Met vier vernietigende knallen begon vandaag twintig jaar geleden in New York, Virginia en Pennsylvania de eenentwintigste eeuw. Zoals iedereen weet ik nog wat ik die dag deed. Ik was derdejaars natuurkunde, en voor het opticapracticum zat ik de hele middag in een muffe, donkere ruimte om de spectraallijnen van een natriumlamp te ontwarren, urenlang zonder mobiele telefoon (die had ik überhaupt nog niet), radio of tv. Pas tegen half zeven ’s avonds hoorde ik wat er was gebeurd.
In de twintig jaar die volgden voltrok zich de eerste akte van deze eeuw, met macht, terreur, geld en technologie als hoofdrolspelers. Maar terwijl de Amerikanen zich als sluitstuk uit Afghanistan terugtrokken, roert de planeet zélf zich steeds nadrukkelijker op het wereldtoneel. Daarmee staat het tweede bedrijf van deze eeuw op het punt van beginnen, met het klimaat in een hoofdrol. Het klimaat, en onze inspanningen om de opwarming van de aarde te stoppen, is de komende decennia niet weg te denken uit de politiek en ons persoonlijke leven.
Neem afgelopen zomer. Mijn weercollega’s en ik verzuchtten dat er voor ons in de zomer tegenwoordig geen rustige dag meer bij is. Verzengende hitte in Canada en de VS. Brandende permafrost in Siberië. Catastrofale overstromingen in België, Duitsland en Nederland. In het Middellandse Zeegebied was de intense hitte een volgende stap in de verwoestijning van de hele regio. Orkaan Ida bracht zo veel regen dat de teller inmiddels op 71 doden en 42 miljard euro schade staat.
Zo wordt voor iedere wereldburger steeds vaker duidelijk wat precies de praktische, tastbare gevolgen zijn van de opwarming van de aarde.
Atmosfeer op hol
Het is natuurlijk logisch dat de atmosfeer op hol slaat als je er zo veel energie aan toevoegt. Een pannetje water gaat ook harder borrelen als je het gas hoger draait. Toch geef ik heel eerlijk toe: ook ik als klimaatwetenschapper sta te kijken van de schaal waarop de opwarming begint uit te pakken.
De verkeerde vraag bij al deze gebeurtenissen is of ze veroorzaakt zijn door de opwarming van de aarde. De juiste vraag is hoeveel érger het daardoor is geworden. Zie daar het zesde en nieuwste klimaatrapport van het IPCC, het klimaatorgaan van de Verenigde Naties. Vorige maand viel het met een virtuele dreun in mijn inbox. Met een goed gevoel voor timing gaat het rapport in op de vraag hoeveel extremer het weer nog zal worden. Als de camera op je nieuwe telefoon laat het op veel hogere resolutie zien wat er op ons afkomt. Geen meevaller, met een verveelvoudiging van droogte, wateroverlast, hitte en natuurgeweld zelfs in een lauwwarm klimaatscenario van twee of drie graden opwarming.
Het nieuwste klimaatrapport is onwaarschijnlijk goed geworden. Deze 3.949 (!) pagina’s kennis kun je zien als een markering van de volgende fase in de moderne geschiedenis. Niet omdat het een volledig, up-to-date, ongekleurd en nauwkeurig gewogen beeld geeft van alle kennis die de klimaatwetenschap heeft voortgebracht. Dat was in voorgaande rapporten al zo. Maar in dit rapport hebben de auteurs het klimaatprobleem definitief onvermijdelijk gemaakt. Het klimaat is nooit dringender in de schijnwerpers gezet. Niet langer komt de opwarming voor zus en zoveel procent waarschijnlijk door de mens, maar zij is onmiskenbaar het gevolg van menselijk handelen. Aan het palet van zekerheid dat door het rapport verweven is, lopend van „onwaarschijnlijk” via „waarschijnlijker wel dan niet” tot „vrijwel zeker”, is een extra kwalificatie toegevoegd: die van „feit”. De werking van broeikasgassen is daarmee na meer dan 150 jaar definitief toegetreden tot het podium van onwrikbare zekerheden waar ook de zwaartekracht, de wetten van Maxwell, de relativiteitsleer en de kwantummechanica al stonden.
Het spannende plot
Met zo veel zelfvertrouwen van de klimaatwetenschap voel ik me meer dan ooit gesterkt om stellig te zijn over de opwarming. Natuurlijk kies ik de nuance waar die past, maar de tijd is meer dan rijp voor sweeping statements over de oorzaken van de opwarming, en wat je ertegen moet doen.
Daarover is het IPCC-rapport ook duidelijk: de menselijke netto-uitstoot van broeikasgassen moet naar nul. De komende vijftien jaar zullen bepalend zijn voor het klimaat van de komende tienduizend jaar, zei ik twee jaar geleden op een bijeenkomst van pensioenfonds ABP. En hoewel het ABP zelf met aanhoudende investeringen in de fossiele industrie illustreert dat niet iedereen met evenveel urgentie het restant van deze eeuw instapt, is het volgens mij onvermijdelijk dat de uitstoot naar nul gaat. De roep erom wordt vanuit de samenleving steeds luider en verstomt niet meer.
Hoe die grootste omwenteling sinds de industriële revolutie zal gaan, dat wordt het spannende plot van de komende twintig jaar. Na de ouverture van de eenentwintigste eeuw breekt nu een periode aan waarin leiders grote besluiten moeten nemen die omgeven zijn door onzekerheid. Maar de onzekerheid komt niet langer van de klimaatwetenschap. Die heeft de verhaallijn voor een goede afloop nu duidelijk geschetst.