‘Leven als een monnik heeft mij creatiever gemaakt en mijn engagement met de wereld vergroot. Ik leef intenser sinds ik zo’n tien jaar geleden toetrad tot de Benedictijner orde.
„Ik hoor dit ook terug van studenten. Mijn colleges zijn nu doorleefder, mijn standpunten zijn principiëler, politieker van aard. Wij hebben de plicht vluchtelingen op te nemen! Iedere vluchteling is Jezus in eigen persoon. Dat lees ik in het Evangelie.
„Ik schrijf ook anders dan ik tien jaar geleden deed: misschien te persoonlijk voor wetenschappelijke publicaties en te wetenschappelijk voor spirituele teksten – maar het komt voort uit wie ik nu ben, ik voel me onafhankelijker, krachtiger dan ik ooit geweest ben.
„Ik durf mezelf nu ook singer-songwriter te noemen. Sterker nog, ik durf zelfs op te treden, in het openbaar – ik kan het zelf bijna niet geloven. Dit najaar staat er een tour van vijftien optredens op het programma. Sinds een jaar of wat schrijf ik liederen, waarin ik uiting geef aan mijn zoektocht in het geloof. Na twintig jaar heb ik m’n gitaar weer ter hand genomen. Bob Dylan is voor mij een bron van inspiratie – zonder mezelf met hem op één lijn te willen stellen, uiteraard.
‘Regelmatig krijg ik verbaasde reacties. Veel mensen stellen zich toch iets anders voor bij het leven van een monnik. Ja, ik leef in een hechte geloofsgemeenschap, die zeven maal per dag in gebed samenkomt. Tegelijkertijd heb ik ook een leven buiten de muren van de abdij, ik ben heel graag onder de mensen.
„Ik ben van nature een vrij mateloze persoon. Doe ik iets, dan gá ik er ook echt voor. Al op jonge leeftijd maakte ik carrière in de wetenschap. Wie de academische wereld een beetje kent, weet dat er keiharde competitie heerst. Je moet er voortdurend, sneller dan de golven, vooraan kunnen zwemmen.
„Gaandeweg begon ik een soort leegte te ervaren. Een rivier sleurde mij mee, ik voelde een steeds groter gemis van de bron, waarvan ik steeds verder weg raakte. In moderne termen zeggen mensen dan: ‘pak ook je rust’, ‘ga op yoga’, ‘pas op voor een burn-out’.
„Zo werkt dat niet voor mij. Ik ben van de radicale keuzes, waarbij ik Thomas Merton als lichtend voorbeeld beschouw. Sta mij toe het hele citaat te geven, uit zijn boek No man is an island. Mooier kan ik het zelf niet zeggen: ‘Actie is liefde die zich naar buiten keert, naar andere mensen. Contemplatie is liefde die zich naar binnen keert, naar de goddelijke oorsprong. Actie is de stroom, contemplatie is de bron. Wij moeten leven zonder ons leven voortdurend effectief te willen maken. Werken zonder onmiddellijke beloning is ons deel. Liefhebben zonder onmiddellijke bevrediging van onze behoeftes. Leven zonder onmiddellijke erkenning. Zaden van contemplatie kunnen alleen maar ontkiemen in de goede aarde van vrijheid, spontaniteit en liefde.’”