Tom Hanks, Idris Elba, Pink: begin 2020 leek het er wel op of Covid-19 vooral een ziekte was die beroemdheden trof. De ene na de andere celebrity meldde op sociale media door het nieuwe coronavirus getroffen te zijn. Uit onderzoek van wetenschappers van de Universiteit van Mannheim blijkt nu dat mensen met een hogere sociale status inderdaad vaker het slachtoffer waren aan het begin van de pandemie.
Na een paar maanden werden mensen met een lagere sociale status harder getroffen. Dat was niet alleen zo met covid, maar het was ook het geval met de Spaanse griep in 1918. De onderzoekers publiceerden hun bevindingen deze week in het tijdschrift Social Psychological and Personality Science.
De onderzoekers bekeken data over covid-infecties van het eerste halfjaar van de pandemie uit 3.132 Amerikaanse, 299 Engelse en 400 Duitse regio’s. Daarnaast vonden ze gegevens van ruim anderhalf miljoen Amerikanen die de Spaanse griep meemaakten.
Amerikaanse graven
Voor de huidige pandemie leidden de onderzoekers sociale status af aan de hand van het gemiddeld inkomen in een regio: hoe hoger dat inkomen, hoe hoger de status. Uit de geregistreerde opmars van de besmettingen werd duidelijk dat het virus zich sneller verspreidde in regio’s met een hoger gemiddeld inkomen. In regio’s met de hoogste 10 procent inkomens, sloeg covid in de eerste maand van de pandemie in de VS met een factor 9,9 harder toe, in Duitsland met een factor 2,8 en in Engeland met een factor 1,2. De onderzoekers verklaren dit uit het feit dat de mensen hier mobieler zijn, meer sociale contacten hebben en meer zelfstandig gedrag vertonen: zaken waarvan een virus profiteert.
Na enkele maanden van maatregelen verspreidde de pandemie zich bovengemiddeld onder mensen van lagere sociale klasse. Zij waren minder goed in staat afstand te houden en werden moeilijker bereikt met voorlichting.
Voor de Spaanse griep gebruikten de onderzoekers – bij gebrek aan medische en sociaal-economische gegevens – data die ze verkregen door miljoenen Amerikaanse graven op findagrave.com te analyseren. Omdat de Spaanse griep vooral mensen trof van jonger dan veertig, zochten ze naar grafstenen van relatief jonge mensen.
Vaak voorkomende voornamen
Sociale status leidden ze af aan achter- en voornamen. Mensen uit ‘goede milieus’ gebruikten relatief vaak ‘gewone’, vaak voorkomende voornamen; ‘zwarte’ achternamen duidden juist op een lagere status. Uit deze analyse kwam hetzelfde beeld naar voren: eerst raakte het virus de rijken, daarna de armen.