Romantische liefde voor een lepelaar

Boek De Groningse bioloog Theunis Piersma heeft zijn hart verloren aan de lepelaar. Aan één specifiek individu zelfs.

Ach, lepelaar, wat ben je mooi, met je fraaie witte kuifje, je lange stelten en je grappige bestekvormige snavel! Laatst nog zag ik je naar voedsel zoeken in een sloot, vrolijk heen en weer zwaaiend met die lepel van je. En ik sta niet alleen in mijn lepelaarsliefde. Ook de Groningse bioloog Theunis Piersma heeft zijn hart verloren aan de Platalea leucorodia – aan één specifiek individu zelfs, een vrouwtje dat hij Sinagote heeft gedoopt, naar het dorpje in Bretagne waar ze ieder najaar vertoeft.

In het boek Sinagote – het levensverhaal van een lepelaar volgt hij haar, per auto, samen met enkele andere vogelkenners, op haar trek vanaf Vlieland naar het zuiden. Dankzij een gps-kastje op haar rug en kleurringen aan haar poten is ze goed te volgen.

Door de vele mensen die ze onderweg tegenkomen en door alle plaatsen die ze aandoen leest het boek bij vlagen wat te veel als een reislogboek. Alsof je in de cc staat van een groepsmail, afkomstig van een bevriende collega op wereldreis, of luistert naar een kennis die over zijn vakantie vertelt: „En toen kwamen we die en die nog tegen, en toen gingen we dáár nog heen.” Maar wat het boek zo interessant maakt, is dat het gaat over méér dan alleen dat ene vrouwtje. Piersma en zijn reisgenoten verweven hun verslag met allerhande informatie over lepelaars en over internationaal trekvogelonderzoek. Juist door die informatie, en door de vele foto’s, blijft het boek boeien.

Zo leer je al lezend dat, met de wind mee, lepelaars snelheden tot boven de 100 kilometer per uur kunnen bereiken – Sinagote haalt zelfs de 111 kilometer per uur – en dat ze grote afstanden vooral klapwiekend afleggen: „Het zijn dus beslist geen zweefvliegers zoals ooievaars.”

Sinagote doet zich ondertussen rustig tegoed aan rode rivierkreeften, ze zoekt contact met soortgenoten en plant zich voort. Al krijgen niet al haar nakomelingen zo’n poëtische naam als hun moeder: een van haar dochters, met wie ze regelmatig optrekt, heet simpelweg aBG/LBYf. Gelukkig doet dat aan de lepelaarsromantiek niets af.