Profiel

Een multimiljardair gaat Marokko besturen. Wie is Aziz Akhannouch?

Aziz Akhannouch Hun nieuwe premier is als prominente zakenman en vriend van de koning geen onbekende voor de Marokkanen. Hoe Aziz Akhannouch zijn vele verkiezingsbeloftes gaat inlossen, is minder duidelijk.

De nieuwe Marokkaanse premier Aziz Akhannouch tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Rabat, begin deze maand.
De nieuwe Marokkaanse premier Aziz Akhannouch tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Rabat, begin deze maand. Foto Fadel Senna/AFP

Hij is de zoon van een oliemagnaat, echtgenoot van een succesvolle zakenvrouw en een goede vriend van koning Mohamed VI. De 60-jarige Aziz Akhannouch mag zich nu ook premier van Marokko noemen. Na zijn verkiezingswinst van woensdag, kreeg hij vrijdag van de koning de opdracht een nieuwe regering te vormen.

Tijdens een persconferentie liet Akhannouch weten dat zijn partij het vertrouwen van de burgers wil terugwinnen en dat hij er alles aan gaat doen om het leven van de Marokkaanse burgers te verbeteren.

Akhannouch is geen onbekende in de Marokkaanse politiek. Hij werd in 2007 minister van Landbouw. In 2013 kreeg hij het ministerie van Financiën erbij, op aanwijzing van de koning.

Tijdens de verkiezingen was hij duidelijk zichtbaar. Hij trok het land in met een campagne langs ‘100 steden in 100 dagen’, waarin hij zich presenteerde als een toegankelijke man die casual gekleed in gesprek ging met de ‘gewone’ Marokkaan. Ook spendeerde hij duizenden euro’s aan gelikte televisiecommercials, waarin de doorsneeburger centraal stond. Geen stropdassen en dure pakken.

Zijn vrijgevigheid kreeg ook de aandacht tijdens de coronacrisis. De Marokkaanse koning richtte een fonds op om het virus te kunnen bestrijden en Akhannouch doneerde miljoenen.

Olie en gasindustrie

De vader van Aziz Akhannouch, Ahmed, begon in 1932 met het verkopen van olie per liter achter een kraampje in Casablanca en dat bleek een succes, want zijn bedrijf bloeide snel op tot een winstgevende multinational. Toen Aziz geboren werd in Tafraout –het zuiden van Marokko – was de oprichting van het familibedrijf Akwa Group, tot 2002 Afriquia genoemd, een feit. Het werd een naam die bij het straatbeeld van Marokko hoort. Bijna alle benzinestations behoren tot Afriquia. Naast olie en gas is de Akwa Group ook in het bezit van telecombedrijven en horecaondernemingen, zoals de hotelketen Ibis.

Zoals veel rijkeluiskinderen studeerde Akhannouch aan een universiteit in Canada, waar hij zijn master in bedrijfskunde haalde. Eenmaal terug in Marokko werkte hij zich op naar de top van de Akwa Group. Inmiddels heeft hij het miljardenconglomeraat van zijn vader overgenomen als topman. In 2020 werd hij door het Amerikaanse zakentijdschrift Forbes ingeschat op de twaalfde plek van de lijst met rijkste mannen van Afrika.

Rol RNI

De nieuwe premier was jarenlang lid van de RNI-partij, tot hij er in 2012 ineens uitstapte. De reden voor zijn vertrek werd nooit duidelijk. Eind 2016 keerde hij terug naar de partij, waarbij hij meteen de nieuwe voorzitter werd. Van oudsher zijn de banden tussen de RNI en het Marokkaanse koningshuis nauw. RNI-oprichter Ahmed Osman was getrouwd met de zus van wijlen koning Hassan II.

In 2018 werden verschillende bedrijven die in handen zijn van rijke Marokkanen, onder wie Akhannouch, geboycot na een Facebook-oproep die stelde dat het leven in Marokko te duur werd. Aanleiding was een prijsstijging van basisproducten, zoals melk en water. De Afriquia-benzinestations moesten het ook ontgelden. De boycot werd vooral een protest tegen de ongelijkheid in het land. „De welvarende zakenlieden verdienen hun geld over de rug van de burgers”, zeiden de demonstranten.

Een jaar later kwam Akhannouch opnieuw onder vuur te liggen nadat hij een denigrerende opmerking maakte over zijn landgenoten. Tijdens een partijbijeenkomst in Milaan zei hij dat Marokkanen „heropvoeding” nodig hebben, buiten het gezag om van de rechterlijke macht. Dit leidde tot woede bij de bevolking, waarbij er weer werd opgeroepen tot een boycot.

Verkiezingsbeloften

Als het aan de zakenman ligt, dan krijgt de Marokkaanse economie een impuls. Zijn slogan tijdens de verkiezingen was „jullie verdienen beter”. Hij wil het salaris van leraren verhogen, een miljoen banen creëren, het zorgsysteem verbeteren en alle ouderen voorzien van een pensioen. Wat al deze plannen gaan kosten en waar het geld vandaan moet komen, stond niet in zijn partijprogramma. En om deze punten daadwerkelijk uit te voeren, heeft hij de zegen van de koning nodig.