Het door de coronamaatregelen gestimuleerde thuiswerken zorgt voor een stuk minder verkeersopstoppingen. Dat is een van de conclusies uit een donderdag gepubliceerd rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat allerlei mogelijke gevolgen van (blijvend) thuiswerken onderzocht. Het totaal aantal reiskilometers neemt niet per se af door de nieuwe manier van werken, maar het thuiswerken heeft wel tot gevolg dat minder mensen tegelijkertijd de weg op gaan.
Vooral werknemers die ook vóór de pandemie al weleens thuiswerkten, zijn dat nu meer gaan doen. Van die groep werkte 6 procent in 2019 uitsluitend thuis, eind 2020 was dat 17 procent. Het totaal aantal werknemers dat gedeeltelijk dan wel volledig thuiswerkte groeide minder hard; van 41 naar 46 procent. Een vergelijkbare trend was ook voor de coronapandemie al te zien. De verwachting is dat ook na de coronacrisis meer thuis zal worden gewerkt, al is dit volgens het PBL lastig te voorspellen.
„Van de coronalockdowns hebben we geleerd dat 20 procent minder autokilometers kan leiden tot 70 procent minder files,” schrijft het PBL. Die minder autokilometers worden buiten het spitsuur wel alsnog gemaakt: mensen die thuiswerken, gaan vaker de deur uit om bijvoorbeeld te winkelen of op visite te gaan. Doordat de bespaarde reiskilometers zo grotendeels alsnog worden gecompenseerd, is het effect van thuiswerken op de daling van stikstof-, fijnstof- en CO₂ beperkt.
Kantoren en woningen
Uit gesprekken met een focusgroep van werknemers maakt het PBL verder op dat mensen die meer thuis zijn gaan werken, het belangrijker vinden hoe ze wonen. Zo hechten sommigen van hen meer waarde aan een rustige omgeving en een huis waarin zij prettig kunnen werken. Dit heeft tot nu toe geen effect gehad op de woningmarkt, onderzocht het PBL. De toename in het aantal mensen dat de stad omruilt voor een plek daarbuiten, is tijdens de coronacrisis vergelijkbaar met de periode daarvoor.
Ook op de kantorenmarkt lijkt het thuiswerken weinig effect te hebben. Er zijn ongeveer evenveel bedrijven die verwachten dat ze in de toekomst minder kantoorruimte nodig zullen hebben als bedrijven die denken te zullen krimpen in oppervlakte; beide zo’n 50 procent. Wel is de verwachting dat er veranderingen plaats gaan vinden in hoe de kantoorruimtes worden gebruikt. Zo is er door thuiswerken minder behoefte aan werkplekken, en meer aan bijvoorbeeld overlegruimtes.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data74074801-25ee36.jpg)
/s3/static.nrc.nl/liveblog/files/2021/09/web-0107buicoronablog1.jpg)