezingen vindt Hansen niet alleen positief, maar ook bijzonder. „Als we de afgelopen decennia in Noorwegen spraken over het milieu, ging het altijd over klimaatverandering óf over olie. Maar die twee onderwerpen werden tot nog toe nauwelijks aan elkaar verbonden.” Door de publicatie van alarmerende rapporten over de effecten van het gebruik van fossiele brandstoffen, zoals dat van het IPCC eerder dit jaar, zijn partijen dit jaar gedwongen stelling te nemen.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/08/webhoofdbeeld1.png)
Veel steun voor boringen
De keuze is voor partijen minder makkelijk dan je zou denken. Ondanks de zorgwekkende rapporten blijkt uit een peiling van augustus dat 55 procent van de Noren nog altijd voorstander is van doorgaan met het boren naar olie. Zelfs onder jongeren is op dit moment geen meerderheid voor het stilleggen van de oliewinning.
Dat heeft te maken met de rijkdom die de olie aan Noorwegen (het dertiende land op de ranglijst van olieproducerende landen) verschaft: jaarlijks verdient het land zo’n 10 miljard euro aan olie-inkomsten. Sinds de jaren negentig heeft het met de olieproductie een staatsfonds van meer dan duizend miljard euro opgebouwd: uitgesmeerd over een bevolking van 5,4 miljoen mensen is dat een enorm bedrag waar generaties mee vooruit kunnen. Ook speelt mee dat er circa tweehonderdduizend Noren in de oliesector werkzaam zijn.
De grote partijen durven het dan ook niet aan om de olieproductie binnenkort stil te leggen. De Conservatieve Partij van de zittende premier Erna Solberg (die volgens de peilingen tweede wordt) zegt door te gaan met de productie „zolang het winstgevend is”. Ook de Arbeiderspartij onder Jonas Gahr Støre (die op winst staat) wil voorlopig doorgaan met boren, naar eigen zeggen om banen te behouden. De derde partij, de agrarische Centrumpartij, houdt zich überhaupt weinig bezig met klimaat. Hansen: „Het enige wat groen is aan hen, is hun logo.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/05/data71128631-31a5b8.jpg)
„Het beleid van de grote partijen is zo goed als hetzelfde”, verzucht hij. Toch maakt het volgens hem groot verschil welke partij de grootste wordt. „Als de Conservatieven winnen en we weer een rechtse regering krijgen, wordt ons werk intensiever en zal de boosheid onder jongeren toenemen. De afgelopen acht jaar [onder Solberg] zagen we de deadline steeds dichterbij komen terwijl er niets werd gedaan.”
Als de Arbeiderspartij wint, zal zij waarschijnlijk formeren met de Centrumpartij én een van de groene partijen zoals Milieupartij De Groenen of de Socialistische Linkse Partij, die wél voor het stopzetten van de olieboringen zijn. „Als zij in de regering komen, is er meer hoop.”
Kopermijn
Ook buiten het parlementsgebouw zijn er ontwikkelingen die Hansen hoopvol stemmen. Zo komt er steeds meer wetenschappelijk bewijs dat de economische argumenten om te blijven boren naar olie, zoals de gevreesde economische dip na de sluiting van boorstations, weerlegt. En Natur og Ungdom ziet steeds vaker resultaten van haar acties. Zo trok onlangs een Duitse koperproducent zijn steun terug voor de bouw van een kopermijn in een natuurgebied in Noord-Noorwegen na protesten van de jongerenorganisatie. „Als ik tijd heb om een stapje terug te doen, zie ik steeds vaker dat wat wij willen, gebeurt. Maar dan zie ik weer al het werk dat nog verzet moet worden en hoe ver we zijn verwijderd van het einde van het olietijdperk. Na de verkiezingen gaan we sowieso weer de straat op.”