Midden in Berlijn, ingeklemd tussen de wijken Neukölln en Treptow, ligt een groene microkosmos. Op tien minuten fietsen van Neukölln, waar iedere zichzelf respecterende wereldburger op sandalen zich tegoed doet aan geijsde koffie, liggen hectares vol volkstuintjes. Daar wappert trots de Duitse vlag, herdershonden stuiven naar het tuinhek voor passanten, de gazons zijn minutieus volgens de voorschriften gemaaid. Terwijl Duitsland zich opmaakt voor de Bondsdagverkiezingen, telt hier wie de meeste koolrabi’s heeft geteeld.
Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw werd het groen, voorheen weiland, opgedeeld in percelen. Tussen 1961 en 1989 liep de Berlijnse muur langs de straat die dwars door de tuinen heen loopt. Aan de ene kant kon onbekommerd getuinierd en gevoetbald worden, de andere kant was een grenszone waar alleen Duitsers van onberispelijk gedrag kans maakten op een pasje waarmee ze naar hun perken konden.
De tuintjes, ook wel ‘Gartenlaube’, ‘Laubenpieper’, of, naar de geestelijk vader, ‘Schrebergarten’ genoemd (die laatste variant wordt vaak malicieus verhaspeld tot ‘Strebergarten’) vormen op hun beurt weer ‘koloniën’ die namen dragen als ‘Treptows Ruh’ of ‘Sorgenfrei’. Veel van die koloniën hebben een eigen verenigingshuis annex Biergarten.
De tuinierende Berlijners merken allemaal dat er minder bijen zijn de laatste jaren. De bloesem bloeit vergeefs. Toch maken ze zich meer zorgen over andere dingen, twee weken voor de Bondsdagverkiezingen en de lokale verkiezingen in Berlijn. Zo zijn velen bevreesd dat hun tuintje wordt geofferd voor een nieuwe weg of woontoren. Het behoud van groen op grotere schaal, het Amazonewoud of de ijskappen, heeft minder hun aandacht. Meermaals wordt de angst uitgesproken dat er binnenkort, met een progressieve regering, geen auto meer mag worden gereden in het centrum van Berlijn.
Een vrouw in een rode tanktop ligt op een ligbed op het gazon, ze tast naar haar aansteker in het gras om een sigaret aan te steken. Ze zegt dat ze altijd op Merkel stemde, tot 2015, toen „de buitenlanders het voor het zeggen kregen”. Dit jaar weet ze het nog niet. Ze heeft een hekel aan fietsers op straat, maar als de Groenen de nieuwe snelweg kunnen tegenhouden krijgen die haar stem. Een oudere man even verderop, weduwnaar en verzorger van negen zwerfkatten op zijn perceel, zegt dat hij al jaren niet meer stemt, „dat heeft toch geen zin”.
Verweesd
In Treptow in Oost-Berlijn, een van de aangrenzende wijken, wordt traditioneel veel op de SPD gestemd. Ook de voormalige DDR-regeringspartij Die Linke is er groot, naast de rechtspopulistische AfD. In Neukölln, in de DDR-tijd deel van West-Berlijn, is de SPD meestal het grootst.
De meeste mensen in de volkstuintjes lijken nog niet te hebben besloten op welke partij zij zullen stemmen op 26 september. Dat past bij het beeld dat de peilingbureaus geven: ongeveer 25 procent van de Duitse kiezers is nog zwevend, en bovendien werd in de afgelopen vijf maanden steeds afwisselend één partij gehypet. Aanvankelijk leken de Groenen een ruime meerderheid te zullen krijgen, vervolgens de CDU/CSU, inmiddels staat de SPD bovenaan. De kiezersgunst is volatiel.
Velen die in de afgelopen jaren hun kruisje bij Angela Merkels CDU zetten, meer vanwege de persoonlijkheid Merkel dan vanwege het programma van de CDU, zijn wat verweesd nu de bondskanselier terugtreedt. Een deel ervan wijkt uit naar SPD of Groenen. Bovendien was het een bewogen jaar, met een pandemie, een natuurramp en een afgang in Afghanistan.
Geen wonder dat de meeste burgers niet weten wie dat alles het beste in banen kan leiden – ook nu volgens de peilingen de manager-achtige Olaf Scholz van de SPD het voordeel van de twijfel geniet.
Bernhard Pilz en Monika Hörr
‘Straks mogen we alleen nog op elektrische steps’
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76028060-256056.jpg|//images.nrc.nl/to2Nl4yHoRVV9IM9jNAvU4CdIPk=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76028060-256056.jpg)
Foto Gordon Welters
Bernhard Pilz werd in 1950 geboren in het houten huisje op zijn perceel. De tuin was al van zijn grootvader. Het grootste deel van zijn leven woonde Pilz ook in het tuintje, wat eigenlijk niet mag, maar „in de DDR werd het gedoogd”. Toen de muur er stond, kwamen grenssoldaten vaak langs voor een glaasje sap of een worstje van de barbecue. Soms, bij vluchtpogingen, werden alle tuintjes en huizen uitgekamd door soldaten met honden.
Voor Bernhard Pilz is vooral de hoogte van zijn AOW, iets meer dan 800 euro per maand, een thema, en de steeds duurder wordende levensmiddelen. „Als je vroeger met 25 euro boodschappen ging doen had je een volle mand, nu kom je met een lege mand naar buiten.” Hij weet nog niet welke partij dat aanpakt en waar hij op zal stemmen, misschien SPD.
Zijn vriendin Monika Hörr wantrouwt de meeste politieke partijen. Ze is bang voor partijen die de klimaatcrisis willen tegengaan, „straks is de brandstof 2 euro duurder en mogen we ons alleen nog maar voortbewegen op een elektrische step”. Hörr heeft haar besluit voor 26 september al genomen. Ze wil het niet zeggen, maar: „Geen AfD!”
Heiko
‘In Duitsland is er voor alles een voorschrift’
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76027910-2bc19c.jpg|//images.nrc.nl/XmROuDDWaAwHKNhDnBvCrdb9_Yo=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76027910-2bc19c.jpg)
Foto Gordon Welters
Heiko en zijn vriendin sjouwen met stoelen over het grasveld. Twee donkere herders begroeten de bezoeker vriendelijk. Aan het houten huis midden op het veld hangt een bordje ‘Promilleweg’, een vlag met bierpul wappert boven het geheel. Is dit de Biergarten van volkstuincomplex ‘Stadtbär’? „Het is het verenigingshuis”, corrigeert Heiko, die liever niet met achternaam in de krant wil.
Veel van de tuintjes zijn kort na WOII aangelegd. „Wij staan op meters puin. Het schijnt dat precies hier de overblijfselen van warenhuis Karstadt zijn gedumpt. De grond is verontreinigd. Daarom zijn we hier uitgezonderd van de regel dat je op 30 procent van je perceel groente en fruit moet verbouwen.” Verder, zegt Heiko, is alles gereguleerd, tot en met de hoogte van de heg. „In Duitsland is er voor alles een voorschrift.”
Pal langs het perceel van Heiko is de afgelopen jaren een stuk snelweg aangelegd, dat het verkeer buiten de stad moet houden. Er wordt nog gesteggeld over wanneer het stuk weg moet worden geopend. Heiko weet nog niet wat hij zal stemmen, CDU of SPD. De CDU is volkstuineigenaars over het algemeen goed gezind, zo is Heiko’s ervaring. Niet zonder belang – de angst bestaat dat de weg moet worden verbreed en dat ook deze tuintjes moeten wijken.
Alice Döring
‘De Groenen vinden deze tuintjes maar kleinburgerlijk’
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76028076-02d9e2.jpg|//images.nrc.nl/M-FTBmqKhxnq17auUPRtbiIPSgk=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76028076-02d9e2.jpg)
Foto Gordon Welters
Alice Döring, een jonge vrouw met blonde paardenstaart en tatoeages tot in haar hals, drinkt limonade in de schaduw. Het tuintje waar ze staat is van vrienden, die inkopen aan het doen zijn voor de barbecue. Alice woont oostelijk van de Spree, wat op te maken is uit haar vocabulaire: „Wie zal onze tuintjes beschermen tegen de projectontwikkelaars? Niet de Groenen, die vinden deze hele Bonzenscheisse hier niets.” Met dat woord doelt Alice op mensen die in de DDR geprivilegieerd waren en bijvoorbeeld een tuintje hadden. „Ze vinden de tuintjes maar kleinburgerlijk. Ze zouden hier het liefst woontorens bouwen.”
Ook in haar eigen wijk is het vooral de gentrificatie die Alice stoort: „De hele oever wordt volgebouwd. De yuppen vinden dat ze recht hebben op uitzicht over het water.”
Geen van de partijen schijnt te weten hoe je stadsproblemen aanpakt zoals te veel verkeer en te weinig woonruimte, vindt Alice. Of ze gaat stemmen weet ze nog niet. „De meeste goedbedoelde maatregelen verergeren de boel.” Deze tuintjes, vindt ze, horen bij Berlijn, het is cultureel erfgoed. „De meeste mensen komen hier al hun hele leven. Iedereen kent elkaar. Het is hier als in een dorp.”
Mevrouw Taddiken
‘Vandaag de dag is niets meer zeker’
:strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76028138-d1cca1.jpg|//images.nrc.nl/0ON2UA9KyoyJG669EjD7KTaQFwQ=/1920x/smart/filters:no_upscale():strip_icc()/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2021/09/data76028138-d1cca1.jpg)
Foto Gordon Welters
‘Over een week kan ik met pensioen. Dan doe ik mijn auto weg, daar heb ik genoeg tijd in doorgebracht, dan doe ik alles op de fiets.”
Mevrouw Taddiken is ambulant ouderenverzorgster in het zuiden van Berlijn. Nu staat ze aan haar nachtschone te plukken. Met een blik op haar tuin: „Ieder jaar zijn er minder bijen, minder vlinders, minder vogels ook. Ik had veel bloesem dit jaar maar amper vruchten. Ik probeer altijd een hoekje met brandnetels te houden, daar houden de insecten van, maar het mag er niet te slordig uitzien, dan word ik erop aangesproken door het bestuur.”
Ondanks haar zorgen over het milieu denkt mevrouw Taddiken er niet over om op de Groenen te stemmen. „Die willen de hele binnenstad autovrij maken”, heeft ze gehoord. Ze vindt wel dat de stadse fietspaden wat beter mogen worden, er zijn overal hobbels door boomwortels.
Ze stemt SPD, haar hele leven al. Ze is blij dat ze daar niet te veel over na hoeft te denken, deze tijd is al ingewikkeld genoeg. „Vandaag de dag is alles omstreden, niets is meer zeker.”