‘Dit lijkt wel Omroep Max! Waar ben ik aan begonnen?’

Zap In Boerderij Van Dorst ontvangt Raven van Dorst BN’ers. In de eerste aflevering waren dat Martien Meiland en Kamerlid Caroline van der Plas. Je kreeg medelijden met Van Dorst, die hun stinkende best deed, maar opgesloten zit in een format dat tegelijkertijd mikt op lol, persoonlijke gesprekken en engagement.

Raven van Dorst, Caroline van der Plas en Martien Meiland in ‘Boerderij Van Dorst’ (BNNVARA).

Raven van Dorst, Caroline van der Plas en Martien Meiland in ‘Boerderij Van Dorst’ (BNNVARA).

‘Nou, ik heb dus op Geert Wilders gestemd!” riep Martien Meiland op de toon van een kind dat pocht met het feit dat zijn vader brandweerman is. „Nederland is ook veel te vol.” Tot een werkelijk politiek debat kwam het niet in de zaaibedden naast ‘Boerderij Van Dorst’, het stulpje waar de tot nu toe zeer stedelijke Rotterdammer Raven van Dorst tracht een zelfvoorzienend bestaan te leiden. Zelfvoorzienend leven is wellicht eenvoudiger zonder de luidruchtige aanwezigheid van de ster van Chateau Meiland, die al snel na zijn politieke ontboezeming klaagde: „Ik heb een hele droge lap.” Van Dorst bracht een glaasje water.

Raven van Dorst alleen op een boerderij, zo zal de omroep hebben geredeneerd, levert geen zelfvoorzienende televisie op. Dus krijgt de presentator in elke aflevering van Boerderij Van Dorst (BNNVARA) hulp van twee beroemdheden. Woensdag in de eerste aflevering was dat behalve Meiland het Kamerlid Caroline van der Plas (BoerBurgerBeweging), die zich in een paar maanden tijd heeft ontwikkeld tot de knuffelpoliticus van televisiemakend Nederland. De gasten plantten het een en ander, zetten een kippenhok in elkaar en bezochten (het leek Chateau Meiland wel) een kringloopwinkel. Van der Plas banjerde onvoorzichtig door de moestuin.

Er werd meer gepraat dan gewerkt op het erf. Over de plotselinge ziekte en dood van Van der Plas’ echtgenoot in 2019, over Meilands weerzin om ’s ochtends een krant vol „narigheid” te lezen en over Albert Verlinde, de man die als een klein donker wolkje boven elk gesprek tussen Bekende Nederlanders hangt. Even later ging het over in bad gaan. „Je zit in je eigen vuil”, klaagde Meiland. „Je gaat erin zitten, maar dan is het na tien minuten koud”, vulde Van der Plas aan. Toen werden de koetjes en kalfjes Van Dorst even te veel: „God, dit lijkt wel Omroep Max! Waar ben ik aan begonnen?”

De nieuwsmijder Meiland wilde niet meer nadenken over de toekomst, maar zijn egocentrisch nihilisme vond geen gehoor bij Van Dorst: „Ik probeer mensen die niet uit de kast durven te komen, een steuntje in de rug te geven.” Op 5 mei liet Van Dorst weten geen Ryanne meer te heten maar Raven en niet meer als ‘zij’ aangeduid te willen worden: „(Die / Hen / Kijk maar)”. Meiland corrigeerde zichzelf als hij zich in Ravens naam vergiste, maar het verre van non-binaire „Meid!” ligt hem hoe dan ook voor in de mond bestorven. Van Dorst: „Je doet je best en dat vind ik te gek en ontroerend.”

Je kreeg medelijden met Van Dorst, die hun stinkende best deed, maar opgesloten zit in een format dat tegelijkertijd mikt op lol, gevoelige persoonlijke gesprekken en conversaties over „dromen voor de wereld”. De dromen liepen ver uiteen. Van der Plas zei over het klimaat: „Als je iets minder consumeert, kun je al een grote slag maken.” Dat was Van Dorst, die Partij voor de Dieren stemt, te gortig: „We zitten in een fokking klein kutland en we zijn de grootste exporteur van vlees!” Even later, bij een dierenopvanghuis waar de plofkippen kaalgepikt worden binnengebracht, stelde de politica dat je niet kon zeggen dat er in de pluimveeindustrie sprake was van structurele dierenmishandeling – een betaald woordvoerder van de sector had haar niet kunnen overtreffen.

Slechts bij de aansporing om lokaal inkopen te doen, vonden Van der Plas en Van Dorst elkaar. Daarop kochten zij een zwarte kapoen (een gecastreerde haan) en vernoemden die naar Martien Meiland. Die (de man, niet het dier) kraaide het uit van plezier. Het tafereel herinnerde ons eraan dat ook bij de publieke omroep de hang naar ongecompliceerd amusement geheel zelfvoorzienend is.