Meer dan twaalfduizend buitenlandse arbeiders die tijdens de coronapandemie in Frankrijk in de ‘frontlinie’ hebben gewerkt, zijn genaturaliseerd tot Frans staatsburger. Dat heeft het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken donderdag bekendgemaakt.
Het gaat onder meer om gezondheidswerkers, beveiligingsagenten, mensen die in de kinderopvang werken en kassamedewerkers. Voor deze groep is de minimale verblijfsduur in Frankrijk verlaagd naar twee jaar, in plaats van de verplichte vijf, om in aanmerking te komen voor Frans staatburgerschap. In totaal zijn er zo 12.012 nieuwe Fransen bijgekomen. Er waren 16.381 dossiers ingediend voor versnelde naturalisatie. In 2020 werden 61.371 mensen door Frankrijk genaturaliseerd, dat is 20 procent minder dan het jaar ervoor.
„Deze eerstelijnswerkers hebben gehoor gegeven aan de roep van de natie”, laat de Franse minister van Binnenlandse Zaken Marlène Schiappa weten. „Het is normaal dat de natie vervolgens een stap in hun richting zet. Ik heet onze nieuwe landgenoten welkom in de Franse nationaliteit en bedank hen namens de Republiek: het land heeft hen hiermee bedankt!”, zei mevrouw Schiappa in de verklaring.
/s3/static.nrc.nl/liveblog/files/2021/09/web-0107buicoronablog1.jpg)