Het verwoestende inferno van Canada

Klimaat Poolreiziger en ‘klimaatkruisvaarder’ maakte deze zomer de catastrofale bosbranden in Canada van dichtbij mee. „Hoe zetten we mensen nu eindelijk eens echt aan tot actie?”

Foto Reuters

Bij iedere ademhaling voel ik druk op mijn borst. Mijn ogen prikken en mijn keel is droog. Ik stap van mijn mountainbike en loop verder naar boven. De bergen zijn onheilspellende schimmen, de lucht is wazig. De zon hangt vaal aan de horizon en geeft een roodachtige kleur aan het landschap. Iedere ademteug is een cocktail van koolstof, koolmonoxide, stikstof en fijnstof. De lucht die ik inadem komt van een brand, 75 kilometer van mijn huis in de Canadese provincie British Columbia. Het is een van de 1.436 actieve bosbranden in de provincie en iedere dag komen er een paar nieuwe bij; het merendeel door blikseminslag, maar ook een argeloos weggegooide peuk of een achtergelaten kampvuur kunnen enorme brandhaarden worden.

Onder mijn schoenen knarsen dennennaalden, droge takken breken als luciferhoutjes. Het is doodstil in het bos: geen gefluit van vogels, geritsel van eekhoorntjes, het huilen van een wolf. Mensen en dieren kunnen vluchten. Bomen niet. Als het klimaat ontwricht is, stoppen ze met groeien, sterven ze af of verbranden ze op hun plaats. De bladeren van de berk zijn al aan het verkleuren door de stress.

Sinds juni hebben we sporadisch een regenbui gehad, met temperaturen die eerder in het Midden-Oosten thuishoren dan hier in het hoge noorden. Op 29 juni werd er 49,6 graden gemeten in het dorpje Lytton in de Frasier Vallei in British Columbia. Het was een nieuw record. In het noorden woekerden al sinds het voorjaar ongekend veel branden. Drie dagen later was Lytton volledig verwoest. Het duurde maar dertig minuten, inwoners hadden geen tijd om bezittingen te pakken. Meteorologen registreerden die dag 720.000 blikseminslagen, gedeeltelijk veroorzaakt door de ‘heatdome’, de hittegolf die British Columbia in de maand juni in haar greep had.

De provincie kondigde in juli de noodtoestand af. De hittegolf, die in onze provincie duizenden slachtoffers heeft geëist, en de droogte waar we al maanden door geteisterd worden, heeft enorme gevolgen. British Columbia, zo groot als Duitsland en Frankrijk bij elkaar, is voor 64 procent bedekt met verschillende soorten pijnbomen, sparren, lariksen en populieren. Historisch gezien verwijderde het bos elk jaar veel meer CO2 uit de lucht dan het uitstootte – het overtollige werd benut voor groei. Deze waardevolle ‘carbon sink’ vertraagde het tempo van de klimaatcrisis. Maar de wildernis kampt met een meedogenloze toename aan droogte, hitte, insecten en bosbranden. Nu de bomen steeds meer worden aangetast en in brand staan, sterft het bos sneller dan dat het teruggroeit. De eens zo enorm belangrijke carbon sink is nu de bron van een stijgende hoeveelheid uitstoot aan CO2. De uitstoot is twee keer zoveel als het gebruik aan fossiele brandstoffen van huishoudens in British Columbia, vergelijkbaar met de totale C02 uitstoot van een klein Europees land. En hoe meer koolstof in een ecosysteem – zoals de miljarden tonnen die hier zijn opgeslagen in de wortels van bomen en in ander organisch materiaal – hoe groter de ontwrichting als we het roekeloos laten opgaan in rook.

Foto Reuters/Artur Gajda

Evacueren

Ik heb een lijstje gemaakt met waardevolle spullen als ik ooit moet evacueren. Onder het dak van mijn huis hangen mijn twee poolsledes. Duizenden kilometers ben ik hiermee over het zee-ijs van de Noordpool gegleden, dwars over Antarctica naar de Zuidpool, over de Groenlandse ijskap, in Siberië. In de kelder ligt een complete uitrusting klaar voor een volgende klimaatexpeditie: donzen slaapzakken voor temperaturen onder -40 graden, jassen met bontkragen, ski’s, tenten, zonnepanelen, laarzen, en satelliettelefoon. Ik zal het allemaal achter moeten laten.

Met avontuurlijke expedities naar de Noord- en Zuidpool, Groenland, Siberië, Mount Everest en de Sahel vraag ik aandacht voor de opwarming van de planeet. Ik maak films en televisieseries, schrijf boeken en geef lezingen. In 2013 produceerde ik de zesdelige serie The Tipping Points (in Nederland Klimaatjagers) waarbij ik zes plekken bezocht waar je kantelpunten in het klimaatsysteem kon waarnemen. Een kantelpunt betekent dat een duw, zoals een langzame en gestage opwarming, ervoor kan zorgen dat het klimaatsysteem onomkeerbaar kan veranderen en instorten, als in een dominospel. Eén kantelpunt kan meerdere kantelpunten ontketenen, waardoor het klimaat op aarde in een nieuwe fase kan komen. Deze kantelpunten kunnen weer terugkoppelingen veroorzaken, waardoor de temperatuurstijging nog sneller gaat. Eén zo’n kantelpunt is de verwoesting van het boreale bos, zuidelijk van het Arctische gebied in Canada en Rusland. Wat tien jaar geleden nog een theorie was, is deze zomer werkelijkheid geworden.

Lees ook: Klimaatbeleid vraagt om nieuwe relatie met burger

Een tentje op brekend ijs

Het is niet alleen deze zomer dat ik geconfronteerd wordt met dit soort extreme omstandigheden. Als ik lezingen geef laat ik vaak een foto zien van onze tent tijdens een expeditie op de Noordpool. Er loopt een grote scheur door het ijs, de twee ijsplaten drijven van elkaar weg. Onze tent balanceert precies tussen die twee platen. De zaal reageert altijd gechoqueerd.

Ik vertel dat het midden in de nacht is als we plots wakker worden door een immens gekraak. De eerste paar seconden heb ik geen idee wat er aan de hand is, maar als ik de tent open rits zie ik donker zeewater tegen het ijs aanklotsen. Het ijs kan in no time zomaar in meerdere stukken breken en wegdrijven met de krachtige stroming van de oceaan. Ik roep dat er geen tijd te verliezen is en gooi de brander en zakken met eten naar buiten. We hijsen ons in onze donzen outfit, trekken laarzen aan en kruipen naar buiten. Met al onze kracht gooien we de tent naar een stuk solide ijs. Dichtbij de scheur beweegt het ijs op en neer; je wordt al zeeziek als je er naar kijkt. In de zaal is het muisstil. Door dit te laten zien bereik ik veel meer dan wanneer ik rapporten en grafieken zou tonen. Ik vraag me af of ik in een volgende presentatie beelden zal laten zien van het inferno van Canada.

Bernice Notenboom en andere leden van een poolexpeditie brengen hun spullen in veiligheid nadat een ijsplaat gebroken is, precies onder de plek waar de tent was opgezet.

What happens in the Arctic

Het laatste IPCC-rapport spreekt over code rood voor de mensheid. Ineens is het vijf over twaalf. In het rapport worden een aantal kantelpunten genoemd. De gebieden die nu geraakt worden in het sub-arctische deel zijn al zeven keer sneller opgewarmd dan de rest van de wereld. De grens van twee graden opwarming en het bijbehorende carbon budget (hoeveel C02 we nog mogen uitstoten om onder de twee graden te blijven) is daarom belangrijker dan je denkt; het Noordpoolijs zal verdere opwarming niet overleven. In mijn boek Arctica beschrijf ik hoe het smelten van de Noordpool invloed heeft op andere gebieden, ook al liggen ze aan de andere kant van de wereld. What happens in the Arctic doesn’t stay in the Arctic.

Het zomerijs functioneerde in het verleden als airconditioning voor zowel de atmosfeer als de oceaan. De oceaan- en luchttemperaturen kwamen hierdoor in het Arctisch gebied nooit boven de nul graden. Maar nu, zonder regulator, is het effect verwoestend. Terugkoppelingen in het klimaat door gebrek aan zee-ijs zien we terug op de taiga en de toendra: een warme poollucht ontdooit de permafrost.

Deze zomer ervaren we in Canada wat extreem weer is. Het weer op het noordelijk halfrond wordt gedreven door een voortdurende interactie van twee tegenstelde luchtmassa’s: polaire lucht van rond de Noordpool en warme tropische lucht van rond de evenaar. Hoe groter het temperatuurverschil in het polaire front, hoe krachtiger de straalstroom.

Door klimaatverandering neemt het temperatuurverschil tussen de polen en de evenaar steeds meer af waardoor de straalstroom nog meer gaat schommelen en zelfs soms stagneert en luchtdrukgebieden vast komen te liggen. Dit resulteert in aanhoudende hittegolven of juist noodweer, afhankelijk van waar je woont. De hittegolf in Canada en Noord-Amerika deze zomer is hier een voorbeeld van.

Het weerpatroon is totaal ontregeld, extreem weer wordt het nieuwe normaal. Wie had ooit gedacht dat gebrek aan zee-ijs de drijvende kracht hierachter zou zijn? Het noordelijk halfrond kon je deze zomer simpelweg door twee delen: een gedeelte met droogte, hitte en branden en een gedeelte met regen, koele temperaturen en overstromingen.

Klimaatkruisvaarders

Psychologen zijn al jaren bezig met onderzoek hoe we mensen sneller in beweging kunnen krijgen. Als alle informatie over klimaatverandering alleen maar uit de intellectuele hoek blijft komen (zoals IPCC-rapporten), dan lukt dat niet. We vertrouwen nog teveel op het rationele en analytische verwerkingssysteem dat de werkelijkheid decodeert in nummers, grafieken en tabellen. Het prikkelt niet genoeg tot actie. Ons emotionele brein lijkt niet in staat om te gaan met een langetermijnbedreiging zoals het klimaat.

Een paar jaar geleden nam ik honderd ceo’s uit het bedrijfsleven mee naar het Noordpoolgebied. Ik zag dat het hen echt raakte. De Spitsbergen Ambitie die hieruit voortkwam, waarmee instellingen klimaatverandering willen tegengaan via hun financieringen en beleggingen, werd in 2019 opgenomen in het Klimaatakkoord.

Klimaatkruisvaarders zoals ik moeten er alles aan doen om beide kanten van het brein aan te blijven spreken: genoeg data en bewijzen op tafel leggen om het rationele brein te bevredigen, en vervolgens deze data zo vertalen dat het emotionele brein wordt geactiveerd.

Een helikopter vliegt langs mijn huis, een grote emmer bengelt onder aan de lijn. De piloot heeft moeite water te scheppen door de lage stand van de rivier. Het is niet meer de vraag óf we ooit aan de beurt zijn, maar wanneer. De app op mijn telefoon waarschuwt: code rood, en adviseert om binnen te blijven.

Volgende week zal de wind eindelijk naar het noorden draaien. Ik kijk uit naar de pure lucht in mijn longen. En dat ik weer kan genieten van de bergen, die ik deze zomer nog nauwelijks heb gezien. Met wat geluk zullen we dit jaar de dans ontspringen.