1. Manuela Piemonte: De kinderkolonie
De historische roman De kinderkolonie van de Italiaanse schrijver Manuela Piemonte is het verhaal over Sara (9), Angela (7) en Margherita (4), die met hun ouders in de Italiaanse kolonie Libië (‘de Vierde Kust’) wonen. Van de ene op de andere dag worden de kinderen in 1940 verplicht (‘Dat heeft Il Duce besloten’) met duizenden andere kinderen op de boot naar Italië gezet om daar zomervakantie te houden. Aan ouders en aan kinderen wordt beloofd dat zij na drie maanden weer thuis zullen zijn. De meisjes komen echter terecht in een fascistische kinderkolonie in Ligurië. De drie maanden worden zeven jaren. Brieven aan ouders worden verbrand, brieven voor de kinderen bereiken hen niet. Piemonte ontmoette in 2013 bij toeval Ernesto Susigan, die zelf ook in zo’n kinderkolonie had gezeten en zijn archief over de kinderen van de Vierde Kust aan haar ter beschikking stelde. Piemonte schrijft haar ‘fantasieverhaal’ klein en betrokken, maakt de ellende niet groter dan die al is en vervlecht er het verhaal van de amazone doorheen. (In Italië is de titel dan ook Le ammazoni). Deze heldhaftige amazones zouden redders in nood zijn en de twee oudste meisjes hadden er één in Libië gezien. De stoere vrouw te paard verloor een diamant die Sara altijd bij zich heeft gehouden – zou die in de kinderkolonie niet eens een keer geluk mogen brengen? Een uiterst zorgvuldig opgezet verhaal mede gebaseerd op het fascistische reglement voor de kinderkolonies. Over de Italiaanse kinderkolonies in de Tweede Wereldoorlog bestaan ook twee documentaires van het Istituto Luce Cinecittà: Vacanze di guerra van Alessandro Rossetto en Profughi a Cinecittà van Marco Bertozzi.
Manuela Piemonte: De kinderkolonie. (Le amazzoni). Vertaling Saskia Peterzon-Kotte. Ambo/Anthos, 331 blz. € 22,50
2. Jolanda Ivonne Clément: Oostwaarts
Een verfijnd Nederlands equivalent – ook aan deze roman ligt de oorlog ten grondslag – is het verhaal over de zevenjarige Heindert die gepest wordt op school en niet begrijpt waarom. Zijn moeder begrijpt het wel maar vertelt het hem niet: zij was verliefd op een Duitse soldaat en kreeg van hem een kind. Een ‘moffenkind’ volgens de buurt en zelfs de leraren op school treiteren hem daarmee. Zijn moeder Suze lijdt volgens Heindert aan het Polygoonsyndroom – iets vertellen maar vooral zwijgen. Het debuut Oostwaarts van Jolanda Ivonne Clément heeft nog een veel diepere, vileine laag waardoor de verknipte moeder steeds op de vlucht moet met haar zoon. Clément schreef de roman in de vorm van een roadtrip die langzamerhand overgaat in een psychologische thriller met achtervolgingen waarbij hallucinaties en dagdromen elkaar afwisselen. Oostwaarts is een knappe verbeelding van het naoorlogse schuld- en boeteleed waar vrouwen als Suze na de oorlog mee te maken hebben gehad.
Jolanda Ivonne Clément: Oostwaarts. Ambo/Anthos, 244 blz. € 21,99
3. Charles-Joseph de Ligne: Brieven aan de markiezin de Coigny
Volgens Goethe was de Belgische prins Charles-Joseph de Ligne (1735-1814) ‘de vrolijkste man van zijn tijd’, bij verschijning van zijn in het Nederlands vertaalde memoires noemde de NRC-recensent hem een ‘pre-romantische onbenul’ en volgens vertaler en De Ligne-kenner Marijke Arijs was de prins ‘met stip de meest kosmopolitische Belg van de achttiende eeuw’. Zijn literaire faam verwierf hij pas na zijn militaire loopbaan met de Brieven aan de markiezin de Coigny (1787) die nu zijn vertaald. In deze brieven schrijft De Ligne aan de markiezin, van wie hij wist dat ze een literaire salon in Parijs had waar zijn brieven zouden worden voorgelezen, over zijn expeditie aan de vooravond van de Franse Revolutie naar de Krim in 1787 waarvoor hij was uitgenodigd door tsarina Catharina de Grote. In zijn vijfde brief, de mooiste in literair en inhoudelijk opzicht, blikt hij terug op alle tegenstrijdigheden in zijn leven. Zo weet hij al te goed dat hij een vrolijke Frans is, maar moet hij zichzelf dwingen ‘het te zijn voor diegenen die het niet zijn’. En hij vraagt zich af waarom hij zijn hele leven aan alle Europese vorstenhoven heeft gesleten, terwijl hij helemaal niet gesteld is op plichtplegingen en eerbewijzen. In zijn achtste brief laat hij ook twee eeuwen later niet zonder ironie weten, dat het hem bekend is dat ‘positieve berichten over Rusland doorgaans niet worden geloofd’. Natuurlijk moet de markiezin hem wél geloven want hij liegt alleen ‘tegen vrouwen die er heel anders uitzien’ dan zij. We zouden hem nu een flamboyante flaneur en hofhopper noemen, maar dan doen we ook Arijs tekort die in haar nawoord het werk zorgvuldig naar een literair niveau weet te tillen.
Charles-Joseph de Ligne: Brieven aan de markiezin de Coigny (Lettres à la Marquise de Coigny). Vertaling en nawoord Marijke Arijs. Vleugels. 64 blz. € 22,90
4. Henk Schulte Nordholt: Is China nog te stoppen?
In 2016 verscheen het zeer succesvolle CHINA en de barbaren. Het verzet tegen de westerse wereldorde van sinoloog Henk Schulte Nordholt. Hij legt ook in de vorig jaar geactualiseerde editie uit hoe de communistische partij de klassieke cultuur gebruikt om de samenleving opnieuw in te richten. In het kritische betoog Is China nog te stoppen? beschrijft Schulte Nordholt het begin van de coronacrisis in China en hoe het virus daar zo snel zou zijn verdreven. Dit gebeurde volgens hem met één doel: dat de communistische partij verder kan streven naar ‘een perfect draaiende eenpartijstaat’ die wel degelijk een bedreiging vormt voor de democratische wereld, aldus Schulte Nordholt. Hij heeft geen geloof in president Xi Jinping, des te meer in de Chinese bevolking: ‘Dankzij hen komt het goed met China en tussen China en het Westen.’ Uitgesproken aanrader om de veranderende wereld met China als een van de grote spelers, beter te begrijpen.
Henk Schulte Nordholt: Is China nog te stoppen? Hoe een virus de wereldorde verandert. Querido, 136 blz. € 12,50
5. Joosje Duk: Ik zie je bij de uitgang
In de Nederlandse ziekenhuizen zijn op het moment van schrijven 678 mensen met Covid-19 opgenomen en 215 ernstig zieke coronapatiënten liggen op de IC. Wat zeggen deze cijfers? Na lezing van het persoonlijke verslag Ik zie je bij de uitgang van scenarioschrijver en regisseur Joosje Duk wellicht meer, omdat de impact duidelijk wordt van een IC-opname. Op 1 april 2020 wordt de vader van Joosje Duk, advocaat Rogier Duk, opgenomen in het ziekenhuis en belandt binnen de kortste keren op de IC waar hij weken in coma ligt. Alles wordt beschreven: de overbelasting van verpleging, het één uur per dag op bezoek mogen en het medeleven van familie en vrienden op de app of aan de deur. Goedbedoelde fascinatie voor de ziekte die soms doorslaat naar ‘voyeurisme’, schrijft Duk. Tot het einde blijft het de vraag of de vader herstelt en nog wakker zal worden. Alle holle frases van ‘trots zijn op je lichaam’ tot ‘vechten voor je leven’ worden genuanceerd weerlegd omdat die zouden betekenen dat alle mensen die dood zijn gegaan daar zelf schuldig aan zijn. Uiteindelijk is het een kwestie van ‘geluk hebben’ – en ook daar heeft de vader geen invloed op.
Joosje Duk: Ik zie je bij de uitgang. Lebowski, 224 blz. € 19,99
6. Andrew Morton: Elizabeth & Margaret
Leden van de Britse koninklijke familie zijn vaak het best te doorgronden als je ze met elkaar vergelijkt, aldus royaltykenner Andrew Morton, bekend van Diana, haar eigen verhaal. Hoewel de prinsen William en Harry als eerste in hem opkwamen, koos hij voor Queen Elisabeth en haar jongere zus, prinses Margaret. Zijn nu vertaalde Elizabeth & Margaret is vooral een samensmelting van reeds bestaande biografieën. En dat smelten doet Morton goed maar hij verzint er zoveel bij, dat het onmogelijk is er een serieuze studie van de zusterband in te zien. Natuurlijk is bekend dat Margaret rebels en verwend was en anders dan haar zus die voorbestemd was koningin te worden. Maar in de volgende passage over vermeende jaloezie, is toch vooral Morton de romancier aan het woord: ‘Margaret was stikjaloers. Het was zo oneerlijk, zal ze bij zichzelf hebben gedacht. Waarschijnlijk had ze het idee dat Lilibet alles ten deel viel, en haar niets. (…) Opnieuw moet ze het gevoel hebben gehad dat zij minder waard was – van tweederangs tot vijfde wiel. Dat deed pijn.’ Of wanneer prinses Margaret aan koningin Elizabeth vertelt dat ze een verhouding heeft met de voormalige adjudant van hun vader, de oorlogsheld Peter Townsend. Elizabeth zal bepalen of Margaret met deze gescheiden man mag trouwen. Morton schrijft: ‘Elizabeth keek uit het raam naar de paleistuin, Margaret glimlachte inwendig, want ze wist dat haar zus de neiging had uit het raam te kijken voordat ze een besluit nam.’
Andrew Morton: Elizabeth & Margaret. Achter de gesloten deuren van Buckingham Palace. (Elizabeth & Margaret. The Intimate World of the Windsor Sisters), Vertaling Ireen Niessen. Ambo/Anthos, 316 blz. € 24,99